“Te streng stikstofbeleid kan transitie naar sluiten van nutriëntencycli ondermijnen"

Willen we het stikstofprobleem in Vlaanderen aanpakken, dan hebben we nood aan een systemische benadering. Vandaag is de Vlaamse landbouw een netto-importeur van stikstof. De transitie naar het sluiten van nutriëntencycli is volop ingezet, maar een al te streng stikstofbeleid kan die transitie een halt toe roepen. Dat is te horen in de podcast ‘Veeteelt en stikstof’ van Radio Agribex.

10 december 2021  – Laatst bijgewerkt om 12 december 2021 20:20
Lees meer over:

Een brede waaier aan thema’s kwam al voorbij op Radio Agribex, de podcastreeks die werd gemaakt naar aanleiding van de – afgelaste – landbouwbeurs, maar het thema dat vandaag alle gesprekken in de sector beheerst, kwam nog niet aan bod: stikstof. Radio Agribex bracht professor Erik Meers van het Departement Groene Chemie en Technologie van de UGent, Carl De Braeckeleer, gedelegeerd bestuurd van adviesbureau DLV en Frederick Audenaert, country manager van Fullwood Packo, samen in de studio voor een boeiend gesprek.

Impact op het terrein

DLV zegt dat het bijna dagelijks wordt geconfronteerd met de impact van de stikstofimpasse. “Als adviesbureau zijn wij bezig met de dromen van ondernemers en families. Die dromen zijn plots doorkruist door het stikstofarrest van eind februari”, vertelt Carl De Braeckeleer. “De spelregels werden bij manier van spreken gewijzigd terwijl heel wat landbouwers het spel aan het spelen waren. Helaas gaat het niet om een spel, maar om die mensen hun broodwinning.”

Hoewel het tijdelijk stikstofkader niet voor alle bedrijven tot een ‘stand still’ leidt, zijn er toch voor heel wat bedrijven die serieuze problemen ondervinden. “De ministeriële instructie waarmee we vandaag werken, is eigenlijk een zeer onpersoonlijk kader”, meent De Braeckeleer. “Het was strikt bindend en onmiddellijk van toepassing. Bovendien past het Agentschap Natuur en Bos dat kader ook zeer strikt toe en dat leidt tot schrijnende situaties. Er wordt op geen enkele manier gekeken naar de individuele situatie van een bedrijf of de familie achter een bedrijf. Enkel de cijfers tellen.”

Ook Frederick Audenaert ervaart op het terrein de problemen die het stikstofdossier veroorzaakt. “De menselijke impact van wat er nu leeft, wordt zwaar onderschat. Er stappen vandaag bedrijfsleiders uit het leven omdat ze geen toekomst meer zien. Er is niet alleen snel een kader nodig, het moet ook duidelijk zijn”, meent hij.

Het aantal mensen dat zich dankzij de landbouw van een inkomen verzekerd ziet, is enorm en blijft vandaag onderbelicht

Frederick Audenaert - Country manager Fullwood Packo

Vele inkomens dankzij landbouw

Vandaag durven veehouders geen beslissingen te nemen en dat heeft ook zijn weerslag voor alle bedrijven die actief zijn voor of na de landbouwers in de keten. “Als ik kijk naar de melkveehouderij, de sector waarin ons bedrijf actief is, dan zien we dat die een enorme evolutie heeft doorgemaakt”, legt Audenaert uit. “Enerzijds was er groei, maar anderzijds ook robotisering en automatisering. Die investeringen komen er niet omdat een veehouder groeien zo leuk vindt, maar wel uit noodzaak: om het bedrijf leefbaar en het werk werkbaar te houden.”

“En we moeten eerlijk zijn. Deze groei, die de Vlaamse landbouw trouwens altijd heeft gekend, was ook positief voor ons als toeleveranciers. Het zorgde ook voor groei en extra tewerkstelling voor ons bedrijf”, erkent de country manager. Maar het stikstofarrest vormde ook voor Fullwood Packo een donderslag bij heldere hemel. “Wij weten als toeleverancier vandaag ook niet meer hoe we de tewerkstelling van onze medewerkers kunnen garanderen en hen en hun gezinnen van een loon kunnen voorzien.” Het aantal mensen dat zich dankzij de landbouw van een inkomen verzekerd ziet, is enorm en dat blijft volgens Audenaert vandaag volledig onderbelicht.

robot melken packo fullwood

Heeft landbouw een handicap?

“Landbouw is de meest nutriënten-intensieve activiteit die er bestaat”, zo stelt professor Meers. “Alles in landbouw en voeding draait om het benutten van de nutriënten fosfor en stikstof. Het zijn de essentiële bouwstenen van alle leven.” Hij erkent dat het nodig is om de verliezen van die nutriënten naar het milieu verder te doen dalen. “De sector zet daar al tientallen jaren op in en we zien nu een versnelling van die transitie, maar de komende tien jaar worden cruciaal”, zo meent hij.

Hij pleit voor een systemische aanpak. “We moeten bekijken hoe ons agrovoedingssysteem in elkaar zit. Vandaag is de Vlaamse landbouw netto-importeur van heel veel nutriënten”, aldus Meers. Hij verwijst daarbij naar de eiwitrijke voeders die we nodig hebben in de dierlijke productie en die daarvoor in bulk worden geïmporteerd. “Maar we hebben ook een heel intensieve akkerbouwsector die niet alleen dierlijke mest gebruikt, maar ook veel chemische meststoffen in het systeem brengt. Twee keer input van nutriënten dus en dat met een systeem dat maar een bepaalde hoeveelheid aankan. Dus heb je verliezen.”

Dit systeem optimaliseren kan door in te zetten op meer lokale eiwitten. “Vandaag gebeurt er heel veel onderzoek naar hoe er uit nutriëntenrijke reststromen nieuwe bronnen van eiwitten voor mens en dier kunnen gemaakt worden en die de import van eiwitten kunnen vervangen”, legt Meers uit. Chemische kunstmest gaan vervangen door minerale meststoffen, gerecupereerd uit mest- en andere nutriëntenstromen, is vandaag nog niet evident. Toch ziet de professor dat er ook op dat vlak grote veranderingen zitten aan te komen.

Vandaag heeft stikstof uit dierlijke productie een negatieve waarde, terwijl Vlaanderen één van de grootste gebruikers van chemische kunstmest per hectare in Europa is. Dat is stikstof met een positieve waarde, want er wordt voor betaald

Erik Meers - Professor UGent

Negatieve waarde van stikstof ombuigen

“Vandaag heeft stikstof uit dierlijke productie een negatieve waarde, terwijl Vlaanderen één van de grootste gebruikers van chemische kunstmest per hectare in Europa is. Dat is stikstof met een positieve waarde, want er wordt voor betaald”, legt hij uit. “Dat betekent niet dat de stikstof uit dierlijke mest slecht is, maar wel dat dierlijke mest het nadeel heeft dat hij minder lang beschikbaar blijft in de bodem dan kunstmest en er meer verliezen zijn naar het milieu. Door de nitraatrichtlijn die er in de jaren ’90 is gekomen, is het voor akkerbouwers interessanter om voor chemische meststoffen te kiezen.”

Vandaag bestaan er volgens de professor al technieken die erin slagen om nutriënten uit mest- en andere afvalstromen om te zetten in minerale meststoffen die dezelfde werking en performantie op vlak van milieu hebben als kunstmest. Maar vandaag is er nog geen wetgeving die toelaat om die producten als kunstmest te gebruiken. Dat moet er in 2022 op Europees niveau wel komen. Al is het nadien nog wachten op omzetting door de lidstaten en ook een harmonisatie met de nitraatrichtlijn. Gebeurt dit niet, dan blijft die laatste deze gerecupereerde meststoffen beschouwen als dierlijke mest.

“Dat wil niet zeggen dat de chemische industrie slecht is”, meent professor Meers, “we zien daar ook veel interesse om hun producten te vergroenen door niet enkel meer te werken met fossiele of primaire grondstoffen, maar ook gerecupereerde nutriënten te gaan integreren in hun producten.” Het is volgens hem dat samenspel van landbouw, chemie en maatschappij waar de uitdaging voor de komende tien jaar ligt, zowel in de EU als in Vlaanderen. “Op die manier kan je komen tot een systemische benadering waarbij er minder externe nutriënten worden geïmporteerd, meer circulaire stromen worden ingezet en er minder verliezen naar het milieu zijn.”

Te streng beleid fnuikt ingezette transitie

Die transitie is volgens Meers al volop ingezet. “Maar die moet verder gestimuleerd en gefaciliteerd worden. Als er nu een beleid komt dat plots een nultolerantie op vlak van stikstofuitstoot gaat hanteren, dan vrees ik dat die transitie stil komt te vallen. Terwijl het juist belangrijk is om de weg die moet bewandeld worden, zo veel mogelijk vrij van obstructies te houden om tot resultaat te komen.” Tegelijk beseft de professor dat landbouw de laatste jaren stagneert op vlak van verbetering van milieukwaliteit en dat de minister de taak heeft die stagnatie te doorbreken. “Er rust een zware taak op haar schouders”, stelt hij.

Toch waarschuwt hij ervoor dat als er nu een te streng beleid komt in Vlaanderen, dat dan het kind met het badwater wordt weggegooid. “Vanuit technologisch standpunt is landbouw in de Europese Unie veel efficiënter en veel duurzamer dan in derde landen. Binnen de EU is Vlaanderen dan weer één van de koplopers, zowel als het gaat om strengheid op vlak van milieu als in milieutechnologie en duurzaamheid. De Vlaamse technologie op vlak van landbouw staat aan de top”, benadrukt Meers.

“Als er nu een te streng beleid komt, dan zal de veehouderij het hier heel moeilijk krijgen. Tegelijk zien we dat de consumptie wereldwijd niet zal dalen omdat we hier strenger worden. Dat houdt in dat de productie zich zal verleggen naar regio’s die bijna met zekerheid aan minder strenge milieuvoorwaarden voldoen.” Dit betekent volgens hem dat we beter in Vlaanderen investeren vanuit de sector, maar dan is er een beleidskader nodig dat dit ook toelaat. “Als dat er komt , dan ben ik er absoluut van overtuigd dat er een toekomst is voor de veehouderij in Vlaanderen, want wij staan vandaag al aan de top.”

Constructeurs of landbouwbedrijven die vandaag technieken ontwikkelen of installeren die beter presteren dan gemiddeld, worden daar niet voor belooond

Carl De Braeckeleer - Gedelegeerd bestuurder DLV

Geen generiek beleid

Ook Carl De Braeckeleer hoopt dat het beleid niet al te stringent wordt. “Ik ben pleitbezorger voor een beleid dat rekening houdt met heel specifieke bedrijfssituaties. Dat is er niet in het tussentijds stikstofkader. Als het nieuwe beleid uitgaat van een generieke reductie van de stikstofuitstoot van pakweg 30 procent voor heel de veehouderij, dan vrees ik dat dit het faillissement wordt van heel wat bedrijven.”

Daarnaast vraagt hij ook dat het beleid de nodige incentives voorziet. “Constructeurs of landbouwbedrijven die vandaag technieken ontwikkelen of installeren die beter presteren dan gemiddeld, worden daar niet voor beloond”, zegt De Braeckeleer. “Installeert een landbouwer nu een luchtwasser op zijn stal, dan gaat de overheid uit van een generieke reductie van bijvoorbeeld 70 procent. Terwijl we ondertussen zeker weten dat er constructeurs zijn die luchtwassers maken die veel meer ammoniak reduceren. Maar vandaag kan dat niet in rekening worden gebracht.”

Dat er een probleem met stikstof is, wil hij niet onder stoelen of banken steken. “Al blijft de vraag hoe je dit als het kleine stipje dat Vlaanderen op de Europese kaart is, individueel wil aanpakken”, klinkt het. “Toch ben ik ervan overtuigd dat onze Vlaamse landbouwers, die in het verleden ook al ondernemers in het kwadraat zijn genoemd, de problemen willen en kunnen aanpakken, maar dan moet het beleid wel voldoende incentives voorzien.”

Beluister hier de volledige podcast:

Hieronder kan je de andere podcasts van Radio Agribex terugvinden:

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek