Van veevoeder tot dagelijkse kost: VIVES en KU Leuven willen resten van bierproductie valoriseren
nieuwsHogeschool VIVES campus Roeselare en KU Leuven bundelen de krachten om een duurzame keten voor bierdraf te ontwikkelen. Deze reststroom van bierbrouwerijen, die nu voornamelijk in veevoeder wordt verwerkt, willen ze opwaarderen naar voeding die geschikt is voor menselijke consumptie. Al zijn er nog een aantal struikelblokken weg te werken.
Draf of Brewers’ Spent Grain is een belangrijke nevenstroom van de bierbrouwerijen en bevat in grote mate de buitenste lagen van de gerstkorrel. Vandaag gaat deze bierdraf voornamelijk naar veevoeder. In België spreken we op jaarbasis van zo’n 230.000 ton. Het expertisecentrum agro- en biotechnologie van Hogeschool VIVES heeft de laatste jaren veel expertise verworven rond draf, dat veel potentieel heeft om gebruikt te worden in voedingsproducten vanwege zijn interessant eiwit- en vezelgehalte.
“Dit project geeft ons de mogelijkheid om draf verder te verwerken richting humane voeding. We spreken dan bijvoorbeeld over brood, koekjes of vleesvervangers. We kijken uit naar een nieuwe samenwerking met KU Leuven”, aldus Yves De Bleecker, coördinator van het expertisecentrum agro- en biotechnologie in Roeselare. Hiervoor kunnen ze rekenen op 400.000 euro vanuit het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Een versnelling hoger
Heel wat brouwers zijn al langere tijd vragende partij voor een hogere valorisatie van draf. Ook voedingsbedrijven tonen interesse om deze nevenstroom te gebruiken. “Dat maakt het heel boeiend”, aldus De Bleecker. “Lokaal zijn er reeds enkele succesvolle initiatieven om draf te verwerken in humane voeding, maar het aantal en de omvang van deze initiatieven blijft relatief beperkt.”
“Kort gesteld, er is een aanbod van een nutritioneel interessante nevenstroom vanuit de brouwerijen en er is vraag naar eiwit- en vezelrijke ingrediënten vanuit de voedingsproducenten”, stelt Lomme Deleu, Liaison Officer Food. “Enkel de technische en toepasbare afstemming van vraag en aanbod zijn momenteel een struikelblok.”
Een belangrijke uitdaging is dus om draf op de juiste manier bij de levensmiddelenproducent te krijgen. Er is een beperkt aantal bedrijven met de nodige apparatuur en capaciteit om draf te drogen en/of te vermalen. Momenteel zijn deze bedrijven niet actief op de verwerking van draf voor humane consumptie, aangezien de levensmiddelenproducenten geen specificaties voor een drafgrondstof kunnen geven en bovendien nog geen kant-en-klare receptuur voor verwerking hebben. Er zijn dus nog verschillende logistieke uitdagingen qua volume, vorm, voorkomen en samenstelling.
Samenwerking met KU Leuven
VIVES en KU Leuven willen de ontwikkeling van de valorisatieketen op elkaar afstemmen, met inbreng van technische en wetenschappelijke inzichten. Hiervoor bundelen ze hun expertise: KU Leuven kent het brouwproces en de bijhorende nevenstroom draf door en door en beschikt over heel wat expertise op vlak van vezels in bakkerijproducten. Vanuit VIVES wordt gebruik gemaakt van de opgebouwde ervaring rond kwaliteitsvol drogen. Daarnaast zal ook sterk gefocust worden op de ontwikkeling van innovatieve recepturen op basis van bierdraf. Daarom zijn er ook bedrijven uit de volledige keten opgenomen in de gebruikersgroep. Finaal is het de bedoeling om de keten grootschalig en breed te lanceren.
Bron: Eigen verslaggeving