Gents stadsbestuur hoopt dat verkoop gronden aan Fernand Huts overeind blijft

De zaak draait om de verkoop van 450 hectare landbouwgrond in Zeeuws-Vlaanderen, die in 2016 in één lot werd verkocht aan Huts' Luxemburgse vennootschap Bijloke BV voor 17,5 miljoen euro. Volgens een taxatieverslag waren de gronden echter ruim 20 miljoen euro waard, waardoor de transactie als verdoken staatssteun kan worden beschouwd. Een Belgisch landbouwerskoppel tekende verzet aan, omdat ze interesse hadden in een deel van de gronden, maar niet in de volledige oppervlakte.

Hun advocaat argumenteerde dat de verkoop discriminerend georganiseerd was en enkel bedoeld voor uitzonderlijk vermogende partijen, zoals de Antwerpse industrieel. Een eerste nietigverklaring werd afgewezen maar het hof van beroep oordeelde uiteindelijk toch dat het OCMW van Gent een fout had gemaakt. 

Dat had steeds volgehouden dat de verkoop van de gronden in één lot een goede keuze was omdat het zo kon vermijden dat het opgescheept zou zitten met onverkochte percelen. Maar het hof oordeelde dat er nooit deftig (markt)onderzoek gedaan is naar alternatieve pistes, zoals een slimme bundeling van bepaalde percelen. 

Met succes, want de verkoop staat op de helling. Het vonnis bracht het stadsbestuur in een lastige situatie. In principe moet Bijloke BV de gronden teruggeven aan het OCMW, dat dan de verkoopprijs moet terugbetalen. Maar dat is problematisch omdat enkele percelen inmiddels doorverkocht zijn. De stad Gent noemde de beslissing destijds een "erg ingrijpende sanctie" en het arrest "praktisch gezien onuitvoerbaar". 

De stad kon zich niet vinden in het arrest van de beroepsrechter, die de verkoop had opgebroken en trok naar Cassatie. Als het cassatieberoep wordt ingewilligd, moet de zaak worden overgedaan. In het andere geval blijft de verkoop overeind en moet de stad aan de slag met een financieel en praktisch lastige situatie.