nieuws

Licht herstel in omzet van Belgische voedingsbedrijven, al blijft druk hoog: “We verliezen zelfs terrein op binnenlandse markt”

nieuws

Er tekent zich een voorzichtig economisch herstel af in de Vlaamse voedingsindustrie. Dat meldt sectorfederatie Fevia. In de eerste helft van 2025 steeg de omzet met 5,4 procent tegenover dezelfde periode in 2024. Toch hebben Belgische voedingsbedrijven het almaar moeilijker om te concurreren, niet alleen in Europa maar zelfs in eigen land. De opmars van Nederlandse supermarkten speelt daarbij een grote rol.

Vandaag Jozefien Verstraete
supermarkt winkelkar

De Belgische voedingsindustrie zag in de eerste helft van 2025 een klein herstel in haar omzet. In die periode ging de omzet met 5,4 procent omhoog tegenover het moeilijke jaar 2024. Ook de investeringen stegen met 8,6 procent. “Al is dit herstel niet in alle sectoren op te merken. De verwerkende sector van zetmeelproducten ziet zijn omzet bijvoorbeeld met 12,2 procent dalen”, benadrukt Fevia. “In andere sectoren, zoals de chocoladesector, werd dan weer een omzetstijging genoteerd, voornamelijk gedreven door de stijging van verkoopprijzen.” Naast de prijsstijging wordt de algemene omzetstijging gedreven door een productiestijging van 2,8 procent. Een positief signaal, maar daarmee zit de sector nog niet op het niveau van 2022.

De context blijft uitdagend. Grondstofprijzen zijn zeer volatiel en de competitiviteit daalt. West-Europa verliest steeds meer marktaandeel op de wereldmarkt. Ook de Belgische voedingssector heeft het moeilijk en verliest terrein in de interne Europese markt. Export voor de Belgische voedingssector is nochtans cruciaal, ongeveer de helft van de omzet vloeit voort uit uitvoer. “Onze bedrijven krijgen niet alleen meer concurrentie op internationale markten, maar ook op de eigen markt”, duidt Carole Dembour, economisch adviseur van Fevia. “De binnenlandse race naar de laagste prijs, grensaankopen en de toenemende aanwezigheid van Nederlandse producten in Belgische supermarkten zet de volledige voedingsketen onder druk.”

Stijging buitenlandse producten in Belgische winkelkar

Fevia wijst erop dat de groei van Nederlandse supermarktketens in België het aandeel Nederlandse voeding en dranken in onze winkelrekken doet stijgen. In 2010 ging het om 7,7 procent, maar in 2023 steeg dit naar 16,1 procent. Al ligt dat cijfer mogelijk wat hoger dan de werkelijkheid omdat Belgische producten die via Nederlandse aankoopcentrales worden gekocht in de statistieken ook als Nederlands tellen.

Ondanks die verschuiving blijft het grootste deel van de uitgaven van Belgische gezinnen nog steeds naar Belgische voeding en dranken gaan, maar dit aandeel zakt jaar na jaar.  Zo ging in 2023 62 procent van de bestedingen naar Belgische producten, in 2010 was dit nog 67 procent. “In Frankrijk en Duitsland ligt dit aandeel veel hoger dan bij ons. Daar nemen binnenlandse producten ongeveer 75 procent van het totaal in”, zegt Dembour.  

Minder grensaankopen

Tegelijk daalden in 2025 de grensaankopen van Belgen in Frankrijk, onder meer door de suikertaks die Frankrijk sinds maart op gesuikerde frisdranken heft. Ook aan de Nederlandse grens kochten Belgen minder vaak in Nederland. Er tekent zich zelfs een omgekeerde beweging af: meer Nederlanders doen hun boodschappen in Belgische supermarkten.

“Op het eerste gezicht lijkt deze dubbele beweging positief”, aldus Dembour. “Maar dat is het niet. De reden dat Nederlanders naar hier komen is de felle prijzenslag die supermarkten in Vlaanderen voeren. Nederlandse supermarkten die zich bij ons vestigen, hanteren een agressieve prijsstrategie, waardoor andere supermarkten gedwongen worden, of op zijn minst proberen, daarin mee te gaan. Het recentste wapenfeit in deze prijzenoorlog: de 2+5-promotie van Albert Heijn."

Volgens Dembour wint nochtans niemand hierbij. “Bij consumenten wekt het de indruk dat er bij verwerkers of supermarkten nog grote marges te rapen vallen”, legt ze uit. “Zo’n prijzenoorlog verstoort het evenwicht en de duurzaamheid van de hele keten op lange termijn.

Concurrentiehandicap

De Belgische voedingsbedrijven blijven het op de Europese markt ook nog steeds moeilijk hebben door hun fiscale en loonkostenhandicap. “De positieve tendens van de eerste helft van 2025 stemt ons alvast hoopvol om deze cijfers ook in de tweede helft van 2025 en 2026 te kunnen zien”, aldus Dembour. “Maar veel zal afhangen van de belastingdruk in België en van de fiscale keuzes die in het buitenland worden gemaakt.”

Hoewel nog niet alle details bekend zijn, ziet Fevia in het nieuwe federale meerjarenbegrotingsakkoord alvast enkele positieve signalen. “Het begrotingsakkoord heeft een algemene verhoging van de btw op voeding en dranken voorkomen, wat belangrijk was voor de betaalbaarheid van voedingsaankopen en om een toename van grensaankopen te voorkomen. Verder werkt de kostenbesparing op de loonindex verlagend op de loonkosten. Dit geeft de sector een beetje zuurstof, al blijft de handicap nog steeds groot”, concludeert CEO Ann Wurman. “De totale concurrentiehandicap prijst ons nog steeds uit de markt.”

In 2026 wil Fevia zich dan ook verder inzetten om de competitiviteit terug te versterken. Daarnaast wil de sectorfederatie ook het personeelstekort verder aanpakken. “Het tekort aan personeel is namelijk een zeer grote productiebeperking voor onze bedrijven”, klinkt het. Tot slot zal Fevia zich volgend jaar voort focussen op de creatie van toegevoegde waarde, onder meer via een vernieuwd duurzaamheidskompas.

Groei voedingsindustrie vertraagt: Fevia ziet "structurele fout" in de keten
Uitgelicht
De Belgische voedingsindustrie is dé industriële motor van ons land. Dat concludeert Fevia, de federatie van de Belgische voedingsbedrijven, in zijn nieuwste economisch jaarve...
19 mei 2025 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek