Dubbel feest na meer dan tien jaar varkens- en melkveeonderzoek van ILVO en HOGent
ReportageMeer dan 170 wetenschappelijke proeven zijn er uitgevoerd binnen de melkvee-onderzoeksstal en de varkenscampus van ILVO. Op de dag van het tienjarig jubileum zijn er bij de varkenscampus 70 wetenschappelijke experimenten uitgevoerd naar diergezondheid, precisievoeder, dierenwelzijn en ammoniakemissies, goed voor 6.000 stages, practica en workshops. Meer dan 100 proeven zijn uitgevoerd in de melkvee-onderzoeksstal, die deze week 11 kaarsjes uitblaast. Hier ligt er een duidelijke focus op voeder- en emissieonderzoek.
Naar aanleiding van het dubbel jubileum gaf ILVO op een persconferentie een overzicht van het voorbije decennium aan wetenschappelijk onderzoek.
Meten is weten in de Varkenscampus
De Varkenscampus op de site van ILVO-Dier in Merelbeke-Melle is uniek in zijn soort. De hele stal en het management zijn gericht op data-onderzoek, gaande van individuele dierregistratie, individuele en groepsgewichten, voederverbruik, opvolgen van reproductieparameters, opvolgen van diergedrag en gezondheid (vb. mestscores, huidletsels en manken), karkasgegevens, vleeskwaliteit en klimaatparameters.
Om dit nauwkeurig, objectief, uniform en snel te kunnen doen, werd de afgelopen jaren geïnvesteerd in sensoren, camera’s, dataregistratie via tablets en digitalisering via een eigen ontwikkelde applicatie (SmartFarm). Ook het gedrag van zeugen en biggen in de kraamstal wordt met nieuwe camera’s en artificiële intelligentie geanalyseerd.
“De Varkenscampus is een ongeëvenaarde bron aan data over en voor de varkenshouderij”, zegt Sarah De Smet, coördinator van de Varkenscampus (ILVO). “Het onderzoek gebeurt ook altijd vraaggedreven en in praktijkrelevante omstandigheden, waardoor het snel vertaald kan worden naar toepasbare praktijken.”
Welzijn, hittestress en voeder
Waar de focus van de proeven enkele jaren geleden nog lag op het zoeken van alternatieven voor onverdoofde castratie van mannelijke biggen, vleeskwaliteit en hittestress, ligt deze vandaag op het verlagen van de ammoniakemissies en precisievoedering. Varkensbedrijven moeten namelijk 60 procent ammoniakreductie realiseren op de emissies van niet-ammoniakemissiearme stallen op het bedrijf ten opzichte van de gemiddelde veebezetting in 2021.
Efficiënt voederen betekent niet alleen een lagere kostprijs voor de boer, maar ook minder uitstoot. Ook nieuwe diervoedergrondstoffen krijgen aandacht. In het project “Future Flemish Pig” werd aangetoond dat voeders zonder soja of granen kunnen functioneren, mits de alternatieve grondstoffen goed gekarakteriseerd zijn. Momenteel trekt ILVO op de site naast de Varkenscampus nog een nieuwe pilootfaciliteit op, de Feed Pilot, die zich richt op de productie van precisievoeders.
Biggensterfte beter monitoren
De onderzoekers werken ook aan hogere bigoverleving in kraam- en biggenstal. Biggensterfte is helaas niet zeldzaam, en omdat varkenshouders niet 24/7 in de stallen aanwezig zijn, blijft de oorzaak vaak onduidelijk. Hier spelen dus de monitoringssystemen van de varkenscampus een belangrijke rol. De onderzoekers ontwikkelden een AI-systeem dat automatisch het werp-, zoog-, eet- en liggedrag van de zeug en haar biggen via camerabeelden identificeert. Een RFID-systeem (radiofrequentie-identificatie) brengt het eetgedrag van de biggen in kaart via elektronische oormerken en een antenne en geeft daarmee ook een indicatie van hun gezondheid.
De data leverden al enkele bevindingen op: biestopname is cruciaal voor de overleving van jonge biggen, terwijl na spenen een snelle voederopname belangrijk is. Maatregelen zoals split suckling (alternerend zogen) en multisuckling (bij twee zeugen zogen) zouden dit kunnen bevorderen, al zijn er nog veel onduidelijkheden rond de best practices hiervan. Dit wordt de komende jaren verder onderzocht.
ILVO wijst ook op de lange staarten van de campusvarkens. Net als in vele EU-landen worden in Vlaanderen nog praktisch alle staarten van pasgeboren biggen gecoupeerd om te vermijden dat de dieren overgaan tot staartbijten. ILVO onderzoekt minder invasieve manieren om zulke gedragsstoornissen te voorkomen.
Niet enkel mooi in theorie
Een belangrijk aandachtspunt bij alle onderzoek, is dat de voorgestelde maatregelen haalbaar zijn in de praktijk. “Het onderzoek in de Varkenscampus is er altijd op gericht de varkenshouderij te ondersteunen in economisch haalbare, maatschappelijk gewenste transities”, zegt onderzoeker Bart Sonck. “Dat inspelen op actuele noden vergt ook blijvende investeringen in de infrastructuur en uitrusting.”
Ook het energievraagstuk is niet te onderschatten. Vandaag is de veehouderij wereldwijd nog sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Slechts vier procent van de gebruikte energie komt uit hernieuwbare bronnen. Ter vergelijking: het wereldwijde gemiddelde ligt rond de 30 procent, en de EU mikt op 45 procent tegen 2030.
De Varkenscampus heeft ook een belangrijke rol als onderwijsfaciliteit. Sinds de opening ontving de Varkenscampus in totaal bijna 6.000 studenten, adviseurs, veehouders en dierenartsen.
Melkveeonderzoek met 140 melkkoeien
Over naar de melkkoeien, want naast de tiende verjaardag van de Varkenscampus blaast ook de melkveestal 11 kaarsjes uit. De ILVO-kudde bestaat uit 140 melkkoeien met bijbehorend jongvee (vervangingspercentage van ongeveer 30%) en elke koe produceert jaarlijks gemiddeld 11.093 liter melk. Recent werd nog een bijzondere koe in de bloemetjes gezet, zij is tien jaar oud en leverde al meer dan 100.000 kg melk.
De unieke melkveestal is in twee grote onderzoekszones verdeeld, één voor voederonderzoek en één voor gedrags- of omgevingsonderzoek. In de stal werden de afgelopen 11 jaar meer dan 100 experimenten uitgevoerd. Het hoeft niet te verbazen dat de focus hier naast voeder op emissie ligt. Ongeveer een kwart van de experimenten werd op vraag van bedrijven uitgevoerd.
Emissies helder in kaart brengen
Belangrijk en uniek in Vlaanderen is dat de wateropname in groep en de ruwvoederopname individueel per koe opgevolgd wordt met “roughage intake control” of RIC-bakken. De installatie laat toe om koeien in dezelfde fysieke ruimte te huisvesten, maar wel ander ruwvoeder te verstrekken. Krachtvoerautomaten en twee Greenfeed-installaties, met daarbovenop mobiele Greenfeeds bij beweiding, registreren elke individuele krachtvoeropname en methaanemissies. Na elke melkbeurt worden de koeien gewogen en krijgen ze een body conditiescore.
Gras, maïs of alternatieve gewassen telen, doet ILVO zelf en de voederwaarde en -kwaliteit van de kracht- en ruwvoeders wordt nauw opgevolgd. Deze gedetailleerde informatie wordt samengebracht in een zelf ontwikkelde database waardoor onderzoekers precies weten hoeveel nutriënten de koeien hebben opgenomen.
Belangrijk voor het emissie-onderzoek in de melkveehouderij zijn de zes hoogtechnologische Gas-Uitwisselings-Kamers (GUK’s) voor het meten van individuele emissies (broeikasgassen methaan, CO2 en lachgas en ook ammoniak), mest en urine. Dieren blijven maximaal enkele dagen in deze kamers en enkel na goedkeuring door de Ethische Commissie Dierproeven. Daarnaast heeft ILVO vier PAS-stallen om ook bij jongvee ammoniakemissies te meten en potentiële reductiemaatregelen te onderzoeken.
“Dankzij onze gespecialiseerde infrastructuur en onze voederexpertise weten we intussen dat bepaalde additieven en rantsoenen de uitstoot van methaan effectief kunnen verlagen”, zegt Leen Vandaele, wetenschappelijk directeur ILVO Veehouderij en voormalig coördinator van het rundveeonderzoek.

Huisvesting en kalverplein
De zone voor gedragsonderzoek in de stal telt 64 ligboxen (diepstrooiselboxen) met twee melkrobots. Hier verblijven de koeien die niet in een voederproef zitten. Ook hier onderzoeken camera’s de impact van aanpassingen in de huisvesting zoals beddingmateriaal en bezettingsdichtheid op diergedrag, welzijn, diergezondheid en melkproductie.
Sinds de opening van de melkveestal in 2014 investeerde ILVO in de aanleg van een nieuw en overdekt kalverplein voor onderzoek naar jongvee-opfok en biestmanagement (2021). Ook de jongvee-infrastructuur werd doorheen de jaren heringericht en vernieuwd. Hier gebeurt bijvoorbeeld onderzoek naar spenen en het effect op groei, maar ook waterverbruik. Kalveren blijken bijvoorbeeld meer te drinken als het water warm is, al heeft dit verder geen effect op de voederopname of groei.
Rechtstreekse toegang tot pens en herkauwsensoren
ILVO heeft als één van de weinige onderzoekscentra in Europa ook een klein aantal gefistuleerde koeien. Deze koeien hebben een heelkundig aangebrachte, rechtstreekse (maar afsluitbare) toegang tot de pens of darm, waardoor de onderzoekers stalen van de pens- of darminhoud kunnen nemen en zo de vertering van het voeder in de darm nauwgezet kunnen opvolgen. Het onderzoek hier spitst zich vooral toe op de waarde van nieuwe voederstromen voor rundvee, denk maar aan reststromen uit de voedingsindustrie (bierdraf, koekjesmix, algenproducten,…).
ILVO investeerde tot slot in herkauwsensoren voor een groot deel van de koeien. Daarmee kan niet alleen de herkauwfrequentie, maar ook de temperatuur, de activiteit en gezondheid van de dieren opgevolgd worden. Deze sensoren worden ingezet in het voederonderzoek, maar zullen ook gebruikt worden om de impact van hittestress op de dieren in kaart te brengen.

Hoe aardappeloverschotten duurzaam inzetten in het rundveerantsoen?
1 september 2025Urgentie van ammoniakonderzoek
Het stikstofdecreet dat sinds februari 2024 van kracht is, zorgt voor een grote urgentie van ammoniakonderzoek. Het decreet bepaalt dat elke melkveehouder tegen eind 2025 verplicht is om de stikstofemissie met vijf procent te reduceren en tegen eind 2030 zelfs met 25 procent ten opzichte van het referentiejaar 2021. ILVO ziet hier een belangrijke uitdaging. Sommige maatregelen kunnen immers ongewenste neveneffecten hebben op het vlak van dierenwelzijn of andere duurzaamheidsaspecten zoals water- of energieverbruik. Sommige maatregelen zijn bovendien niet toepasbaar bij elke productiemethode, zoals bio.
Het verminderen van de stikstofinput via het voeder en het verhogen van de stikstofefficiëntie van het dier, zijn volgens ILVO beloftevolle strategieën om zowel de stikstofexcretie als de ammoniakemissie aan te pakken. Deze strategieën bieden bovendien een economisch voordeel voor de veehouder, aangezien voedereiwit duur is. Het VLAIO-project Ekopti (2019–2023) bood veehouders concrete handvatten om via voeding de stikstofefficiëntie van hun koeien te verbeteren. Dit project wordt momenteel voortgezet onder de naam KringLoopKoe (2024-2028), waarbij bovendien ook gekeken wordt naar circulaire voedermiddelen.
Hoopvol onderzoek voor de toekomst
Hoewel ILVO al veel resultaten heeft geboekt na dit jarenlange onderzoek, zullen de wetenschappers zich niet snel vervelen. De uitdagingen blijven groot, maar toch heeft het centrum al vele concrete bevindingen kunnen voorleggen. Wie een volledig overzicht wil van al wat deze campussen in huis hebben, kan online een virtueel bezoek brengen aan beide campussen, zowel de Varkenscampus als de melkveestal.

Bron: Eigen berichtgeving