Topeditie voor Agriflanders: "Toont samenhorigheidsgevoel in de sector aan"
Met 67.000 bezoekers is Agriflanders een onverhoopt succes geworden. “De beurs heeft laten zien dat de land- en tuinbouw een sector is die verenigd is. Het samenhorigheidsgevoel was enorm”, vertelt beursmanager Gunther De Mey. Minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) trok een hele zondagnamiddag uit voor een beursbezoek en kan dat alleen maar beamen. “De veerkracht die ik bij de landbouwers mocht vaststellen, is onvoorstelbaar. Nu is het aan ons om dit gevoel om te zetten in goed beleid”, stelt hij.
Samenhorigheid
De twaalfde editie van de Vlaamse land- en tuinbouwbeurs Agriflanders was gestart in een bijzonder moeilijk politiek en economisch klimaat, maar qua bezoekersaantal was daar weinig van te merken. "De eerste dag ontvingen we 13.004 bezoekers, op dag twee 13.852, zaterdag 17.388 en zondag 22.512 bezoekers. Dat brengt het totaal op zo'n 67.000 bezoekers. Daarmee knopen we aan bij de editie van 2019. Met 69.000 bezoekers was dat toen zelfs een topeditie", zegt De Mey. Ook qua exposantenaantal moet de beurs nauwelijks onderdoen voor die editie: 344 in 2023 tegenover 358 in 2019.
Afscheidnemend voorzitter Georges Van Keerberghen ziet een aantal oorzaken voor dat onverhoopt succes. “Ondanks de moeilijke context waarin de landbouw vandaag werkt en het dalend aantal boeren, zijn er een aantal sectoren die het vandaag goed doen. Anderzijds is het in moeilijke tijden net goed om samen te komen”, klinkt het. “Na een geannuleerde editie omwille van corona (editie 2021) merken we dat het voor de land- en tuinbouwers en voor al wie actief is in de sector juist heel belangrijk is om elkaar opnieuw te ontmoeten. Dat contact doet deugd, is overduidelijk te merken op de beurs.”
Volgens de organisatie heeft de landbouwsector eendracht laten zien. “Deze beurs heeft getoond dat de landbouw verenigd is. Het samenhorigheidsgevoel was duidelijk aanwezig. Daarnaast heeft de landbouw zich ook geprofileerd als een professionele en dynamische sector: constant op zoek naar oplossingen voor problemen”, verduidelijkt Joris Van Olmen, die na deze editie het voorzitterschap overneemt van Van Keerberghen.
Ook de standhouders waren bijzonder tevreden. Velen onder hen kwamen zonder verwachtingen naar Agriflanders, maar al na de eerste dag waren er bijna uitsluitend positieve commentaren te horen. “Dit was een superbeurs”, klonk het onder meer. Een reactie waar de organisatie veel belang aan hecht. “Het gebeurt niet gauw dat exposanten dit zeggen. Dan kan het niet anders dan positief zijn”, was onder meer te horen op de slotbeschouwing over de beurs.
Brouns op zwier
Eén van de veelbesproken dossiers op de beurs was uiteraard het stikstofdossier. De gevolgen van de onzekerheid over de toekomst deed menig landbouwer de krop in de keel of een traan in het oog krijgen. Dat mocht ook Vlaams landbouwminister Brouns ervaren. Hij had een hele zondagnamiddag uitgetrokken om de beurs te bezoeken. In zowat elke hal bezocht hij een aantal standen en sprak hij met exposanten en beursbezoekers.
Starten deed hij in hal 1 op de stand van VLAM waar de minister aan het koken werd gezet, maar al snel moest erkennen dat hij geen echte kookervaring heeft. Op de stand van Boerenbond liep hij zijn federale collega, premier Alexander De Croo (Open Vld), tegen het lijf. Daar werd er geluisterd naar de bekommernissen van zowel Boerenbond als Groene Kring over een aantal actuele dossiers en werd er geposeerd voor de foto.
Een andere belangrijke tussenstop was voorzien bij fabrikanten van stikstofreducerende technieken. Bij Van Hessche Beton maakte Brouns kennis met een techniek die erkend is op de PAS-lijst: de Optifloor. “Dat is een roostervloer die in nieuwe stallen wordt geplaatst waarbij de urine versneld wordt afgevoerd. Een klep zorgt ervoor dat de vaste mest van de urine wordt gescheiden, waardoor de uitstoot van stikstof met 29 procent wordt gereduceerd voor koeien die ook naar de weide gaan. Worden koeien alleen op stal gehouden, dan is de reductie beperkt tot 25 procent”, vertelt zaakvoerder Dries Van Hessche.
De minister was aangenaam verrast door de eenvoud maar efficiëntie van de techniek. “Dit is geen ‘rocket science', maar ik heb dit nog nooit gezien. Het is bijzonder goed dat Vlaamse bedrijven dit aanbieden aan de landbouw”, zo klonk het. Toch is implementatie niet zo evident. Deze roostervloer kost 2,5 à 3 keer zoveel als een gewone roostervloer en kan maar rekenen op een VLIF-tussenkomst van 30 procent. Ook het feit dat de investering vandaag nog niet rendabel is voor bestaande stallen, is een hinderpaal. “Maar we zien wel dat de interesse bij de veehouders groot is”, aldus Van Hessche.
Ook bij Biolectric werd haltgehouden. Daar kreeg Brouns te horen dat het bijzonder jammer is dat het bedrijf het afgelopen jaar in Wallonië 30 pocketvergisters heeft geïnstalleerd, terwijl dat er in de thuismarkt Vlaanderen slechts een handvol waren. “Heel wat verkochte installaties zijn zelfs niet gebouwd als gevolg van het stikstofakkoord”, zo vertelt Klaas Vanhee, commercieel directeur van Biolectric. Ook heeft het bedrijf door het uitblijven van een juridisch kader niet kunnen profiteren van de huidige gunstige conjunctuur in de melkveehouderij, zowat de belangrijkste markt van het bedrijf.
Nochtans was er veel belangstelling voor de gecombineerde techniek van het bedrijf waar een stikstofstripper wordt toegevoegd aan de pocketvergister. Het afgelopen jaar nam Biolectric niet alleen een delegatie van N-VA mee naar Nederland om meer over de techniek te leren, ook werden zowat 200 melkveehouders meegenomen naar Nederland om met eigen ogen de techniek in actie te zien. “Deze technieken zorgen voor 65 procent van de stikstofuitstoot en 82 procent van de broeikasgasuitstoot”, aldus Vanhee die benadrukt dat deze cijfers werden gevalideerd door de universiteit van Wageningen.
Helaas is de techniek nog steeds niet goedgekeurd in het kader van het Wetenschappelijk Comité Veeteelt (WeComV). “De procedure die moet gehanteerd worden binnen dat wetenschappelijk comité is nog steeds niet duidelijk”, legt Vanhee uit. “Dat zal wellicht nog een half jaar duren voor die er is. Uit vorige wetenschappelijk comités weten we dat de gemiddeld doorlooptijd twee tot drie jaar blijft. Dus tel die twee bij elkaar en je weet hoe lang het duurt vooraleer we in Vlaanderen vooruit kunnen."
Na nog tal van tussenstops bij onder meer Arvesta, ABS en het Departement Landbouw en Visserij, polste VILT bij de minister naar zijn indruk van de beurs. “Ik ben zeer aangenaam verrast over de verschillende ontmoetingen die ik vandaag heb gehad. Ondanks de moeilijke situatie en het gebrek aan rechtszekerheid is de sfeer bijzonder positief. De veerkracht die de sector toont, is ongelooflijk. Het is nu aan ons om dit gevoel om te zetten in een goed beleid”, zo benadrukte Brouns.
Eerste beursdeelname voor Open Vld
Premier De Croo kwam vooral voor de trekpaarden naar Agriflanders. Maar hij bezocht ook de stand die zijn partij voor het eerst had op de landbouwbeurs. Daar lanceerde Open Vld aan het begin van de beursvierdaagse de campagne ‘Samen onze botten aan voor meer rechtszekerheid’.
Vlaams parlementslid Bart Van Hulle is blij met de beslissing om deel te nemen aan de beurs. “Het waren intensieve, maar bijzonder interessante dagen. We kregen inderdaad wat misnoegde reacties van landbouwers, maar globaal genomen waren de mensen blij dat ze hun verhaal eens konden doen. Verhalen die wij nu meenemen naar Brussel en waar we mee aan de slag moeten gaan”, aldus Van Hulle. Eerder liet hij al verstaan het stikstofakkoord zoals het nu voorligt, niet te zullen goedkeuren.
Bron: Eigen verslaggeving
