nieuws

Groei voedingsindustrie vertraagt: Fevia ziet "structurele fout" in de keten

nieuws

De Belgische voedingsindustrie is dé industriële motor van ons land. Dat concludeert Fevia, de federatie van de Belgische voedingsbedrijven, in zijn nieuwste economisch jaarverslag. Ondanks bescheiden groei in een moeilijke economische context, kleuren steeds meer indicatoren rood. “De groei vertraagt merkbaar”, waarschuwt CEO Bart Buysse. Hij wijst op structurele problemen in de keten en roept de overheid op om vier hardnekkige handicaps weg te werken, zodat bedrijven opnieuw kunnen investeren in verduurzaming en innovatie.

19 mei 2025 Griet Lemaire
voedingsindustriebakkerij

Productie naar niveau van 2017

Het is niet de eerste keer dat Fevia aan de alarmbel trekt. Al enkele jaren kampt de Belgische voedingsindustrie met structurele problemen: de productie daalt en ook de rendabiliteit staat onder druk. In 2024 zakte de totale productie terug tot het niveau van 2017. “Zowel in België als in het buitenland vallen bestellingen van voedingsbedrijven terug tot een historisch dieptepunt”, zegt Carole Dembour, raadgever economische zaken bij Fevia. “Sinds 2022 is de slabakkende vraag de grootste rem op de productie. Vroeger waren dat vooral personeelstekorten of schaarste aan grondstoffen.”

Ook de jobcreatie krijgt klappen. In 2024 telde de sector 102.447 werknemers, goed voor een bescheiden stijging van 0,4 procent ten opzichte van 2023. Op zich geen negatieve cijfers, maar ze liggen ver onder het gemiddelde van twee procent groei in de periode 2017-2023. Toch blijft de voedingsindustrie met voorsprong de grootste industriële werkgever in België. Ter vergelijking: de staal- en metaalindustrie telt 80.000 werknemers, en de chemie- en minerale productenindustrie volgen met elk ongeveer 38.000 banen.

Rendabiliteit onder druk, investeringen verzwakken

Voor het derde jaar op rij daalt de rendabiliteit. In 2024 zakte die naar 2,32 procent, een terugval van 36 procent in vergelijking met 2019. “Dergelijk rendabiliteitscijfers maken het heel moeilijk voor bedrijven om te investeren en als er niet geïnvesteerd wordt, komt de concurrentiepositie in het gedrang”, waarschuwt Dembour.

Hoewel het totale investeringsbedrag relatief hoog blijft, kalft de investeringsintensiteit (het deel van het zakencijfer dat gebruikt wordt voor investeringen, red.) fors af. Bedrijven investeren bovendien vooral in efficiëntie en kostenbesparing, minder in uitbreiding of vernieuwing. Enkel de groente- en fruitsector, waar aardappelverwerkers de motor zijn, en de sector van bakkerijproducten hielden hun investeringsniveau in stand.

Voedingsindustrie wint aan economisch gewicht

Toch is er ook goed nieuws: nog meer dan in het verleden is de voedingsindustrie een belangrijke economische motor in ons land. In 2024 steeg de omzet met 2,5 procent tot 82,9 miljard euro. Daarmee is de sector nu goed is voor 25 procent van de totale omzet van de industrie in België. Tien jaar geleden was dat 17 procent. Bovendien creëerde de voedingsindustrie vorig jaar 400 extra jobs. “Dat is een opvallende prestatie in een jaar waarin de rest van de verwerkende industrie 10.000 jobs verloor”, benadrukt Buysse. Ook de export groeide licht en vertegenwoordigt bijna de helft van de omzet (39,6 miljard euro).

Grafiek economische cijfers voedingsindustrie 2024

Waar er vorig jaar over het algemeen nog wel sprake was van groei, ziet Fevia dat die groei wel vertraagt tegenover het gemiddelde van 2016 tot 2019. Zo liep de omzetgroei terug tot 75 procent van dat gemiddelde, de groei in investeringen halveerde en de exportgroei bedraagt nog slechts 55 procent van de gemiddelde exportgroei tussen 2016 en 2019. De groei in aantal jobs is het sterkst vertraagd: die ligt op slechts 20 procent van de gemiddelde groei in jobs in de referentieperiode.

Vier handicaps tegenover buurlanden

Volgens Fevia zijn vier hardnekkige handicaps verantwoordelijk voor de moeilijke positie van de sector.

Loonhandicap

Op de eerste plaats staat de loonkostenhandicap. “De lonen voor onze bedrijven zijn 25 procent hoger dan die van hun concurrenten in de buurlanden”, duidt Dembour. Daarbij wordt vooral gekeken naar de automatische loonindexering. “Dat is vandaag een probleem, daarom vragen we een aanpassing van het indexeringsmechanisme”, duidt Buysse. “Daarnaast vragen we ook een strikte naleving van de wet op de loonnormen.”

Fiscale handicap

Ook de belastingen in België zijn veel hoger dan in de buurlanden. “Voor water liggen die bijvoorbeeld 383 procent hoger en voor mousserende wijn zo’n 228 procent. Voor bier is het percentage een stuk lager, maar voor iets wat onze nationale trots is, is acht procent nog steeds veel”, vult Dembour aan. De impact van de fiscaliteit wordt volgens Fevia duidelijk gemaakt door de cijfers van grensaankopen. De afgelopen twee jaar zijn die bijzonder fors gestegen: in 2023 ging het om 769 miljoen euro, vorig jaar om 745 miljoen euro. “Vandaag gebeurt vijf procent van alle drankaankopen door Belgische consumenten in het buitenland”, luidt het.

Energiekosten-handicap

De energieprijzen liggen eveneens hoger bij ons in vergelijking met de ons omringende landen. “Zo betaalt een Vlaams voedingsbedrijf een jaarlijkse elektriciteitsfactuur van 3,6 miljoen euro. Dat is wel 200.000 euro minder dan zijn Duitse concurrent, maar 500.000 euro meer dan zijn Nederlandse concurrent en zelfs één miljoen euro meer dan zijn Franse tegenhanger”, becijferde Fevia. Volgens CEO Buysse is het voor voedingsbedrijven niet altijd gemakkelijk om hun productie te elektrificeren zodat er kan overgestapt worden op hernieuwbare energie. Hij vraagt dan ook dat het beleid geen belastingverhoging op gas doorvoert wanneer er geen realistisch alternatief beschikbaar is voor elektrificatie.

Administratieve handicap

Tot slot is er ook de administratieve handicap. Fevia spreekt van een “tsunami” aan administratieve lasten waar voedingsbedrijven mee geconfronteerd worden. “In 2023 werd een bedrijf gemiddeld onderworpen aan 26 inspecties en verschillende soorten enquêtes en we zien dat dit in 2024 niet is verbeterd. Er zijn niet alleen allerlei overheidsverplichtingen, maar ook audits door klanten en dergelijke. Vandaag zien we dat administratie primeert op actie”, stelt Buysse.

Hij wijst erop dat de voedingssector bij uitstek een kmo-sector is. “Kleine bedrijven kunnen geen personeel in dienst nemen voor deze administratie. Zij moeten beroep doen op dure consultants. Dat veroorzaakt een grote kost.” Hij ziet het als een stap in de goede richting dat overheden op verschillende beleidsniveaus eindelijk werk maken van administratieve vereenvoudiging en ook het feit dat er werk wordt gemaakt van een industriebeleid met aandacht voor kmo’s is volgens hem een opportuniteit.

Voedingssector ziet marges slinken nieuws

Beleid kan meer doen, maar ziet dat niet in

In het kader van die handicaps spreekt Buysse van een structurele fout in de keten. “Eerder onderzoek van de FOD Economie heeft uitgewezen dat noch de voedingsindustrie, noch de retail met grote marges werkt. Dat heeft de discussie geobjectiveerd en ervoor gezorgd dat we minder naar elkaar wijzen als oorzaak van problemen”, vertelt hij. Vandaag is er volgens hem te weinig stabiliteit en evenwicht in de keten en de ketenrelaties omdat alle schakels onder druk staan.

“Wanneer de overheid echt aan de slag gaat om deze vier handicaps aan te pakken, dan kan er veel gebeuren, want alleen al naar taksen gaat er tien procent van de omzet van de voedingsindustrie. Het zou in elk geval zorgen voor de nodige zuurstof die vandaag ontbreekt. Het beleid kan eigenlijk heel veel doen, maar ziet dat eigenlijk te weinig in”, aldus Buysse die nog maar eens het belang van de voedingssector in de verf zet. “We zijn de grootste industriële sector van België. Onze bedrijven innoveren en investeren, voeden de bevolking en creëren zo dagelijks welvaart en werkgelegenheid. Als we dat willen behouden, moeten we de strategische rol van de voedingsindustrie naar waarde erkennen en ondersteunen en onze voeding opnieuw naar waarde schatten.”

Lees morgen: Fevia vraagt laagdrempelig aanspreekpunt voor handelsrelaties binnen agrovoedingsketen

Fevia positief over regeerakkoord, maar betreurt dat niet hele keten als strategisch is erkend
Uitgelicht
Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, betreurt dat niet de hele agrovoedingsketen erkend is als strategische sector in het nieuwe federale regeerakkoord, enk...
2 februari 2025 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek