Vlaams parlement keurt decreet over AEA- en PAS-technieken goed
Het decreetvoorstel rond de ammoniakemissiereducerende technieken (AER-techniek) is woensdag goedgekeurd in het Vlaams parlement. Hierdoor kunnen landbouwers het reductiepercentage van hun AER-techniek laten gelden in hun vergunningsaanvraag. In het decreet zitten ook een proefstalregeling en een 'fastlane' die het innovatieklimaat bij landbouwers en machinebouwers moet helpen aanwakkeren.
Een kleine maand nadat het stikstofdecreet in werking is getreden, is nu ook het decreet over de AER-technieken goedgekeurd. Het decreet bevat de lijst van maatregelen en technieken die veehouders kunnen toepassen om aan hun reductieverplichtingen uit het stikstofdecreet te voldoen. Concreet gaat het vandaag over de maatregelen die opgenomen waren in de bestaande AEA- en de PAS-lijst en die nu decretaal verankerd zullen worden. Van zodra dit gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad zullen landbouwers dus hun AER-maatregelen in rekening kunnen brengen bij hun (her)vergunning.
Reductiepercentages liggen vast
Door de huidige AEA/PAS-lijst decretaal te verankeren, kunnen erkende reductiepercentages niet meer bijgesteld worden in vergunningen van landbouwers die afgeleverd zijn. Concreet betekent dit dat wanneer een landbouwer een vergunning verkregen heeft omdat hij een techniek heeft toegepast met een erkende reductie van bijvoorbeeld 70 procent, dit reductiepercentage in zijn vergunning niet meer herroepen kan worden. Als bijvoorbeeld enkele jaren later blijkt dat de techniek maar een reductie kan garanderen van 50 procent, dan heeft de landbouwer volgens het decreet aan zijn verplichtingen voldaan en kan zijn vergunning hierdoor niet bijgesteld worden. Landbouwers die nadien in een nieuwe vergunningsaanvraag diezelfde techniek willen gebruiken, zullen wel rekening moeten houden met het nieuwe reductiepercentage.
Indien een techniek tijdens de vergunningsperiode van een landbouwer verandert, kan het wel zijn dat hij of zij technische aanpassingen aan de gebruiksvoorwaarden van de techniek zal moeten doorvoeren. Deze aanpassingen zijn enkel beperkt tot niet-vergunningsplichtige aanpassingen, zoals bijvoorbeeld de frequentie waarmee een mestrobot doorheen de stal rijdt. De individuele vergunning met de toen opgenomen reductiepercentages blijft hierbij gevrijwaard.
“Hiermee willen we onze landbouwers de rechtszekerheid bieden die ze nodig hebben”, meent Brouns, “Niemand zal nog durven investeren en ondernemen als men geen garantie heeft dat er later nog bijkomende grote investeringen nodig zijn ”, zegt Brouns, “het was voor ons dus essentieel om dit te kunnen regelen.”
Proefstalregeling
Een ander onderdeel van het decreet is de proefstalregeling, iets waar de sector en in het bijzonder de federatie van de landbouwmechanisatie en stallenbouw en staltoebehoren (Fedagrim) al lang naar vroeg. Via de proefstalregeling kunnen nieuwe AER-technieken, waarvan de emissiefactor nog niet geweten is, op landbouwbedrijven of zogenaamde proefstallen uitgetest worden. Dit maakt het voor de machine- en systeembouwers iets makkelijker om innovatie om te zetten in de praktijk. Concreet werd in het decreet geschreven dat er per testtechniek vier proefvergunningen verleend kunnen worden, na advies van de WeComV (Wetenschappelijk Comité Veeteelt). De vergunningstermijn voor de proefvergunningen kan maximaal vijftien jaar bedragen. “Met die vier locaties en die termijn van vijftien jaar wordt er voldoende ruimte en tijd gegeven om de benodigde metingen uit te voeren op de verschillende locaties. Tegelijk moet de mogelijkheid om die technieken uit te testen ook beperkt worden omdat de werking, performantie en eventuele negatieve gevolgen ervan nog niet in kaart gebracht zijn”, staat geschreven in het decreet. Proefvergunningen zullen ook enkel verleend kunnen worden aan bedrijven die op minstens 2500 meter liggen van een speciale beschermingszone.
“Ook hier wordt al lang naar uitgekeken”, vertelt Brouns, “zonder regeling om bepaalde technieken te kunnen testen, kan er uiteraard ook niet geïnnoveerd worden. Hiermee kunnen we nu eindelijk van start gaan met een aantal beloftevolle innovaties, denk maar aan de pocketvergister met stikstofkraker.”
Fastlane en meetprotocol
Ten slotte bevat het techniekendecreet ook artikelen over de fastlane. Dit betekent dat technieken die in Frankrijk, Ierland, Nederland, Duitsland of Denemarken reeds erkend zijn, ook hier op basis van hetzelfde dossier kunnen aangemeld worden. Daarbij wordt het protocol dat in het dossier van het desbetreffende land werd gebruikt, als evenwaardig beschouwd als ons meetprotocol. Deze versnelde procedure betekent niet dat de technieken ook automatisch dezelfde reductiepercentages zullen hebben als eerder aangemelde landen. Het blijft aan WeComV om deze reductiepercentages te bepalen op basis van de meetgegevens uit het dossier.
Het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt zal ook binnen drie maanden het overzicht van de beschikbare Vlaamse meetprotocollen vrijgeven.
“Het is belangrijk dat nieuwe en innovatieve technieken, die bijdragen aan de verduurzaming van onze landbouwsector, op een vlotte manier erkend kunnen worden. Hierdoor kunnen landbouwers er sneller mee aan de slag en krijgen ze meer zekerheid over de efficiëntie van die technieken. De nieuwe proefstalregeling kan hopelijk die versnelling aanjagen”, reageren Vlaams parlementsleden Tinne Rombouts en Peter Van Rompuy (cd&v). “Met het oog op competitiviteit voegden we ook de fastlane in. Vlaanderen wil schitteren in innovatie, landbouw heeft daar een belangrijke trekkersrol in bewezen in het verleden en dat willen wij ook zo bestendigen voor de toekomst.”
Landbouwers hekelen onzekerheid over PAS-referentie 2030
12 maart 2024Lichtpuntje
Boerenbond verwijst in een reactie naar het decreet als “’een klein lichtpuntje”. “Echter helpt het momenteel onze landbouwers geen stap vooruit. Er verandert immers niets aan het stikstofdecreet dat in voege is.”
De landbouworganisatie hekelt dat het stikstofdecreet uitgaat van het reduceren van de stikstofneerslag, in de plaats van stikstofemissies. “Daarnaast blijft de stikstofreductie die de boeren moeten realiseren via hun PAS-referentie 2030 onbetrouwbaar en onrealistisch. Er missen ook nog heel wat puzzelstukken voordat de sector aan de slag kan met het stikstofdecreet. Het blijft tot op vandaag onmogelijk voor boeren om een vergunning te krijgen. Zo moeten er eerst nog verschillende uitvoeringsbesluiten, praktische wegwijzers en instructies komen. Zolang die er niet zijn, kan de vergunningenstop niet echt worden opgeheven.”
“De rechtsonzekerheid voor landbouwers duurt dus voort en hiermee is geen toekomstperspectief geboden. Boerenbond gaat dan ook door met de juridische stappen tegen het stikstofdecreet. Dat is de enige weg vooruit voor de boeren om hun toekomst veilig te stellen”, aldus Lode Ceyssens, voorzitter van Boerenbond.
