Bostoename in Vlaanderen gehalveerd
nieuwsVlaanderen heeft dit jaar 335 hectare bos aangeplant, de helft minder dan het jaar daarvoor, en net onder het gemiddelde van voorganger Zuhal Demir (N-VA) (385 hectare, red.). Dat blijkt uit cijfers die Sanne Van Looy (N-VA) en Kris Verduyckt (Vooruit) voorleggen aan het Vlaams parlement. De bosdoelstelling voor 10.000 extra hectare tegen 2030 lijkt zo des te verder weg. Laure De Vroey van BOS+ wijst erop dat ze nog voor geen kwart is behaald.
Verduyckt en Van Looy namen de Week van het Bos als aanleiding om minister Brouns aan de tand te voelen over zijn bosbeleid. Volgens Van Looy zijn er verschillende redenen waarom de nieuwe bosaanplant dit jaar gehalveerd is ten opzichte van 2024. “De subsidieoproep voor lokale besturen kwam een beetje te laat”, zegt Van Looy. “Maar ook de nieuwe voorwaarden die daarin zijn opgenomen spelen een rol. Je kunt niet meer overal bos planten en soms gaat het gepaard met toch wel ingewikkelde planinstrumenten.”
Verduyckt verwijst nog naar de toenemende verharding in Vlaanderen. “Er komt meer asfalt, meer beton en minder ademruimte”, zegt hij. Volgens hem betekent de halvering van bosaanplant dat er onder Brouns ongeveer een miljoen minder bomen werden geplant in het jaar na zijn voorganger. “Wat we ook zien, is dat het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) nauwelijks grond heeft aangekocht om bosaanplantingen te doen”, zegt Verduyckt.
In 2023 kocht het agentschap nog 251 hectare te bebossen grond, vorig jaar 120 hectare en dit jaar 12,7 hectare. “Dat maakt ons toch wel bezorgd”, zegt Verduyckt. “Ik denk dat we geen vertraging nodig hebben, maar juist een versnelling. Dat zien we vandaag niet in de feiten.” Dat beaamt ook Mieke Schauvliege (Groen).
Tien procent bos heeft andere inkleuring
VILT sprak met algemeen directeur Laure De Vroey van BOS+. Zij wijst erop dat, hoewel het Vlaams bosdecreet ontbossing verbiedt, hier voortdurend uitzonderingen op worden gemaakt. Tien procent van het bos in Vlaanderen staat als woon- of industriegebied op het gewestplan ingekleurd en loopt dus risico om ‘uitzonderlijk’ gekapt te worden.
Met alle bestemmingen samen is in totaal een derde (31%) van het bos in Vlaanderen ‘zonevreemd’ of ruimtelijk bedreigd. Deze bossen beschermen door ze te herbestemmen naar bos- of groengebied, gebeurt zelden omdat lokale besturen angst hebben voor hoge schadevergoedingen aan eigenaars. Bosgrond is immers minder waard dan bouwgrond. De Vroey wijst erop dat de compensatie voor planschade in Vlaanderen hoger ligt dan eender waar in Europa. “En zo blijven we ons baseren op gewestplannen die in de jaren 70 zijn opgemaakt.”
Ontbossing niet altijd gecompenseerd
Volgens De Vroey zou het bebossingstempo net moeten versnellen, niet afnemen. Op meer dan zes jaar tijd is nog geen kwart van de tienjarige doelstelling gerealiseerd. “Er is de vorige legislatuur veel op poten gezet, onder meer via het samenwerkingsverband Bosalliantie, en nu is het tijd om te versnellen, niet om te vertragen. Met de wissel van legislaturen, zowel op Vlaams als op lokaal niveau, zien we dat er dit jaar veel minder projecten gerealiseerd worden. Dat tij moeten we keren.”
Met de wissel van legislaturen, zowel op Vlaams als op lokaal niveau, zien we dat er dit jaar veel minder projecten gerealiseerd worden
Hoewel Vlaanderen compensatiemechanismen voorziet bij ontbossing, is ook deze ontoereikend. “Normaal moet de compensatieoppervlakte in veel gevallen groter zijn dan het verdwenen bos, maar veel projecten zijn vrijgesteld van deze compensatie”, zegt De Vroey. “Bovendien heeft een jong bos tientallen tot honderd jaar tijd nodig om dezelfde functies te vervullen als een oud bos.”
Cijfers die BOS+ jaarlijks opvraagt bij het Agentschap voor Natuur en Bos tonen aan dat er in Vlaanderen jaarlijks 200 à 300 hectare mét vergunning wordt ontbost. Dat is 0,7 hectare of een groot voetbalveld per dag.
Brouns: "Meer inzetten op samenwerking met lokale besturen"
In Het Vlaams Parlement verdedigde Brouns het beleid aan de hand van diverse maatregelen. Zo wordt de verhoogde subsidie voor bebossing met twee jaar verlengd voor initiatieven van derden, zoals de terreinbeherende organisaties. Ook worden de samenwerkingen met de Bosgroepen, BOS+ en Regionale Landschappen met minstens een jaar verlengd. Bovendien wil Brouns meer inzetten op samenwerking met lokale besturen. “En ja, ook de bescherming van landbouwgrond moet in die context worden meegenomen”, zegt Brouns.
“Dat is een valabel spoor, maar dat kan niet het enige zijn”, zegt De Vroey. “Bovendien moeten lokale besturen hiervoor de nodige middelen krijgen. Niet alleen voor de bebossing zelf, maar ook voor het opmaken van gedragen visies. Als we dit spoor serieus nemen, moet het uitgebouwd worden. En dat is niet wat we zien in de huidige besparingsronde.” De Vroey wijst er ook op dat vergunningen verkrijgen voor bebossing niet altijd eenvoudig is. In het parlement wijst Brouns er wel op dat bosaanplant in bosgebied zal worden vrijgesteld van vergunning.
"Grote winsten te boeken bij private spelers"
Bovendien vallen er volgens Brouns nog grote boswinsten te boeken bij private spelers. “Ik ben er inderdaad niet van overtuigd dat het aankoopbeleid van de Vlaamse overheid en de natuurverenigingen de enige mogelijkheid zou zijn om bijkomend bos in Vlaanderen te ontwikkelen”, zegt Brouns. “Daarom wil ik ook onderzoeken of, naast de lokale besturen, private eigenaars en grondeigenaars geïnteresseerd zijn om samen met ons dat extra bos te realiseren. We zijn ook aan het onderzoeken om dat op specifieke locaties te doen, zoals in de groene bestemmingen in speciale beschermingszone (SBZ’s), om zo ook sneller die Europese doelen te kunnen realiseren. We hebben daar nog 2.100 hectare te gaan. Ik heb het Agentschap voor Natuur en Bos gevraagd ook die piste verder te onderzoeken.”
Ik ben er inderdaad niet van overtuigd dat het aankoopbeleid van de Vlaamse overheid en de natuurverenigingen de enige mogelijkheid zou zijn om bijkomend bos in Vlaanderen te ontwikkelen
Ook in de groene bestemmingen ligt er nog 30.000 hectare dat vandaag geen bos of natuur is, stelt Brouns. Een andere piste ziet Brouns in de ‘watergevoelige openruimtegebieden’ of ‘worgs’. Dat zijn openruimtegebieden waar niet meer wordt gebouwd vanwege het risico op wateroverlast. Volgens Brouns gaat het om meer dan 500 hectare dicht bij de dorpskernen.
De Vroey ziet ook mogelijkheden in het bebossen van deze ‘worgs’. “Bovendien zijn natte bossen ecologisch zeer waardevol en zeldzaam in Vlaanderen”, zegt ze.
“Ook het agrarisch gebied op percelen waarvoor geen interesse is bij de landbouwers om die productief in te zetten, kan in de toekomst nog altijd bebost worden”, geeft Brouns nog mee.
De Vroey waarschuwt dat de doelstelling van 10.000 hectare extra bos hoe dan ook geen eindpunt zal zijn, noch voor Vlaanderen, noch voor Europa. “Zowel internationale doelstellingen zoals het Kunming-Montréalakkoord als de wetenschappelijke consensus stellen dat om biodiversiteitsverlies tegen te gaan en ecosystemen te herstellen, 30 procent van onze ruimte zou moeten worden ingenomen door natuur, waarvan een groot deel bos. Om daar te geraken, moeten we nog een veelvoud van die 10.000 hectare realiseren.”

Bron: Eigen berichtgeving