Nieuw meetprotocol voor emissiereducerende technieken zet meer in op continue metingen

nieuws

Een Nederlands-Belgisch team van onderzoekers heeft zijn expertise samengelegd en nieuwe meetrichtlijnen voor emissiemetingen in stallen opgemaakt. Dit zal de basis vormen van het toekomstige meetprotocol dat het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV) voor Vlaanderen moet opstellen. “De grote verandering in het meetprotocol is dat we willen inzetten op doorlopende metingen voor ammoniak en methaan”, duidt An Verfaillie, onderzoeker stalemissies bij ILVO.

31 januari 2024  – Laatst bijgewerkt om 31 januari 2024 19:19 Jozefien Verstraete

Een werkgroep, samengesteld uit wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR), de Nederlandse organisatie voor toegepast- natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek (VITO), heeft richtlijnen ontwikkeld voor de wijze waarop de verschillende types emissie kunnen worden gemeten. “Onze werkgroep werd opgericht in opdracht van de Nederlandse overheid om enerzijds de VERA-richtlijn te bekijken alsook de reeds bestaande Nederlandse richtlijnen te integreren en te actualiseren naar de meest nieuwe wetenschappelijke inzichten op vlak van emissies”, legt Eva Brusselman, expert stalemissies bij ILVO, uit. De samengelegde expertise resulteerde in een richtlijnendocument dat in beide landen zal dienen als de basis voor een nieuw meetprotocol.

“Het richtlijnendocument is in verschillende delen opgesplitst”, duidt Verfaillie. “Over het eerste deel, dat gericht is op het bepalen van emissies van zowel staltechnieken en managementmaatregelen maar ook van huisvestigingssystemen in stallen, is er een consensus tussen de onderzoekers bereikt. Dit zal aan de basis liggen van de nieuwe meetrichtlijn ter vervanging van het Europees erkende VERA-protocol en de Nederlandse protocollen die op heden werden gebruikt.” Deze richtlijnen werden ondertussen aangeleverd aan WeComV ter beoordeling. WeComV zal de Vlaamse Overheid vervolgens adviseren over hoe het meetprotocol er effectief zal uitzien voor Vlaanderen.

Om effectieve emissiereducties van ammoniak en methaan in de toekomst vast te leggen, moet er uitgegaan worden van continue metingen

An Verfaillie - Onderzoeker stalemissies bij ILVO

Beloftevol maar nog in ontwikkeling

“De grote verandering in de meetrichtlijnen is dat we willen inzetten op continu meten”, duidt Verfaillie. Daar is ze het samen met haar mede-onderzoekers over eens: om effectieve emissiereducties van ammoniak en methaan in de toekomst vast te leggen, moet er uitgegaan worden van continue metingen. “Deze aanpak is ook een belangrijke stap om de transitie van middel- naar doelvoorschriften te kunnen maken”, aldus Albert Winkel, WUR-onderzoeker emissie en mestverwaarding. “Hierbij wordt niet de maatregel, een emissiearm systeem, maar het doel voorgeschreven. Dat doel is de toegestane emissie op bedrijfsniveau.”

Een landbouwer zou dan bijvoorbeeld een vergunning kunnen aanvragen op basis van een doelvoorschrift: een maximale emissienorm die hij of zij opgelegd krijgt waarbij de boer moet tonen aan de hand van de bedrijfsspecifieke metingen dat hij onder die norm blijft. Bij dergelijke doelvoorschriftvergunningen wordt dus volop ingezet op het continu meten van bedrijfsspecifieke stalemissies. Terwijl Nederland voluit voor de nieuwe piste van doelvoorschriftenvergunningen lijkt gekozen te hebben, is dit in Vlaanderen vooralsnog niet aan de orde.

Voor broeikasgassen en ammoniak is er ondertussen technologie die het technisch mogelijk maakt om de concentraties van deze gassen continu te meten. Ook de kennis van stalmonitoring is nu zover dat het in principe inzetbaar is bij mechanisch geventileerde stallen zonder uitloop, op voorwaarde dat het ventilatiedebiet van de stal correct te bemeten valt. In de toekomst hoopt men dat ook stalmonitoring mogelijk wordt voor natuurlijk geventileerde stallen en stallen met uitloop.

Maar over de manier waarop deze continue meting of monitoring in het kader van doelschriftenvergunningen moet gebeuren, is nog geen consensus bereikt. “We hebben al een idee”, duidt Verfaillie. “Maar het kader errond, hoe verregaand deze monitoring bijvoorbeeld moet zijn en in hoeverre deze sensoren overal geïnstalleerd kunnen worden en betaalbaar zijn, moet nog uitgewerkt worden.”

“Deze doorlopende meting van emissies heeft voordelen voor zowel de veehouder als de overheid; een veehouder heeft direct inzicht in het effect van de gekozen maatregelen en overheden kunnen hun vergunningverlening juridisch zeer stevig baseren op de werkelijk gemeten waarden”, aldus Winkel. Hierbij zit de veehouder als het ware ook meer aan het stuur over hoe hij de emissie binnen de vergunde ruimte houdt. De landbouwer kan het effect van technologieën en maatregelen meten op het eigen bedrijf en eventueel bijsturen om ervoor te zorgen dat hij binnen de emissieruimte van zijn vergunning blijft.

Concreet

WeComV zal zich nu buigen over het eerste deel van de nieuwe richtlijnen die door het Belgisch-Nederlandse team van onderzoekers werd opgeleverd. Het is aan WeComV om te adviseren over het definitieve meetprotocol waarmee in Vlaanderen een algemene erkenning aangevraagd kan worden voor nieuwe huisvestingssystemen, staltechnieken en managementmaatregelen. Ondertussen gaan de werkzaamheden van het onderzoeksteam verder. “Het is de bedoeling dat de meetrichtlijnen telkens geüpdatet wordt naar gelang de nieuwe wetenschappelijke inzichten”, zegt Brusselman. “De volgende update van het protocol staat zo al gepland voor mei 2024.” Parallel werkt WeComV aan een advies rond een meetprotocol voor luchtbehandelingstechnieken.

Dit wil echter niet zeggen dat systeembouwers hun systeem nu niet kunnen aanmelden en moeten wachten op het nieuwe protocol. De reeds bestaande protocollen dienen nog steeds als basis nu. “Er wordt ook telkens sterk aangeraden om het meetplan ter goedkeuring in te dienen bij WeComV alvorens men aan een meetcampagne begint. WeComV toetst dit meetplan dan aan de richtlijnen die er op dat moment zijn”, aldus Brusselman. “Als dat meetplan op basis van de huidige meetprotocollen goedgekeurd is en alle metingen kunnen doorgaan, dan zal het rapport ook beoordeeld worden op basis van dat goedgekeurd meetplan. Wel op voorwaarde dat de metingen binnen het jaar na goedkeuring van het meetplan worden aangevat.”

Nog geen enkele nieuwe technologie op AEA- of PAS-lijst sinds oprichting WeComV
Uitgelicht
Sinds de start van het nieuw Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV) zijn slechts vier nieuwe dossiers aangemeld. Geen enkele daarvan werd aanvaard om op de AE...
19 oktober 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek