Vlaming kiest minder veggie dan verwacht: “Veel werk voor de boeg”

De Vlaming eet amper minder vlees dan tien jaar geleden. Dat blijkt uit een studie van het Vlaams Departement Omgeving dat kadert in het project 'Green Deal Eiwitshift op ons bord'. Dit project heeft als doel om de Vlaming vaker voor plantaardige eiwitbronnen te laten kiezen. De voorlopige resultaten zijn minder dan gehoopt. “We hebben nog werk voor de boeg, maar we zien wel positieve evoluties”, zegt beleidsmedewerker Kristof Rubens van het Departement Omgeving.

14 februari 2024  – Laatst bijgewerkt om 14 februari 2024 19:29 Ruben De Keyzer
burger-3962996_1920

De Green Deal Eiwitshift wil een letterlijke ommekeer in onze eetgewoonten. Bij de laatste voedselconsumptiepeiling in 2014 bleek dat ongeveer 60 procent van onze eiwitten uit dierlijke bron en 40 procent uit plantaardige bron stamt. Tegen 2030 beoogt men om deze cijfers om te draaien, met een plantaardige eiwitconsumptie van 60 procent. Deze ambitie werd recent ook opgenomen in de Vlaamse Eiwitstrategie van het Agentschap Landbouw & Zeevisserij. Maar we zijn er nog lang niet, zo blijkt uit de recentste meting.

grafiek eiwitconsumptie

De respondenten werden onderverdeeld in vier categorieën. 54,8 procent van de respondenten is omnivoor, wat betekent dat ze elke dag vlees of vis consumeren. 43,4 procent is flexitariër. Zij eten één of meerdere keren per week geen vlees of vis, maar schrappen het niet volledig. Vegetariërs (1,3%) en veganisten (0,4%) omvatten het kleinste percentage van de respondenten. Voor de duidelijkheid: dit betekent niet dat slechts 1,3 procent van alle Vlamingen vegetariër is. Volgens de Veggiebarometer in 2023 van Proveg & iVOX is acht procent vegetariër en vijf procent veganist. “Vegetariërs en veganisten worden dus ondervertegenwoordigd in onze groep respondenten van dit rapport”, verduidelijken de auteurs.

Plantaardige kerngroep

Om de shift naar plantaardige eiwitten waar te maken, kijken de onderzoekers naar de ‘plantaardige kerngroep’. Deze groep bestaat uit producten van plantaardige oorsprong die worden gezien als vervangers voor dierlijke producten en rijk zijn aan eiwitten. Voorbeelden zijn peulvruchten, noten, plantaardige smeersalades en plantaardige vlees- en zuivelvervangers.

grafiek eiwitgroepen

Verrassend genoeg halen we de meeste plantaardige eiwitten uit bronnen die we niet meteen associëren met de vleesvervangers, maar waar we wel veel van eten. Dit wordt de plantaardige restgroep genoemd, bestaande uit granen, aardappelen, groenten en fruit.

Volgens Rubens, één van de auteurs moet er meer op deze kerngroep worden ingezet. “We moeten nieuwe producten leren kennen”, zegt hij. “Peulvruchten zijn een goede vleesvervanger. Ze hebben een lage milieu-impact en zijn heel veelzijdig, maar we zijn het doorheen de jaren verleerd om met peulvruchten te koken. Onze grootouders en hun ouders deden dat wel nog. Ik denk dat dit heel veel potentieel met zich meedraagt.“

Minder zuivel, op één product na

De auteurs gingen na hoe vaak Vlamingen bepaalde producten eten per week. We zien dat de Vlaamse consument in 2022 vergeleken met 2014 wat vaker is gaan kiezen voor vegetarische vleesvervangers, plantaardige alternatieven voor zuivel en ook iets vaker kiest om geen vlees of vis te eten. In dezelfde periode is men wat minder gaan kiezen voor vlees, gevogelte en wild, vis en zuivel. De enige uitzondering in de dierlijke groep is voor eieren, die vaker geconsumeerd werden in 2022.

Gevogelte
Vlees
Vis en schaaldieren.png
Vleesvervangers
Kikkererwten en linzen
Dagpenetratie

Volgens Rubens is de eiwitshift een verhaal dat zich op lange termijn moet ontwikkelen. “We staan minder ver dan verwacht, zeker omdat de aandacht voor plantaardig eten de laatste jaren sterk is toegenomen. Ook het aanbod is sterk verbeterd en uitgebreid. Maar de grote omslag zien we nog niet in de cijfers op dit moment.”

Eetcultuur

“We weten dat gedragsverandering iets is dat we op lange termijn moeten zien, dat gaat niet vandaag op morgen”, zegt hij. “Wat we eten is heel sterk onderhevig aan gewoontes. We hebben een beperkt aantal recepten in ons hoofd die heel vaak de revue passeren, en we wijken daar niet snel van af. Die gewoontes kunnen veranderen, maar daar gaat tijd over heen.”

“We merken ook dat dierlijke producten diep geworteld zijn in de eetcultuur”, zegt Rubens. “Denk aan gerechten die we als onze klassiekers beschouwen zoals stoofvlees en vol-au-vent. Daar kunnen we moeilijker van af stappen. In de horeca maar ook op de werkvloer zijn er nog opportuniteiten om het plantaardig aanbod te vergroten. Ik kom uit de tijd dat de enige veggie-optie een slaatje was. Daar ga je niet veel mensen mee verleiden. Vandaag is dat beter, maar er is altijd ruimte voor meer inspirerende gerechten.”

Rubens ziet wel een lichtpunt in het grote aandeel flexitariërs, die 43 procent uitmaakten van de respondenten. “Dit is een aanzienlijke groep in de samenleving die al dichter op de 60/40 doelstelling zit. Er is potentieel om hen verder mee te nemen in het eiwitshiftverhaal.”

Sociale tabel 2

Voedselomgeving

Hoewel veggie een hip en jeugdig imago heeft, zijn er geen bijzonder grote verschillen in de eiwitconsumptie per leeftijdscategorie. “Er is een licht generatieverschil, waarbij de eiwitverhouding bij de groep 25-40 jarigen gunstiger ligt”, zegt Rubens. Ook de sociale klasse en het opleidingsniveau maken nauwelijks tot geen verschil.

Die voedselomgeving kan volgens Rubens ook een verschil maken. “De voedselomgeving is een omschrijving van de manier waarop we in contact komen met onze voeding in het straatbeeld, de winkel, onderweg of zelfs op sociale media. Die omgeving kan gezonde en milieuvriendelijke keuzes stimuleren maar kan ook net het omgekeerd doen. Een treinstation is een voorbeeld van een voedselomgeving waar ongezonde en minder milieuverantwoorde keuzes makkelijker worden gemaakt. Wanneer we ergens komen waarin plantaardige opties niet beschikbaar zijn, of minder aantrekkelijk, worden we niet verleidt om te kiezen voor meer plantaardige maaltijden. De omgeving speelt dus  een belangrijke rol in de voedingskeuzes die mensen maken.”

Plantaardig en lokaal

De eiwitshift is een slim idee, zowel voor je eigen gezondheid als voor die van de planeet. Toch is de boodschap niet dat dierlijke eiwitten volledig in de ban moeten. “Daar gaat het ook niet om”, zegt Rubens. “Het gaat wel om een betere balans te creëren op langere termijn. Daarom hebben we de campagne halfhalf opgesteld, waarin we mensen willen helpen om de helft van de week voor een plantaardige maaltijd te kiezen. Zo wordt de eiwitshift ook haalbaar op lange termijn. De eiwitshift biedt bovendien opportuniteiten voor onze boeren en voedselverwerkers. Zij kunnen ervoor instaan om deze plantaardige producten te maken. Als mensen vaker kiezen voor een lokaal en plantaardig aanbod, komen we al een heel eind.”

“Supermarkten kunnen veel meer doen voor milieu en klimaat”
Uitgelicht
Naar aanleiding van de halfhalf-campagne om meer plantaardig te eten, roepen Rikolto, Bond Beter Leefmilieu en BOS+ supermarkten op om sneller en meer in te zetten op plantaar...
15 november 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek