Tussen belofte en botsing: Drie juristen over de natuurherstelwet
AnalyseDe natuurherstelwet belooft het meest ambitieuze, geïntegreerde hersteloffensief voor ecosystemen in Europa tot nu toe. Tegelijk roept de wet fundamentele vragen op over de impact op lidstaten en hun beleidsruimte. In de commissie Omgeving van het Vlaams parlement gaven drie juristen hun kijk op de juridische sterktes en zwaktes van deze Europese verordening.
Vlaamse impact
“De natuurherstelwet creëert een nieuwe context voor een maatschappelijk gevoelig maar relevant thema”, lichtte Goedele Van der Spiegel, administrateur-generaal van het Agentschap Natuur en Bos toe in de commissie. Maar hoe groot is de impact van die nieuwe context?

Volgens milieujurist Jan Bouckaert moet Vlaanderen één van de zwaarste inspanningen leveren om te voldoen aan de Europese wet: "We behoren tot de dichtstbevolkte regio’s van de EU, met een hopeloos versnipperd ruimtegebruik. De doelstellingen houden geen rekening met die ruimtedruk, waardoor onze opgave zwaarder is dan die van landen als Frankrijk of Finland.”
Bouckaert wijst erop dat de herstelverplichtingen en het verslechteringsverbod onvermijdelijk gevolgen zullen hebben voor de vergunningsverlening. “De Raad voor Vergunningsbetwistingen zal het druk krijgen. De wet reikt op sommige vlakken erg ver. Het huidige natuurbeleid simpelweg voortzetten, zal niet volstaan.”
De natuurherstelwet gaat in sommige doelstellingen erg ver. Het zal niet volstaan om ons huidig natuurbeleid gewoon verder te zetten
Democratie buitenspel
Volgens advocaat Lucas Bergkamp, gespecialiseerd in Europees en milieurecht, vormt de wet ook een bedreiging voor de democratie. Hij stelt dat toekomstige maatschappelijke noden, zoals bevolkingsgroei of voedselzekerheid, moeilijk voorspelbaar zijn. “Toch blijven de langetermijndoelen van de wet onwrikbaar. Als kiezers later een andere koers willen, blijft de politiek verplicht het oude spoor te volgen.”
Bergkamp waarschuwt bovendien dat elke burger naar de rechter kan stappen om naleving af te dwingen als overheden andere prioriteiten leggen. Op die manier dreigt de democratie haar corrigerende vermogen te verliezen.
Als kiezers later een andere koers willen, blijft de politiek verplicht het oude spoor te volgen
Hendrik Schoukens, Groen-politicus en advocaat gespecialiseerd in milieurecht, is het daar niet mee eens. Volgens hem zet de natuurherstelwet de democratie niet buitenspel, omdat veel verplichtingen en instrumenten al decennialang geleden werden goedgekeurd. "De wet bouwt voort op de Habitat- en Vogelrichtlijnen, die sinds de jaren ‘90 in Vlaanderen zijn vertaald in het Natuurdecreet. De principes van natuurbehoud en -bescherming, zowel binnen áls buiten beschermde gebieden, zijn allerminst nieuw", benadrukt Schoukens. "Alleen waren de doelstellingen toen onvoldoende afdwingbaar."
Conflicterende doelstellingen
Bergkamp vraagt zich af of alle doelen wel tegelijkertijd te verwezenlijken zijn en of er geen prioriteiten gesteld moeten worden. “De wet maakt geen afweging tussen verschillende andere beleidsdoelen, noch tussen enkele eigen doelstellingen", aldus Bergkamp.
Hij wijst op de spanningen tussen natuurherstel en voedselzekerheid in de wet. "Sommige herstelmaatregelen verminderen de landbouwproductiviteit. Wie echter voedselzekerheid wil behouden, heeft meer grond nodig – maar die extra ruimte is net schaars door de herstelverplichtingen.”
De EU schuift ook doelstellingen naar voren omtrent industrie, de groeiende nood aan huisvesting en transportinfrastructuur. Die zijn echter veel minder kwantitatief uitgewerkt dan de doelen in de natuurherstelwet, wat een afweging bemoeilijkt. Bergkamp pleit daarom voor meer concrete, meetbare doelstellingen in die andere domeinen. “Dat biedt de politiek en juristen meer houvast.”
Groot bureaucratisch framework
Volgens Bergkamp schuilt er ook een knelpunt in de gedetailleerde eisen rond de nationale herstelplannen, monitoring en rapportage. De eisen laten de lidstaten weinig speelruimte. Bovendien bevat de natuurherstelwet ook nog enkele vage interpretaties, en mag de Europese Commissie bijkomende regels opleggen wanneer een herstelplan niet volstaat. “Dit kan problematisch worden”, waarschuwt Bergkamp. “Het is uitkijken hoe de Commissie hiermee zal omgaan." Hij herhaalt ook wat Schoukens en Bouckaert stellen: “Iedere lidstaat is gebonden aan de natuurherstelverordening, men zal er niet aan ontkomen.”
Toch erkennen zowel Bouckaert als Bergkamp dat lidstaten enige ruimte kunnen behouden, mits ze vooraf actief sturen op het behoud van beleidsvrijheid.
Tips van de juristen
Bouckaert roept de Vlaamse parlementsleden op om realistisch te blijven: “Hou rekening met de ruimtelijke en ecologische realiteit. Fixeer niet cijfermatig op habitats en soorten, maar focus op breed ecosysteemherstel. En voorkom verdere ruimteversnippering.”
We beschikken al dertig jaar over de nodige instrumenten. De natuurherstelwet biedt ons nogmaals de kans om die effectief in te zetten
Bergkamp pleit ervoor om zeker niet aan goldplaiting te doen. Tegen 2030 moeten herstelmaatregelen genomen zijn, ecosystemen hoeven dan nog niet in goede staat te zijn. "En herinner de EU aan haar eigen plicht tot respect voor democratische besluitvorming en subsidiariteit", benadrukt hij. Tot slot laat de jurist ook nog een ballonnetje op om bevoegdheden in te perken van organisaties die in naam van het algemeen belang rechtszaken aanspannen.
Schoukens sluit af met een oproep tot politieke moed: “We voeren dit debat al sinds de jaren ‘90, maar zijn er nooit in geslaagd een helder en planmatig natuurverhaal te tekenen. We beschikken nochtans al dertig jaar over de nodige instrumenten. De natuurherstelwet biedt een nieuwe kans om eindelijk te doen wat al decennia wordt beloofd.”
