Brouns’ beleidsnota’s uitgelicht: duidelijke acties of vage intenties?
duidingEind november stelde Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) zijn twee beleidsnota’s voor. De nota’s geven een inzicht van de drijfveren achter de beleidsbeslissingen en concrete acties die in deze legislatuur zullen volgen. Terwijl coalitiepartij N-VA concrete kapstokken en aanknopingspunten terugvindt, is oppositiepartij Groen van oordeel dat Brouns te vaag blijft in zijn keuzes en doelstellingen. “Intenties volstaan niet meer”, klinkt het.
In de inleiding van zijn beleidsnota Landbouw stelt Brouns dat er voorbije jaren op Europees niveau veel nieuwe ambities vooropgesteld werden. “Maar als we er niet in slagen deze aanpak te combineren met de rentabiliteit, competitiviteit en het psycho-sociale welzijn van de ondernemers, zullen het loze beloftes blijken.” Om deze uitdagingen aan te gaan vertrekt Brouns in zijn beleidsnota vanuit vijf doelstellingen: een leefbare en bloeiende landbouwsector als essentiële schakel binnen een sterk agrovoedingscomplex, de landbouwer als leverancier van publieke goederen en diensten, de landbouw draagt bij aan de sociale stabiliteit van de maatschappij, duurzame voedselconsumptie als gangmaker van voedselproductie en de producten van onze landbouwers: een lekkere en gezonde reflex voor Vlaanderen en Europa. De inspiratie voor zijn beleid wil hij de komende jaren voornamelijk zoeken bij goede landbouwpraktijken. “Gras groeit niet door eraan te trekken maar door de wortels te voeden”, luidt Brouns ‘Bond zonder Naam’-gewijs zijn beleidsnota in.
Geen spreuken in de inleiding van de beleidsnota Omgeving te bespeuren, wel verbindende woorden. “Alle actoren in de open ruimte moeten met empathie en een open geest voor elkaars bekommernissen aan tafel komen. Alleen zo kunnen we tot een beleid komen dat breed wordt gedragen en bestand is tegen de uitdagingen van onze tijd”, klinkt het. Dat beleid moet volgens Brouns het behoud van de open ruimte, herstel van de natuur en biodiversiteit en een gezonde leefomgeving verzoenen met de vele andere uitdagingen, zonder dat de economische aders dichtslibben. “Een verduurzaming zonder dat onze strategische autonomie in het gedrang wordt gebracht”, leest zijn aanpak.

Flexi-EU – GLB
In zijn beleidsnota Landbouw definieert Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns de Europese Unie als eerste en belangrijkste hefboom van het Vlaamse beleid voor de landbouwsector. Daarbij zijn het Meerjarig Financieel Kader, de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), en de ‘Visie op Landbouw en Voedsel’ de belangrijkste strategische kaders. De kern ligt in een balans tussen kansen voor landbouw en verduurzaming, met respect voor ecologische grenzen en Vlaamse ruimtelijke behoeften.
Brouns belooft om de Vlaamse stem proactief te laten klinken in Europa, met de nadruk op de flexibele inzet van GLB-budgetten. Dit wordt ook herhaald in de beleidsnota Omgeving. Daarbij wil Brouns samen met zijn collega-ministers telkens een zo sterk mogelijk Belgisch standpunt formuleren, rekening houdend met de Vlaamse belangen en eigenheid. en subsidiariteitsprincipe (regel in taakverdeling tussen verschillende beleidsniveaus, waarbij beslissingen zoveel mogelijk op het laagste, meest nabije niveau worden genomen, tenzij een hogere instantie effectiever kan optreden, red.). Ook kijkt hij naar allianties met andere lidstaten om de Vlaamse standpunten kracht bij te zetten. In de parlementaire commissie Landbouw liet Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) weten dat Brouns vooral op deze tweede aanpak zal moeten inzetten aangezien Vlaanderen “op het internationale toneel, niets te zeggen heeft”. Wel is de partij blij dat Brouns niet blind is voor de typische eigenheid van Vlaanderen. "We moedigen de minister zeker aan om bij Europa op de tafel te kloppen om de typiciteit van Vlaanderen voorop te plaatsen", aldus Vlaams parlementslid Dries Devillé (Vlaams Belang) tijdens de commissie Omgeving.
Er wordt veel geanalyseerd en geëvalueerd, maar er is actie nodig. Ik mis ook focus op de essentie, namelijk de steeds complexere regelgeving
Level playing field
Het bewaken van eerlijke concurrentie (level playing field) op zowel Europese schaal, als intern tussen de verschillende Vlaamse sectoren, lijkt voor Brouns zeer belangrijk. Ook in de omgevingsnota wordt het principe aangehaald. “We waken erover dat engagementen inzake het internationaal en Europees biodiversiteitsbeleid getoetst worden aan de specifieke maatschappelijke en socio-economische situatie van Vlaanderen.” In deze context vonden Groen en het Vlaams Belang het een gemis dat het Mercosur-akkoord niet werd opgenomen in de beleidsnota. “Ik mis nog wat scherpte in de nota hoe de minister het gelijk speelveld zal herstellen en verder uitvoeren op vlak van eerlijke, duurzame handel. Wat zal dit concreet betekenen voor vrijhandelsakkoorden zoals Mercosur”, aldus Groen.
Administratieve vereenvoudiging
Ook zoals afgesproken tijdens het regeerakkoord: de regeldrift en overbodige administratieve lasten. Concreet zal Brouns tijdens het eerste jaar van de regeerperiode zijn actieplan hieromtrent aan de regering voorleggen. Ook zal er “initiatief tot voorbereiding” worden genomen om een loket op te starten, gebaseerd op het ‘only once’-principe. “Overmatige regels en bijhorende lasten ontstaan sneller door het cumulatieve samenspel van diverse regelgevingen, uitgevaardigd door meerdere hogere/lagere overheden”, duidt Brouns. “Ten opzichte van andere economische sectoren speelt daarbij de regeldruk in de primaire sector sterker, omdat het inherent is aan het beroep om met diverse en talrijke domeinen tegelijk in aanraking te komen. Daarom zullen we bij iedere beleidsmaatregel inzetten op het vermijden van overbodige administratieve lasten.” Daarbij benadrukt Brouns dat het beperken van de regeldruk en de administratieve vereenvoudiging niet mogen leiden tot een afzwakking van het milieubeschermingsniveau.
Vlaams parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) meldde in de commissie Landbouw een déjà vu te hebben hieromtrent. Zo laat ze weten dat actieplannen rond administratieve vereenvoudiging al eerder dan vandaag op de planning staan in het Vlaams parlement. "Zowel in 2009 en 2014 werden hierrond actieplannen uitgewerkt. Toen is men erin geslaagd om de regeldruk met 20 procent te verminderen", aldus Peeteres. "Ik kijk uit naar uw concreet plan."
Duurzaamheid, klimaat en biodiversiteit
De klimaatuitdaging is voor de Vlaamse landbouw volgens minister Brouns “een kopbreker” omwille van de verhoogde frequentie van extreme weersomstandigheden en de nieuwe ziektes of plagen die de kop op steken. “Maar op zijn beurt kan de landbouw ook een oplossing bieden door innovaties en nieuwe teelten snel en gericht in te zetten. Ook het potentieel om koolstof te fixeren in landbouwbodems zal de komende jaren verder aan belang winnen.” Samen met de andere bevoegde ministers zal Brouns een actieplatform lanceren dat enerzijds zal bijdragen aan de ontwikkeling van een duidelijke Vlaamse visie op koolstofverwijdering en carbon farming, en anderzijds de samenwerking en bundeling van informatie zal bevorderen, zodat versnippering van inspanningen en middelen wordt vermeden.
In de beleidsnota Omgeving schrijft Brouns in te zullen zetten op biodiversiteit in functie van de Europese natuurherstelwet en andere multilaterale milieu-akkoorden. “We maken onder meer werk van bosuitbreiding, creëren natte natuur en we zetten de inspanningen verder om de stikstofuitstoot te laten dalen”, klinkt het. “Vlaanderen zal ook de 2030-doelstelingen van de natuurherstelwet implementeren.” Daarbij wordt in beide beleidsnota’s wel benadrukt dat “er maximaal gebruik zal gemaakt worden van de in de natuurherstelwet voorziene afwijkingsmogelijkheden die bij de opmaak van de nationale plannen kunnen worden ingezet”.

Inzake stikstof en het luchtbeleid zal Brouns toezien op de installatie van een elektronisch monitoringssystemen op zowel bestaande als nieuwe luchtwassers, ook zal er onder het motto “meten is weten”, verder ingezet worden op het meten en monitoren van luchtemissies. VMM zal daarbij verder inzetten op geospatiale verfijning in haar data en rekenfactoren.
Ook de doelstellingen van PAS worden nog eens herhaald: “We zetten in op de omvorming of, waar dit niet lukt, de stopzetting van de piekbelasters, de uitvoering van de vrijwillige (gedeeltelijke) stopzettingsregelingen van de varkenshouderijen, de aanpak in de maatwerkgebieden, de versnelde invoering van de nulbemesting in habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in groene bestemmingen, de afroming van de nutriëntenemissierechten (NER) bij overdracht en het maximale gebruik van emissiereducerende technieken of systeeminnovaties.”
Brouns streeft naar zoveel mogelijk grote en aaneengesloten natuurgebieden en zal, waar mogelijk en nuttig, verplaatsingen van habitatdoelen en -gebieden onderzoeken en bepleiten op Europees niveau. “Ik zet de inspanning verder met betrekking tot de instandhoudingsdoelen om uiterlijk tegen 2026 de allocatie te bereiken van de natuurdoelen in habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) nabij piekbelasters en tegen uiterlijk eind 2030 voor de overige habitats”, klinkt het.
In de beleidsnota Omgeving zitten kapstokken voor een verstandig beleid
Voor alle klimaat-, milieu en biodiversiteitsdoelstellingen is het voor de minister ook “cruciaal dat de samenhang ervan wordt onderzocht”. “Ik zal erover waken dat alle doelstellingen haalbaar en betaalbaar blijven”, aldus Brouns. Hij laat ook optekenen dat een goede afstemming tussen het landbouwbeleid en het omgevingsbeleid noodzakelijk is. In de beleidsnota Omgeving, waarin de belofte wordt gedaan om wetlands en natte natuur te creëren, de natuurlijke loop van rivieren te herstellen en veengebieden te beschermen, staat expliciet dat “er oog is voor de impact op landbouw en andere functies”. “Onze dichtbebouwde regio maakt rendabel ondernemen binnen de ecologische grenzen en het behalen van onze milieu- en klimaatdoelstellingen extra uitdagend”, aldus Brouns. Beheerovereenkomsten, die een resultaatgericht karakter krijgen, zullen hierbij prioritair worden ingezet in samenwerking met actieve landbouwers.
“Een verdere verduurzaming blijft op de agenda staan, in het belang van de landbouw zelf en in het belang van de hele maatschappij”, staat in de beleidsnota Landbouw. De minister zal ervoor zorgen dat de diverse GLB-instrumenten optimaal worden benut om zo de actieve landbouwers te ondersteunen. “Zo kan er op bedrijfsmaat een ontwikkelingspad worden aangeboden voor duurzame en rendabele landbouwactiviteiten”, aldus Brouns. Daarnaast wil hij onder andere de klimaatscans, zoals die al bestaan in de melkveehouderij, verder uitrollen naar andere subsectoren. Ook wil hij een kadertekst voor klimaatadapatie opstellen. Deze moet de basis vormen van een actieprogramma waarin er van de partners verwacht wordt dat ze engagementen opnemen. Het moet ook de lijst van reeds bestaande initiatieven minder versnipperd maken en de efficiëntie ervan verhogen.
Met het instrumentarium binnen het beleidsdomein Omgeving wil Brouns in het landbouwgebied ook “adequate maatregelen nemen om de kenmerkende agrarische biodiversiteit te beschermen, inpasbaar in de agrarische bedrijfsvoering”. Zo zal er onder meer uitvoering gegeven worden aan het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidegebruik. Daarbij werd de verplichting uit het regeerakkoord van driftreducerende en bufferende maatregelen op landbouwpercelen die grenzen aan woonzorgcentra, zorginstellingen, basisscholen en kinderdagverblijven herhaald in beide beleidsnota’s.

Betere marktpositie en ondernemerschap
Om de positie van de land- en tuinbouwer binnen de keten te versterken, worden verschillende algemene maatregelen en stimulansen naar voren geschoven in de beleidsnota Landbouw. Er wordt ingezet op duurzame bedrijfsstrategieën en verdienmodellen, en worden ondernemerschap en samenwerking in de keten gestimuleerd. Dit omvat zowel horizontale samenwerking tussen landbouwers als verticale samenwerking met andere schakels in de keten. Een belangrijk speerpunt is het oprichten en erkennen van producentenorganisaties, waarmee landbouwers gezamenlijk sterker kunnen staan.
Daarnaast komt er een analyse van de rapportage van marktprijzen: welke informatie ontbreekt of is overbodig? Op basis hiervan zal minister Brouns aan de bevoegd minister voor Economie vragen om “een wetgevend initiatief te overwegen dat de onderhandelingspositie van land- en tuinbouwers versterkt”.
De korte keten wordt ook gezien als een krachtig instrument om boeren meer greep te geven over de prijzen van hun producten. “Via korte keten creëren hebben landbouwers zelf prijszeggenschap over hun producten”, luidt de motivatie erachter. Acties om korteketeninitiatieven te bevorderen, zullen voortvloeien uit de strategische visienota ‘korte keten’ van 2022. Brouns voegt daar echter aan toe dat het succes van deze initiatieven wel telkens sterk afhankelijk is van de teeltplaats en de specifieke situatie van de landbouwers.
Perspectief voor jonge starters
Brouns schrijft in zijn beleidsnota dat hij de komende jaren “consequent zal zoeken naar manieren om het perspectief voor jonge landbouwers te vergroten, de administratieve lasten te verlagen, een langdurige zekerheid te garanderen en het beroep van landbouwer aantrekkelijk te maken”. Om dit te realiseren, start hij met een inventarisatie van de belemmeringen waarmee jonge landbouwers geconfronteerd worden. Op basis hiervan wil hij een actieprogramma opstellen om obstakels te verminderen op terreinen waar de overheid invloed heeft.
Verder wordt er ook ingezet op een betere toegang tot financiële instrumenten. Brouns kondigt aan dat hij met overheden en de bankensector in overleg zal treden om specifiek voor jonge starters de financieringsmogelijkheden te optimaliseren.
Volgens Vlaams parlementslid Jurgen Callaerts (N-VA) kan deze inventarisatiefase alvast overgeslagen worden. “Ik zal je een gunst doen en de inventaris al opmaken. Wat jongere landbouwers nodig hebben is: geld, grond en vergunningen. Ik kijk uit naar het actieplan errond en moedig je aan om daar zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan”, houdt Callaerts het kort.

Consumenten moeten transitie slaagkans geven
Ook de rol van de consument in het landbouwverhaal wordt niet vergeten in de beleidsnota. “Ook de vraagzijde, finaal de consument, speelt een rol in het succes van de duurzaamheidstransitie die landbouwers moeten doormaken”, klinkt het. Volgens Brouns is communicatie, kennisdeling en -opbouw van cruciaal belang om de kloof tussen boer en maatschappij te dichten en opnieuw respect en depolarisatie op te bouwen. “Hier ligt ook een taak voor individuele landbouwers. Zij moeten actief te investeren in de band met hun buren, dorp of verenigingsleven. Ook sectororganisaties moeten een proactief, eerlijk en correct verhaal brengen. Verschillende vormen van informatiedeling met het brede publiek en via diverse kanalen, moedigen we dan ook aan.”
Via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) wil Brouns het Vlaamse vakmanschap van al onze landbouwers, voedselproducenten, siertelers en boomkwekers, zowel lokaal als internationaal, in de kijker zetten en zo Vlaanderen als ‘voedselregio’ op de kaart zetten.
Start van opmaak langetermijnvisie
In lijn met het regeerakkoord zal Brouns ook een Vlaamse langetermijnvisie voor de land- en tuinbouwsector uitwerken. “Rekening houdende met de hernieuwde EU-visie over landbouw en voeding, zal ik ook een parallelle visie opmaken, samen met de representatieve middenveldorganisaties”, aldus Brouns. “Deze visie moet weergeven hoe we een rendabel landbouwmodel laten passen binnen de ecologische grenzen van onze regio, met oog voor duurzaam grondgebruik en goed nabuurschap. Het moet onze land- en tuinbouwers een langetermijnperspectief bieden en bijdragen tot de realisatie van diverse Europese verplichtingen o.a. natuur-, klimaat-, en milieuverplichtingen.”
Twistpunt grond
Grond blijft een cruciaal en gevoelig thema binnen het landbouwbeleid. Brouns kondigt in zijn nota verschillende onderzoeken aan om de toegang tot grond te verbeteren en om speculatie tegen te gaan. Zo wil hij regulerende en stimulerende maatregelen onderzoeken die jonge landbouwers ondersteunen bij het verwerven van grond. Samen met de minister van Financiën wil hij ook het successie- en registratierechtenregime voor grondeigendom in agrarisch gebied onder de loep nemen. Een ander speerpunt is het aanpakken van ongewenst zonevreemd landgebruik in agrarisch gebied. Om de grondenmarkt transparanter te maken, wordt een Vlaams Pachtobservatorium opgericht. Daarnaast zal een forum opgestart worden waar stoppers en starters elkaar kunnen vinden.
Binnen het beleidsdomein Omgeving zal er ook “uitdrukkelijk aan de slag gegaan worden met gebundelde investeringsagenda’s” inzake open ruimte. Via geïntegreerde gebiedswerking moet ruimte gecreëerd worden voor onder andere landbouw, natuur, klimaatmitigatie- en adaptatie, waterberging en ook recreatie en ontspanning. Daarnaast wil Brouns ook inzetten op natuurinclusieve landschapsplanning om alle functies een plaats te geven. “Hierbij streven we naar een duurzame co-existentie van landbouw en natuur. In overleg en samenwerking met talrijke partners, onderzoeken we hoe agro-ecologische- en andere landbouwpraktijken en natuurherstel elkaar kunnen versterken”, klinkt het.
De omgeving wordt door de minister van Omgeving afgestemd op de economie. In plaats van economie af te stemmen op maat van de omgeving

Brouns wil verder gebruik maken van lokale grondenbanken als het departement Omgeving gronden wil verwerven voor de realisatie van strategische water-, natuur en infrastructuurdoelen. Samen met de lokale besturen zal er ook “werk gemaakt worden van lokale bosplannen om actief op zoek te gaan naar ruimte voor de geplande 10.000 ha extra bos”. Daarbij vraagt de minister aan natuur- en landbouworganisaties om structureel overleg te plegen over hun aankoopbeleid van gronden in functie van het bereiken van deze doelstelling.
“En om zowel de ambities inzake bos- en natuurrealisatie als de ambities om de landbouwgronden te beschermen, zullen aankopen met overheidsmiddelen in het agrarisch gebied beperkt worden tot percelen die gelegen zijn buiten herbevestigd agrarisch gebied, tenzij het gaat om percelen in speciale beschermingszones (SBZ) en Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Deze gronden zullen ook eerst actief aangeboden worden aan actieve landbouwers.”
Doelfasering van water- en nitraatrichtlijn
“Momenteel zijn de verliezen van nitraat naar het grond- en oppervlaktewater vanuit het landbouwareaal nog te hoog en bevatten de landbouwbodems een te hoog fosforgehalte”, aldus Brouns in de beleidsnota Landbouw. De minister benaderukt dat er aanzienlijke inspanningen nodig zijn om te voldoen aan de de doelstellingen van de EU-Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water.”
Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn zo snel als mogelijk te halen, zal minister Brouns volgens de beleidsnota Omgeving inzetten op een verbeterstrategie en doelfasering, zoals voorzien in de Kaderrichtlijn Water. Er zal een gefaseerde aanpak voorop gesteld worden met ambities voor meerdere planperiodes, in balans met de economie en samenleving. “In de langetermijnaanpak beschouwen we ook de mogelijke win-wins en/of potentiële trade-offs van andere doelstellingen en richtlijnen. We treden hierover in dialoog met de Europese Commissie en dringen aan op richtsnoeren om de mogelijkheden voor doelfasering optimaal te benutten, zodat een vergunningenstop vermeden kan worden.”
Volgens Vlaams parlementslid Mieke Schauvlieghe (Groen) mist Brouns waterbeleid "complete urgentie". "De doelstellingen zijn al meerdere malen vooruitgeschoven geweest. In de vorige legislatuur is beslist om tegen 2027 tien waterlichamen volgens de regelgeving proper te maken. Tot nu toe zijn we er in geslaagd dit te doen voor één van de 195 waterlichamen. En nu lees ik dat de minister afspraken wil maken om de regelgeving te verzwakken .Volgens mij is dit echt gevaarlijk om op dit elan verder te gaan", aldus Schauvlieghe tijdens de omgevingscommissie.
Om tegen 2050 een gezonde bodem te garanderen, zal er ook ingezet worden op bodemmonitoring en toegankelijke bodeminformatie, en zal duurzaam en regeneratief bodembeheer bevorderd worden. “We beperken bodemerosie en verminderen bodemverontreiniging door een adequate aanpak van risico’s”, leest de beleidsnota. Op vlak van riolering zal Brouns het investeringstempo verhogen en het beheer van de rioleringsinfrastructuur ontsnipperen en via een centrale regie een geïntegreerde aanpak bewaken.
Tot slot zal MAP7 tegen 2025 ingevoerd worden, zoals reeds meegegeven in een eerder VILT-artikel. Daarbij zal het instrument dat het nitraatresidu meet, belangrijk voor landbouwers die een vrijstelling willen aanvragen van bepaalde gebiedsgerichte maatregelen, aangepast worden. Zo zal het staalnameprotocol worden aangepast zodat de meetzekerheid sterk verhoogt, en zullen er enkel nog bedrijfsevaluaties uitgevoerd worden.
Hoe werden de beleidsnota’s onthaald?
Tijdens de commissie Landbouw in het Vlaams parlement waren alle partijen aanwezig, behalve Vooruit en PVDA. Afgezien van extra aandachtspunten en concretiseringen, kan gesteld worden dat partijen de beleidsnota goed onthaalden. Groen had bij monde van Vlaams parlementslid en ontslagnemend covoorzitter, Jeremie Vaneeckhout de meeste kritiek over de beleidsnota. “Het is een goed werkstuk waarbij er veel zaken zijn waar ik ook achtersta”, klonk het voor de ‘maar’ volgde. Zo liet Vaneeckhout weten voor sommige issues de urgentie en concretisering te missen. “Goed werk, maar het is te vrijblijvend. Cd&v is de voorbije 20 jaar onafgebroken bevoegd geweest voor het landbouwbeleid, wat niet wil zeggen dat alle problemen in de sector enkel en alleen de verantwoordelijkheid zijn van die partij. Maar het toont wel aan dat de recepten op Vlaams, Europees en mondiaal vlak van de voorbije twee decennia, niet allemaal de juiste waren”, aldus Vaneeckhout. “We moeten goed nagaan of dit voldoende zal zijn. Ik zie alvast niet wat de grote wending is. Intenties volstaan niet, deze hadden we 15 jaar geleden ook al.” Het Vlaams parlementslid hekelde ook dat het budget gespreid wordt over alles en er zo geen duidelijke keuzes gemaakt worden. “Niet kiezen, is ook kiezen”, luidde het. “Tot slot mis ik ook cijfers en concrete doelstellingen over het aantal landbouwbedrijven dat nodig is om onze landbouwsector robuust te houden. We moeten weten naar welke percentages er gewerkt wordt.”
Volgens Stijn De Roo, partijgenoot van Brouns, bevat de beleidsnota wel veel ambitie. Hij wuift de opmerkingen van Groen weg door te stellen dat het nu eenmaal de taak is van een oppositiepartij om oppositie te voeren. Bovendien is “het altijd gevaarlijk om met een bril van vandaag naar het verleden te kijken”.
Vlaams parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) vindt wel veel duidelijke principes in de beleidsnota en kijkt er ook positief naar. Hetzelfde geluid was te horen bij parlementslid Arnout Coel (N-VA): “We vinden het als fractie een sterke beleidsnota met heel wat concrete kapstokken, waar we graag mee onze schouders onder zetten. We vinden heel wat aanknopingspunten terug om de sector aantrekkelijk te maken en mensen actief te houden in de sector, wat voor ons één van de belangrijkste uitdaging is.”
In de commissie Omgeving, waar wel alle partijen aanwezig waren, kwam de scherpste kritiek opnieuw van Groen. Vlaams parlementslid Mieke Schauvlieghe reageerde bitterder dan haar partijgenoot Vaneeckhout in de commissie Landbouw. “Het lijkt wel alsof minister Brouns de vorige legislatuur niet aanwezig was. Zijn beleidsnota sluit dan ook niet aan op de vorige beleidsperiode, maar bij die van twee legislaturen geleden”, aldus Schauvlieghe. De intentie van Brouns om economie en ecologie te verzoenen, wordt volgens Schauvlieghe niet doorgevoerd in zijn beleidsnota. Daarnaast worden er volgens Schauvlieghe te weinig duidelijke acties genomen en zijn er bovendien te weinig middelen om die acties uit te voeren. "Ik was geschoffeerd als ik uw aanpak inzake klimaatadaptatieplannen las. In een jaar waar we zoveel klimaatschade hebben gekend, is het wraakroepend dat u geen budget voorziet voor klimaatadaptieplannen in de toekomst", aldus Schauvlieghe. "Ook de budgetten en uitwerking van de klimaatadaptieplannen rond koolstofcaptatie en creatie van groene verbindingen laat u in het midden."
Ook Vlaams parlementslid Marianne Verhaert van Open Vld deelde tijdens de commissie Omgeving haar bezorgdheid over de concretisering van de beleidsnota. "Er is actie nodig op het gebied van omgevingsbeleid. Er wordt veel geanalyseerd en geëvalueerd. Er zitten goeie zaken in de beleidsnota maar ik mis toch de focus op de essentie, namelijk de steeds complexere regelgeving."
"Kapstokken voor verstandig beleid", zo vatte N-VA de beleidsnota Omgeving samen. "Een verstandig beleid die de bescherming en herstel van de natuur bevordert, maar ook een beleid dat internationale engagementen nakomt om te zorgen voor meer rechtszekerheid en rechterlijk activisme wil voorkomen." In tegenstelling tot Groen ziet N-VA geen grote trendbreuken met het beleid van de vorige minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). "Er wordt behouden wat goed op de rails werd gezet en er wordt bijgestuurd waar nodig", aldus Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA). "Maar zoals dit gaat in beleidsnota’s zijn niet alle aanpakken even gedetailleerd uitgewerkt."
