Vlaanderen telt 1.342 hectare extra bos in vergelijking met 2019
nieuwsDe afgelopen vijf jaar is er netto 1.342 hectare bos in Vlaanderen bijgekomen. In werkelijkheid ligt het bebossingscijfer sinds 2019 een stuk hoger, want er werd in dezelfde periode ook meer dan 600 hectare ontbost. Om de bebossingsdoelstelling van 10.000 hectare extra bos uit het regeerakkoord te behalen, is er nog een lange weg af te leggen, erkende ook Vlaams minister van Natuur Jo Brouns (cd&v) in het parlement. Hij wil daarvoor lokale besturen meer inschakelen en ook de ontbossing verder aanpakken.
De vraag over de bosbalans kwam van N-VA-parlementslid Sanne Van Looy. Zij sprak over een grote kentering die is ingezet nu we een positieve bosbalans kunnen voorleggen. Er zijn volgens haar dan ook heel veel inspanningen op het terrein gebeurd. “Het draagvlak voor bos is enorm toegenomen, dankzij de inspanningen van de gemeenten en ook de vele verenigingen op het terrein”, sprak ze lovend. Maar meteen merkte ze ook op dat we nog veraf staan van de doelstelling die de regering zichzelf heeft opgelegd om tegen 2030 10.000 hectare extra bos te realiseren. Van Looy wou van minister Brouns dan ook weten welke hefbomen hij gaat gebruiken om die doelstelling te behalen.

Meer dan 220 hectare ontbost in Vlaanderen in 2023
26 december 2024Ontbossing aanpakken
De minister wees erop dat er sinds het ijkpunt 2019 meer dan 3.000 hectare bos is bijgekomen, maar dat er helaas ook 600 hectare is verdwenen. “Naast die bosuitbreiding is het dus minstens zo belangrijk om ook aandacht te schenken aan het beheer en het in standhouden van ons bosareaal”, stelde hij. Hij wees op het belang daarvoor voor de biodiversiteit en het klimaat.
Die vaststelling had ook Open Vld-parlementslid Lydia Peeters al gemaakt. “We zien dat de grootste boskap vandaag vooral gebeurt in groene bestemmingen, in gebieden die door natuurverenigingen worden beheerd. Daar wordt heel veel gekapt vanwege heide of in het kader van vogelrichtlijngebieden. Bovendien hebben zij geen compensatieverplichting.” Peeters riep de minister dan ook op om dit mee te nemen in zijn bebossingsplannen. Ook Mieke Schauvliege (Groen) vroeg om meer aandacht te hebben voor bestaand bos.
Lokale besturen inschakelen
Om de bosuitbreiding zo effectief mogelijk tot stand te brengen, rekent Brouns op de lokale besturen. “Alles wat van onderuit groeit, net als bomen, heeft het meest kans om op een duurzame wijze stand te houden. Ik geloof dus in lokale bosplannen”, zo zei hij in het parlement. Hij kijkt daarbij ook naar de regionale landschappen omdat zij heel wat ervaring hebben op het terrein om mensen en organisaties samen te brengen en draagvlak te creëren waar dat nodig is. Samen met BOS+ en bosgroepen op het lokale niveau kunnen deze regionale landschappen lokale besturen ontzorgen op technisch en administratief vlak, meent hij. “Nog deze maand verwacht ik een concreet plan van aanpak om die lokale bosplannen te gaan realiseren”, aldus de minister.
Van Looy waarschuwde meteen voor de paraplupolitiek, maar dan van onderuit. “Lokale besturen hebben niet oneindig veel gronden in eigendom om die te gaan bebossen. Bosuitbreiding vergt een specifieke expertise. Het is belangrijk dat we onze lokale besturen daarin gaan ontzorgen”, sprak ze. Van Looy kreeg steun van Vooruit-parlementslid Kris Verduyckt. “Ik verwacht visie van bovenaf, bijvoorbeeld over hoe we klimaatrobuuste bossen planten, of hoe de spreiding over Vlaanderen moet zijn. De gemeenten hebben zo’n gedragen visie van bovenaf echt nodig”, zei hij. De minister beloofde alvast om voor die centrale sturing te zorgen.
Mien Van Olmen (cd&v) juichte de rol voor de regionale landschappen toe. “Zij hebben de kennis en het netwerk in huis om in vertrouwen mee aan de bosuitbreiding te werken”, klonk het. Maar meteen waarschuwde ze er ook voor dat het de regionale landschappen vandaag ontbreekt aan duurzame, structurele meerjarenovereenkomsten met lokale besturen. “In het verleden waren zij afhankelijk van jaarlijkse samenwerkingsovereenkomsten, wat toch druk legt op de inzet van mensen en middelen”, benadrukte Van Olmen.

Focus op groene bestemmingen
Tot slot wees de minister ook op het belang om die bossen op de juiste plek, in groene bestemmingen dus, aan te planten. “Daar kunnen we er ook de turbo opzetten, want er is de afspraak gemaakt dat we de vergunningsplicht voor bebossing in groene gebieden wegnemen.” Daarnaast wil hij ook dat er gekeken wordt naar de natuurdoelen die er vandaag zijn. “Ik zie kansen voor bebossing in de bestaande speciale beschermingszone waar we nog 2.100 hectare specifiek aan bosdoelen te realiseren hebben”, aldus Brouns.
Hij noemde ook de watergevoelige openruimtegebieden die zijn afgebakend en kunnen benut worden voor bosuitbreiding. Die watergevoelige openruimtegebieden zullen ook, samen met lokale besturen, worden uitgebreid. “De focus ligt daarbij op de juiste bestemming: de groene bestemming”, klonk het nog. Sanne Van Looy zag op haar beurt ook in woonreservegebieden die sinds 2023 onder een stolp zijn geplaatst en in voormalige stortplaatsen een ideale locatie voor bosuitbreiding.

Bron: Eigen berichtgeving