Dubbelinterview natuurherstelwet: “Er zullen sowieso harde knopen moeten doorgehakt worden”

Gaat de Europese Commissie met het voorstel voor de natuurherstelwet een stap te ver in haar groene ambities of is het helemaal niet zo revolutionair zoals sommigen voor waarschuwen? Wordt dit de spreekwoordelijke druppel voor de Vlaamse landbouw of zullen de boeren er net wel bij varen? Het zijn vragen die VILT met plezier op tafel smijt tijdens een dubbelinterview met Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en Hendrik Schoukens, milieujurist en politicus voor Groen.

17 juli 2023  – Laatst bijgewerkt om 17 juli 2023 21:25
Lees meer over:
hendrikschoukensvandamme-1500-2

De stikstofdebatten waren nog maar pas gaan liggen of er dook alweer een nieuw dossier op dat de verhoudingen tussen landbouw en natuur op scherp stelde. Het voorstel voor de natuurherstelwet van de Europese Commissie was lange tijd onder de radar gebleven, maar het debat erover woedde de laatste weken in alle hevigheid. Terwijl het voorstel op Europees vlak in het Parlement en de Raad door de één met hand en tand werd verdedigd en door de ander met de grond werd gelijkgemaakt, groeit de onrust bij landbouwers over de gevolgen van zo’n wet voor hun stiel. Maar is die onrust wel terecht?

Hoe kijken Hendrik Vandamme en Hendrik Schoukens naar deze kwestie? VILT ontmoet beiden op een warme, bijna tropische, vrijdagmiddag in juni in hartje Gent. Hoewel er tussen het gesprek en de publicatie van dit interview wat tijd verstreken is, waarbij het Europees Parlement een afgezwakte versie van het wetsvoorstel aangenomen heeft, blijft de natuurherstelwet brandend actueel. Benieuwd of de Hendriken meer delen dan hun voornamen alleen.

Heren, om met de deur in huis te vallen, waarom hebben we een natuurherstelwet nodig?

Hendrik Schoukens: “Je kan dat vanuit het standpunt van de mens, de landbouw en de natuur zelf bekijken. Aanwezigheid van natuur heeft een gunstige impact op het mentale welzijn van de mens, dat heeft de coronaperiode bewezen. Ook in het licht van de klimaatverandering is natuurherstel interessant. In tegenspraak met onze premier, die de zaken uit elkaar trekt, is natuurherstel wel degelijk een fundamenteel component van een klimaatbeleid. Daarnaast vaart de natuur zelf ook wel bij herstel. In een versnipperde regio is dat nuttig omdat je verschillende soorten terug in verbinding brengt met elkaar.”

“Maar ook vanuit de landbouw zie ik veel kansen. In een gevarieerd landschap met bomenrijen, waar bijvoorbeeld ook ruimte is voor stukjes moeras of meanderende beken, gaat de kwaliteit van de bodem en de landbouwgrond erop vooruit. Zeker als we lange periodes hebben van droogte.”

Zoals ik het hoor, zijn er enkel maar voordelen aan natuurherstel. Waarom is de landbouwsector er zo tegen gekant?

Hendrik Vandamme: “In Vlaanderen worden nu al verschillende lagen op agrarisch gebied gelegd. We hebben een sterke versnippering, ruimtelijke wanorde met lintbebouwing die een grote druk zet op landbouwgrond, het natuurdecreet, de PAS, een vergunningenbeleid dat vasthangt aan natuurdoelstellingen. Leg daar nog het GLB bovenop dat de landbouwer opzadelt met een aantal bijkomende groene opdrachten. Op die manier geraakt de rugzak goed gevuld.”

“Europa legt de doelstelling op van 20 procent van het grondgebied dat moet hersteld worden, of dat in goede staat moet gebracht worden als natuur. Maar in onze Vlaamse context, met alles wat ik opgesomd heb, is het nu al een hele opgave om te mógen en kunnen boeren. En vandaag zitten we nog maar op een acht à negen procent van ons grondgebied dat natuur is?”

Schoukens: “Eigenlijk kom je er sneller aan dan je denkt. Als je bijvoorbeeld ook de reservaten erbij telt, denk ik dat wel al op een 13 à 14 procent zitten.”

Vandamme: “Maar volgens de ambities van de natuurherstelwet, hoewel ze ondertussen wat afgezwakt zijn, moeten er ook een aantal zaken gerealiseerd worden op en in landbouwgebied. Al is het maar de vraag of het effectief zo hard gespeeld zal worden.”

“Wat er ook van zij, als land- en tuinbouwer moet je vandaag aan de slag in een omgeving waar de druk op agrarisch gebied steeds groter wordt. Het gaat dan voor alle duidelijkheid niet alleen over natuur. Ook door landgebruik, woonuitbreidingsgebieden, oprukkende industrie etc. spelen we als landbouwer gebruiksoppervlakte kwijt. Maar je zal maar net op een plek zitten waar er natuurdoelstellingen moeten gecreëerd worden. Het klinkt misschien als een cliché, maar het gaat wel altijd over iemands land of eigendom. Op het moment dat er actief landbouwgrond onttrokken wordt aan een bedrijf, verandert het hele systeem. Het vergt heel wat om daar op een goede manier mee om te kunnen. Vaak is het op termijn einde verhaal voor de betrokkenen.”

Toch botsen we op sommige grenzen?

Schoukens: “Natuur is iets heel dynamisch. Maar als je kijkt naar hoe we er de voorbije jaren mee zijn omgegaan, dan zie je dat we die dynamiek heel erg hebben uitgerekt. Neem bijvoorbeeld het Turnhouts Vennengebied, het is ongelooflijk hoeveel inspanningen naar bemesting en beregening geleverd moeten worden om daar akkers te krijgen. Dan stel ik mij de vraag wat de maatschappelijke kosten daarvan zijn.”

Vandamme: “Dat moet je natuurlijk bekijken vanuit een historisch perspectief waar we niet de luxe van nu kennen. Het gebied in de Kempen werd ooit ontwikkeld voor landbouw door de overheid begin jaren ’50, net na de oorlog als antwoord op een dreigende hongersnood in WOII. Een overheidsinstelling, vergelijkbaar met VLM vandaag, is daar gestart met ruilverkavelingen. In heidegebied hebben ze toen sloten getrokken en pompinstallaties gezet. Veel veebedrijven hebben zich daar gevestigd en zijn er vandaag nog steeds aan de slag. Met bemesting konden ze de arme zandgronden vruchtbaar maken en er gewassen telen in functie van de veehouderij.”

“De boeren die daar vandaag nog actief zijn, zijn vaak de kinderen van die eerste bedrijven. Maar met de vele hervormingen van het Europees landbouwbeleid over de jaren, denk aan het Mansholtplan, heeft de schaalvergroting zich ook daar doorgezet.”

“Achteraf is dat Natura2000-gebied geworden en zo is die conflictsituatie ontstaan. Vanuit het mestactieplan werden enkele zaken op tafel gelegd en met het stikstofakkoord gaan we naar een situatie dat de bemesting wordt uitgefaseerd en deze gronden voor landbouw waardeloos worden.”

Schoukens: “Maar ook dat is impactvol natuurherstel. Volgens mij is natuurherstel meer een vraag van een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Dat kan je natuurlijk moeilijk uitleggen aan een individuele landbouwer omdat het snel technocratisch, of volgens sommigen zelfs autoritair, overkomt. Alsof ze een radertje zijn. Al zijn landbouwers op vandaag ook van radertjes in een systeem waar ze niet altijd veel zeg hebben over de prijs.”

Gaat het over de individuele landbouwer? Ik zie het meer als een bredere discussie over de opvolging die een probleem is. Amper 12 procent van de 55-plussers heeft een opvolger. Als je dat bekijkt over de komende 20 jaar, ziet dat er niet goed uit voor de toekomst van de landbouw.

Schoukens: “De laatste jaren is het aantal landbouwers sterk afgenomen, maar de bedrijven zijn een stuk groter geworden. Is dat een trend die zich nog steeds verderzet?”

Vandamme: “Op 20 jaar tijd is het aantal boeren gehalveerd. En op dit moment is minder dan zes procent van de landbouwers jonger dan 35 jaar. Meer dan de helft van de landbouwers is ouder dan 55 jaar. Zelf ben ik 58 jaar, dat is de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse landbouwer. Als beleidsmaker zou ik me daar zorgen over maken. Want dat wil zeggen dat de helft van het boerenbestand binnen de tien, twaalf jaar op pensioen kan. Van de huidige generatie boeren gaan er dus een heel pak uit zonder dat er nieuwe in de plaats komen. Dat heeft veel te maken met beleidskeuzes en de onzekerheid over het kunnen werken op een landbouwbedrijf, groot of klein.”

“Vandaag zijn er ook veel hoogopgeleiden die de mogelijkheid hebben om voor een job te kiezen buiten de landbouw. Het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat de boerenzoon of -dochter in het bedrijf stapt. Wat zal het gevolg zijn? Er zullen veel bedrijfszetels vrijkomen die niet meer zullen gebruikt worden door landbouwers. Die gronden blijven wel, en de schaalvergroting op vlak van areaal zal zich verder doorzetten.”

De onzekerheid primeert bij boeren. Zij vrezen dat de natuurherstelwet de druppel te veel zal zijn.

Schoukens: “In dit soort debatten hoor ik vaak dat aspect van onzekerheid terugkomen. Maar je geeft zelf aan dat vroeger alles redelijk eenvoudig was. Je had dorpen met boerderijen en gegarandeerde opvolging, de maatschappij was anders geordend. Waarom zijn die kleine boerderijen uit de generatie van mijn grootouders indertijd massaal gestopt? Dat was dan nog niet uit natuuroverwegingen, hé.”

Vandamme: “Uit economische redenen.”

Schoukens: “Inderdaad, uit economische redenen. Ik vraag mij af of dit de laatste tien jaar ook het geval was, voordat de stikstofproblematiek de kop opstak.”

Vandamme: “Dat moet je zien vanuit Europese bril. Het landbouwbeleid is altijd vanuit Europa aangestuurd en sinds de jaren ’90 is men gestart met directe inkomenssteun. Het gevolg was dat de boeren nog afhankelijker werden van beleidskeuzes. Met de keuze voor rechtstreekse steun aan de boer vielen alle mechanismen voor marktondersteuning weg, zoals interventiesteun of exportondersteuning. Dat heeft ervoor gezorgd dat boeren op een andere manier moesten gaan werken. Men is afgestapt van gereguleerde markten en wat was het gevolg? Schaalvergroting. Men heeft de mensen “hun kop zot gemaakt” en in een bepaalde richting gestuurd. Maar je moet je producten nog altijd kwijt geraken. En dat is de val waar men is in gelopen.”

“Men heeft ons altijd voorgehouden dat we zouden produceren voor de wereld en er wordt ook veel geproduceerd en geëxporteerd vanuit Europa. Maar tegen welke prijs? Nu blijkt de prijs op omgevingsvlak door te wegen. De EU wil met de Green Deal de klok voor een stuk terugdraaien en ervoor zorgen dat er op een andere manier geproduceerd wordt. Maar het moet wel nog steeds uit de markt komen. Dat voedt die onzekerheid extra. Er moeten en worden bijkomende stappen gezet in het kader van omgevingsbescherming en verbetering van het milieu en de natuur. Daarnaast zwaaien de retailers en afnemers van onze producten met duurzaamheidslastenboeken. Ook daar hangt een prijskaartje aan vast. En dan moeten wij in het winkelschap nog gaan concurreren met wereldspelers uit China, Brazilië en de VS.”

Ook vanuit het GLB worden veel groene eisen opgelegd.

Vandamme: “Klopt, in het huidige GLB zit een serieuze groene doorslag ten opzichte van de vorige edities. Een heel groot stuk van de inkomenssteun is afhankelijk van de inspanningen die landbouwers leveren op vlak van vergroening, denk aan de ecoregelingen zoals het behoud van meerjarig grasland en teeltrotatie. Daarnaast is er een aantal niet-productieve investeringen in de tweede pijler, zoals de aanplant van bomen, hagen, heggen, een poel… Er zijn dus een aantal elementen in het GLB die zonder de natuurherstelwet toegepast worden in het landbouwbeleid. Daar moet een correcte vergoeding tegenover staan. Want een landbouwer wil dat ieder perceel in gebruik is en een economische return is broodnodig, hij haalt er tenslotte zijn inkomen uit.”

Schoukens: “Daar ben ik het volledig mee eens. Je kan het een individuele landbouwer niet aanwrijven dat hij meegestapt is in het verhaal van schaalvergroting. Maar het werkt natuurlijk wel in twee richtingen. Het klopt dat er landbouwgrond is verdwenen. En ik kan mij inbeelden dat dat voor individuele landbouwers zeer gevoelig ligt als er landbouwgrond teruggegeven wordt aan natuur. Maar als je kijkt naar de cijfers, is het grootste aantal hectare niet naar natuur gegaan, maar wel naar andere doeleinden. Alleen al in het havengebied in Antwerpen zijn duizenden hectare grond afgegeven, hele dorpen zijn er zelfs gesneuveld. Nu wordt vaak het debat gevoerd rond hier en daar een hectare voor natuur. Maar het grotere plaatje is dat er enorm veel landbouwgrond is verloren gegaan voor andere, harde bestemmingen, waaronder onze lintbebouwing die zich als een olievlek heeft uitgespreid over het hele landschap. We moeten dat maatschappelijke debat op verschillende lagen voeren. Ook over de ruimtelijke ordening want daar hangt veel mee samen. Ik vind dat men op termijn klare wijn moet schenken. Ik geef altijd het voorbeeld van mijn grootouders, die landbouwers waren in de rand rond Brussel. In hun straat waren nog een vijf à zes boerderijtjes, vandaag geen enkel meer. Weet je wat dat nu allemaal zijn?”

Vandamme: “Residentiële villa’s?”

Schoukens: “Inderdaad. En niet door Natuurpunt opgekocht, hé.”

Vandamme: “Dat is één van de moeilijkheden in agrarisch gebied. Men heeft vrij veel toegelaten als zonevreemde activiteiten, denk aan de verpaarding en vertuining. Provincie Antwerpen zit al op 35 procent van het agrarisch gebied dat niet meer in landbouwgebruik is. Als landbouworganisatie zeggen wij stellig dat landbouwgebied moet voorbehouden blijven voor de professionele landbouw. Wat landbouw betreft is de slinger nu helemaal doorgeslagen naar de andere kant en vergunt of adviseert men praktisch niets meer."

hendrikvandamme-1250-quote

De Commissie moet erover waken dat er geen concurrentienadeel ontstaat tussen de verschillende lidstaten door de manier waarop er in de nationale plannen invulling gegeven wordt aan het natuurherstel

Hendrik Vandamme - Voorzitter ABS

Ligt de sleutel daar? In het ruimtelijk beleid?

Schoukens: “Natuurherstel gaat niet enkel over de pure natuur. Het gaat ook over gezond verstand. De maatschappij heeft geen baat bij een akker in een drassig valleigebied. Dat blijft beter grasland. Er is volgens mij veel laaghangend fruit. Denk aan de verpaarding die we zouden moeten kunnen terugdraaien. Maar we durven in Vlaanderen te weinig keuzes maken in het ruimtelijk beleid. In plaats van een rem te zetten op zonevreemde functies, hebben we net het tegenovergestelde gedaan.”

Vandamme: “Maar wanneer nieuwe groene bestemmingen worden aangeduid, bijvoorbeeld met het parkenverhaal, moeten op bepaalde plekken bestemmingswijzigingen gebeuren. Als dat natuurgebied wordt, spelen afstandsregels plots een rol. En dat vertaalt zich dan weer in de vergunningsaanvragen waarbij je altijd zal geconfronteerd worden met de beoordeling dat er een mogelijke impact is op nabijgelegen natuur. Dat zien we met de PAS ook en dat is één van de grootste pijnpunten voor ons.”

Schoukens: “We kunnen van mening verschillen over de PAS. Maar het idee erachter is wel iets wat zowel de landbouw- als natuursector moeten omarmen. De PAS gaat over het loskomen van de gedachte dat elk stukje natuur telt. Er worden reducties en natuurdoelen afgeklopt die, mits ze worden gehaald, tot meer marge zorgen in het vergunningsbeleid. Inzetten op grootschalig natuurherstel creëert op termijn wel meer flexibiliteit want niet elke plukje natuur telt. Het creëert op termijn net meer rechtszekerheid, ook voor landbouwers.”

Als je vandaag de hele stikstofdiscussie volgt, lijkt het wel of het nog nooit zo slecht gesteld was met onze natuur. En dat het allemaal de schuld van de landbouw is...

Schoukens: “Men doet alsof alles om zeep is, terwijl wij als mens al lang aan natuurherstel doen. Dat is niets nieuws. Eigenlijk is de natuurherstelwet een gestructureerde aanzet om na te denken over natuurherstel. We weten dat het zinvol is, maar hoe kunnen we het voorbij het ad hoc-niveau aanpakken. Elke lidstaat moet een plan voorstellen en opmaken.”

Vandamme: “Hoe kijk jij naar een eventuele piste om hetgeen dat landbouwers nu al doen, te gaan scoren en mee te nemen in het verhaal van natuurherstel? Vanuit het GLB doen landbouwers enorm veel inspanningen om landschapselementen aan te leggen, er komt een verstrenging aan op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen langs waterkanten, maar ook op bemesting, er zullen bufferstroken aangelegd worden… Feit is dat er een ongelooflijk stuk areaal uit landbouwproductie zal gehaald worden door die maatregelen. Waarom zouden die arealen niet mee in rekening gebracht kunnen worden in het kader van de natuurherstelwet?”

Schoukens: “Ik zie alleszins geen reden om dat niet te doen.”

Vandamme: “Wel met de garantie dat de bestemming op planologisch vlak niet wijzigt. Dat moet er voor mij zwart op wit instaan.”

“Ook belangrijk om mee te nemen in de discussie is de manier waarop je sommige zaken wil realiseren. Het is aan de Commissie om erover te waken dat er geen concurrentienadeel ontstaat tussen de verschillende lidstaten door de manier waarop er in de nationale plannen invulling gegeven wordt aan het natuurherstel. We zitten nog steeds in een eengemaakte markt. Maar de standaarden die in ons land gehanteerd worden, zijn bij de hoogste ter wereld. In Oost-Europa wordt geproduceerd voor dezelfde eengemaakte markt, maar wel volgens heel andere standaarden en waarden. Eigenlijk moet je zelfs zo ver niet gaan, ook in midden-Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië en Griekenland zijn de verschillen overduidelijk. Er wordt vaak met twee maten en twee gewichten gewerkt.”

Dat is een vaak gehoorde klacht vanuit de landbouwsector als het over Europa gaat.

Schoukens: “Dat is het ruimere duurzaamheidsverhaal en het klopt dat er een level playing field moet zijn. Die gedachte zou achter elke Europese wet moeten schuilen. Je wil niet dat één lidstaat een concurrentieel voordeel krijgt op de economische markt door zijn milieustandaarden zodanig naar de bodem bij te stellen, waardoor ze veel winst genereert op de kap van andere lidstaten.”

“Maar tegelijk kan je stellen dat de natuurherstelwet een enorme winst is. De Commissie zal de nationale plannen evalueren en de optelsom maken, waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke omstandigheden van de lidstaten. En die hebben elk hun eigen prioriteiten. Wat is onze unieke natuur? De boshyacinten en beukenbossen, de Westerschelde, onze schrale heide… De Commissie zal er voor het eerst zicht op krijgen en kunnen verhinderen dat de ene lidstaat de kantjes ervan af loopt, terwijl de kraan in de andere lidstaat volledig wordt dichtgedraaid.”

Vandamme: “Toch vind ik dat er specifiek naar onze Vlaamse context moet gekeken worden. We zitten hier in een delta met zeer vruchtbare grond. Daardoor zijn hier veel mensen komen wonen en die verdichting is enkel maar groter geworden. Ik wil nog wel eens zien of we hier aan die 20 procent natuur geraken. Het is toch aan Europa om te zeggen of het al dan niet haalbaar is voor bepaalde regio’s? En kunnen ze dan niet eerder op Europees niveau kijken naar mogelijkheden om grote, robuuste natuurgebieden te creëren, in stand te houden of te verbeteren?”

Schoukens: “In Vlaanderen hebben we vaak het gevoel dat we ‘malchance’ hebben. Maar ga eens naar Zweden of Finland, daar heerst hetzelfde sentiment. Iedere lidstaat heeft zo zijn eigen uitdagingen. In Spanje is het rond de wetlands in Andalusië die aan het opdrogen zijn.”  

“Je zal mij niet horen zeggen dat er geen harde knopen moeten doorgehakt worden rond natuurherstel. Het is onzinnig om dat te ontkennen. Maar die maatschappelijke kosten-batenanalyse vind ik een belangrijk punt. We moeten ons de vraag stellen wat het oplevert en wat het kost. Uiteraard moet je daar een systeem voor vinden, niemand zegt dat de landbouw in Vlaanderen en masse moet verdwijnen. Ook bij grootschalig natuurherstel speelt de landbouw nog steeds een sturende rol in ons landschap. Maar die discussie moeten we op een bepaald moment wel voeren. We moeten rekening houden met een klimaat dat gewijzigd is. De rivieren in Vlaanderen moeten we bijvoorbeeld meer ruimte durven geven. Dat zal deels ingrijpen op de landbouwgronden, dat is waar. Maar ik zie ook niet hoe je het kan oplossen. Het alternatief is dat je de ogen sluit en denkt dat het wel zal meevallen. En wie weet valt het wel mee over tien jaar. Maar statistisch gezien is de kans reëel dat we scenario’s, zoals in Wallonië twee jaar geleden, of langdurige hitteperiodes vaker zullen meemaken. Willen we dat risico nemen, met een uitgedroogd landschap, zonder moeras, plas en dras als handige buffer?”

Vandamme: “We hebben al het Sigmaplan aan de Schelde en de zijstromen. Dat is een proces dat al lang aan de gang is en is de laatste 10, 15 jaar volop in uitrol. Dat heeft heel veel tandengeknars veroorzaakt bij de landbouwers in die regio. Hier en daar kunnen ze nog grasland gebruiken, maar als er extreem veel water is, lopen die percelen vol. In de winter levert dat weinig problemen op. Maar in de zomer is dat een ander verhaal.”

“De overheid moet daar haar verantwoordelijkheid nemen en de rol opnemen als facilitator voor die werken, maar ook voor de landbouwer die daar zit. Ze moet mee helpen zoeken naar een alternatief voor landbouwers die willen verder gaan, zodat die ruilgronden kunnen krijgen of dat die een optie kunnen krijgen op gronden van landbouwers die geen opvolger hebben.”

hendrikschoukens-1250-quote

Statistisch gezien is de kans reëel dat we scenario’s, zoals in Wallonië twee jaar geleden, vaker zullen meemaken. Willen we dat risico nemen, met een uitgedroogd landschap, zonder moeras, plas en dras als handige buffer?

Hendrik Schoukens - Jurist - politicus Groen

Om nog even terug te keren naar de natuurherstelwet. Is dat nu nog een laagje bovenop? Of is het net een bundeling van alles wat nu bestaat?

Schoukens: “Op korte termijn is het zeker een bundeling. Denk aan de engagementen die de Vlaamse regering in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit 1997 inzake bijkomende natuur is aangegaan, maar niet volledig heeft gerealiseerd. Er is nog een openstaand saldo, waar in eerste instantie kan op gefocust worden.”

“Maar op langere termijn zal er wel een laagje bijkomen. Vlaanderen zal zijn eigen plan hebben, maar dat kan ook bevrijdend werken. Trek dat door naar stikstof: in de regio’s waar PAS niet komt, zullen dezelfde discussies opduiken en zullen rechters zich opnieuw moeten uitspreken. We moeten echt durven keuzes maken om op termijn meer ademruimte voor ondernemers te geven. Zo niet, blijven we in een conflictscenario hangen en blijft iedereen in een vicieuze cirkel zitten.”

Vandamme: “Ik blijf het als een bijkomende laag zien. Land- en tuinbouwers zitten in de situatie waarbij er telkens nieuwe lagen op elkaar gelegd worden, waaraan bijkomende inspanningen gekoppeld zijn. Dat zal hoe dan ook een impact hebben op de bedrijfsvoering en de beschikbare landbouwoppervlakte.”

Schoukens: “Maar het landbouwgebied op zich heeft heel veel potentie. En hier gaat het totaal niet over een herbestemming, wel over de verscheidenheid. Dat is de uitdaging om dat economisch rendabel te maken. Als we dat willen als maatschappij, dan moeten we daar ook voor betalen: dat de landbouwer ook voor een stuk natuurbeheerder moet worden, voor alle duidelijkheid: akkernatuur, ze moeten geen bossen beginnen planten, maar het streven naar die variëteit in een landschap, die er vroeger ook was.”

“Daarnaast moeten we ook die kloof tussen stad en platteland verkleinen. Mensen moeten beseffen waar hun voedsel vandaan komt. Dat gebeurt nu wat via korte keten en plukboerderijen, maar die trekken enkel de reeds overtuigden aan. Als we willen dat ons voedsel op een andere manier geproduceerd wordt, moeten we ook daar financiële vergoedingen tegenover stellen.”

Dat klinkt heel mooi in de theorie, maar in de praktijk is dat vaak anders. Kijk naar het bioverhaal, sinds de inflatie zie je de bioconsumptie dalen.

Schoukens: “Uiteraard is dat een moeilijk verhaal omdat de economische context nog steeds schaalvergroting aanmoedigt. Net zoals natuurherstel een moeilijk verhaal kan zijn. Want uiteindelijk proberen we een tanker te keren en dat lukt niet op 1, 2, 3. Mensen zijn vervreemd geraakt van hun voedsel, waarom? Het is hier al verteld: de historiek van de landbouw. Van hoeveel mensen waren grootouders boeren? Dat is nu niet meer, met vervreemding als gevolg. En we zien een shift naar duurzamer eten, maar dat is vaak weinig consequent. Als maatschappij moet je daar durven keuzes in maken.”

Eén van de grootste kritieken is dat er geen afdoende socio-economische impactanalyse is geweest, waarbij bijvoorbeeld de gevolgen voor de voedselprijzen in kaart worden gebracht.

Vandamme: “Die analyse is bij mijn weten niet grondig gebeurd. De Commissie heeft haar eigen studiedienst, het Joint Research Centre. Maar die adviezen zijn niet bindend. Zo heeft men drie, vier keer een analyse gemaakt van Mercosur. De conclusie was telkens heel duidelijk dat de impact voor bepaalde sectoren niet min zal zijn. Maar de Commissie legt dat gewoon naast zich neer.”

Schoukens: “Volgens mij liggen die wel voor, dat is zo voor elke verordening. Maar we hebben het te vaak over de “plukjes” natuur, terwijl we moeten focussen op het grotere, verbindende verhaal. En vergis u niet, er wordt vandaag een politiek schimmenspel gespeeld over de natuurherstelwet. En je kan het framen zoals je wil: een groene revolutie of een staatsgreep. Het lijkt me vooral een nuttige evolutie voor wat meer natuur rondom ons. We zullen zien waar het landt. Het zal sowieso aan de volgende legislatuur zijn om het uit te voeren.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek