nieuws

Hoe aardappeloverschotten duurzaam inzetten in het rundveerantsoen?

nieuws

Nu de aardappelprijs op de vrije markt gekelderd is en er door de industrie geen vraag is naar niet-gecontracteerde aardappelen, vragen veel landbouwers zich af waar ze met hun overtollige aardappelen terecht kunnen. “In tijden van overschot kunnen aardappelen worden ingezet in het rundveerantsoen”, klinkt het bij ILVO, Inagro en Boerenbond. “Het kan zelfs een interessante én duurzame optie zijn.”

Vandaag

Voederwaardeprijs als graadmeter

Door hun hoge zetmeelgehalte hebben verse aardappelen een interessante voederwaardeprijs. Dit is een economische waarde die toegekend wordt aan veevoeder, gebaseerd op basis van de voedingsstoffen die het bevat. Voor aardappelen schommelt die tussen 37 en 75 procent, afhankelijk van de prijs die betaald wordt. Als het om 20 euro per ton gaat is die 37 procent, bij 40 euro per ton gaat het om 75 procent. Ter vergelijking: zetmeelrijke maïsproducten zoals maïsmeel, CCM (corn cob mix) en MKS (maïskolvenschroot) zitten tussen de 90 en 120 procent. Eigen kuilmaïs haalt een voederwaardeprijs van 62 procent.

Eerder krachtvoeder dan ruwvoeder

De onderzoekers van ILVO en Inagro waarschuwen er wel voor dat aardappelen, in tegenstelling tot de alternatieven die we net opgesomd hebben, geen ruwvoeder zijn en dus best worden ingezet als krachtvoeder. “Structuurtekort is het grootste risico en dat kan een daling van het melkvetgehalte als gevolg hebben bij melkkoeien”, luidt het. Een rantsoen heeft best een structuurwaarde van 1,1. De structuurwaarde van aardappelen bedraagt ongeveer 0,65 tot 0,75. Die van kuilgras schommelt tussen 2 en 4,1 en van kuilmaïs 1,5 tot 2,4. “Je kan aardappelen enkel gebruiken als vervanging van ruwvoeder als er voldoende gras of ander ruwvoeder beschikbaar is. We raden aan om de inpasbaarheid altijd te bespreken met je voederadviseur.”

Toch raden de onderzoekers aan om aardappelen in de eerste plaats te gebruiken om krachtvoeder deels te vervangen. Vooral rantsoenen met kuilmaïs van vorig jaar komen vaak zetmeel tekort. Het is in die context dat aardappelen een interessante aanvulling zijn, stellen ze. Hun zetmeelaandeel is vergelijkbaar met maïsmeel of CCM. MKS bevat iets minder zetmeel. Bovendien waarschuwen ze ervoor dat het zetmeel in aardappelen bestendiger is waardoor het trager verteert en rustiger is in de pens. Dat is wel gunstig voor de pensgezondheid, maar het betekent ook dat aardappelen iets meer ruwvoeder verdringen.

Opletten voor verstikking en vuile aardappelen

Rundveehouders die aardappelen in het rantsoen willen verwerken, moeten wel opletten voor een aantal zaken. Zo is er kan er verstikkingsgevaar ontstaan. Runderen kunnen gulzig eten waardoor een heel aardappel in de keel kan blijven steken. Snijden in de mengvoederwagen is vaak onvoldoende fijn, maar een voerbak met een bietenmes kan een oplossing bieden. Een ander aandachtspunt is dat de aardappelen voldoende vrij van aarde zijn. Wassen is een optie, maar nadien kunnen ze nog slechts twee weken bewaard blijven. Wat wel kan helpen, is de aardappel droog uitrijden. Dan blijft de aanwezigheid van aarde vaak beperkt.

Aardappelen in de graskuil

Om de bewaring van aardappelen op langere termijn te garanderen, kunnen ze ingekuild worden. Vooral inkuilen met gras is een interessante optie. Het voordeel is ook dat najaarsgras en aardappelen elkaar in evenwicht houden als het gaat om de onbestendig eiwitbalans (OEB), dat zorgt voor meer pensenergie en een betere eiwitbenutting in de pens. “Zeker als je een aardappel-najaarsgraskuil kan combineren met een voorjaarskuil in het winterrantsoen, heb je als melkveehouder de versnellingspook in de hand om het rantsoen bij te sturen volgens de voederwaarde in de maïskuil”, klinkt het.

Inagro, ILVO en Boerenbond raden aan om ongeveer 1.750 kilo aardappelen per hectare gras aan gemiddelde opbrengst in te kuilen. Die aardappelen moeten zo gelijkmatig mogelijk over de kuil verdeeld worden en dat kan wel enig berekeningswerk vragen. Bijkomend voordeel is dat de ingekuilde aardappelen niet moeten gemalen of gesneden worden. Dat blijkt uit onderzoek van ILVO dat in de jaren ’80 gebeurde. Wat wel nodig is, is dat de aardappelen vrij zijn van grond.

Aardappelen in de maïskuil

Worden de aardappelen ingekuild met maïs, dan is de nodige voorzichtigheid aangewezen. Dat is zeker nodig met maïs van dit jaar, die wellicht een gemiddeld betere kwaliteit en een hoger zetmeelgehalte zal hebben den vorig jaar. Gecombineerd met aardappelen wordt dat een zetmeelrijke kuil en die wordt beter gecombineerd met kuilgras. Melkveehouders die een beperkte grasvoorraad hebben, moeten dus opletten dat het rantsoen niet té zetmeelrijk wordt.

Daarom raden de onderzoekers aan om in de praktijk een verhouding van vijf kilo aardappelen per 25 kilo maïs te hanteren. Dat betekent dat je per hectare maïs met een opbrengst van 50 ton per hectare, ongeveer 10 ton aardappelen kan bijmengen. Al moet er ook gekeken worden naar de rijpheid van de maïs: hoe rijper, hoe bestendiger het zetmeel en aardappelen bevatten zelf ook veel bestendig zetmeel.

Ook interessant voor vleesvee

In de afmestfase hebben vleesstieren en zoogkoeien nood aan een energierijk rantsoen, waarbij aardappelen een interessant en goedkoper alternatief voor krachtvoeder kunnen zijn. . ILVO-onderzoek bij Belgisch witblauwe stieren toonde aan dat een rantsoen met 25 procent aan droge stof uit aardappelen, 60 procent aan droge stof uit krachtvoeder en 15 procent aan droge stof uit kuilmaïs leidt tot een iets betere groei en slachtrendement dan een klassiek rantsoen met 75 procent droge stof uit krachtvoeder en 25 procent droge stof uit kuilmaïs. Aardappelen stimuleren de voederopname, wat interessant is bij dikbillen door hun beperkte opnamecapaciteit. Ook bij zoogkoeien bleken aardappelen een interessante vervanger van krachtvoeder: ze drukten de kostprijs zonder negatieve effecten op groei, karkaskwaliteit of vleeskwaliteit.

In de praktijk worden aardappelen best beperkt tot 25 procent van de droge stof, of 2 kilo per 100 kg lichaamsgewicht, met aandacht voor het totale zetmeelaandeel, voldoende structuur en een geleidelijke opbouw. De onderzoekers waarschuwen er wel nog voor dat te veel aardappelen aan het einde van de afmestperiode het risico verhogen op waterachtig vlees.


In het VLAIO-LA traject KringLoopKoe werken ILVO, Inagro en Boerenbond samen aan het optimaliseren van nutriëntenkringlopen via het voeder. Landbouwers die begeleiding op maat willen om met aardappelen of andere circulaire voedermiddelen in het rantsoen aan de slag te gaan, kunnen bij ILVO en Inagro terecht voor begeleiding op maat.

Belpotato roept op tot strikte naleving van aardappelcontracten
Uitgelicht
Aardappeltelers doen er dit jaar goed aan om prioriteit te geven aan de kwaliteit van de productie in plaats van aan rendement. Daarnaast roepen we op om de gemaakte contracta...
26 augustus 2025 Lees meer

Bron: ILVO / Inagro / Boerenbond

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek