Vlaamse overheid moet schadevergoeding betalen aan buren van pluimveebedrijf
De Vlaamse overheid is veroordeeld tot het betalen van een herstelvergoeding aan een vijftal omwonenden van een pluimveebedrijf in Poppel, in Antwerpen. Dat heeft de Raad van State beslist. Door een fout van de Vlaamse overheid in het verlenen van de vergunning in 2017, verloor het pluimveebedrijf zijn vergunning in 2020. Vorige maand oordeelde de Raad dat de omwonenden nu een vergoeding krijgen van meer dan 16.000 euro voor de overlast die ze ondervonden in de periode 2017-2020.
Arrest na arrest
Het pluimveebedrijf in de Ravelse deelgemeente Poppel, tegen de grens met Nederland, en de omwonenden zitten al jarenlang in een juridische strijd. Het begon in 2017 toen toenmalig Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (cd&v) een milieuvergunning verleende voor het verder exploiteren en aanpassen van het bedrijf. Het ging om een vergunning voor 35.0000 kippen.
De omwonenden ondervonden naar eigen zeggen hinder en spanden enkele rechtszaken aan om die vergunning te laten vernietigen. Ze droegen aan dat ze last hadden van onder meer geurhinder, hinder door ongedierte, stofhinder, verkeershinder, geluidshinder, visuele hinder en hinder aan hun leefomgeving.
In 2020 besliste de Raad van State om de vergunning te vernietigen. De Raad oordeelde dat de vergunning nooit had mogen verleend worden. "De vergunning werd toegestaan zonder zekerheid dat de hinder voor de aanpalende woningen tot een aanvaardbaar niveau kon worden beperkt. Dat was te wijten aan een gebrekkig milieueffectenrapport (MER)-screening en de toetsing ervan aan de effecten op mens, leefmilieu en de goede ruimtelijke ordening", zo klonk het oordeel.
Een jaar later spanden de omwonenden opnieuw een rechtszaak aan, dit keer tegen de Vlaamse overheid van wie ze een herstelvergoeding eisten. Twee jaar later, in april 2023 volgde dan het arrest van de Raad van State waarin de Vlaamse overheid veroordeeld wordt tot het betalen van een herstelvergoeding van 16.515 euro aan ieder van de betrokken omwonenden. De schadevergoeding is nog te verhogen, berekend aan de wettelrijke rentevoet van 2 juni 2019.
Precedent
“De Raad van State heeft nog niet zo lang die mogelijkheid om schadevergoedingen toe te kennen”, zegt parlementslid Jeroen Tiebout (N-VA) die zetelt in de Commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement aan Radio 1. “Het is één van de eerste keren dat het gebeurt in milieuzaken.” Dit arrest is volgens Tiebout een waarschuwing dat overheden voorzichtig moeten zijn bij het toekennen van vergunningen. “Spijtig genoeg moet de Vlaamse overheid nu dus een schadevergoeding betalen. Het bedrijf heeft 13 jaar winsten gepakt, maar de overlast was voor de buren. Het milieu en de Vlaamse belastingbetaler betalen er nu de prijs voor”, aldus Tiebout.
Niet iedereen kan zomaar een herstelvergoeding vorderen, dit kan enkel en alleen wanneer een vergunning nietig verklaard is
De Raad van State heeft de bijkomende bevoegdheid om een schadevergoeding tot herstel toe te kennen. Dat kan al sinds 2014, maar het gegeven is eerder onbekend in milieuzaken. Dat bevestigt ook Boerenbond. De landbouworganisatie vreest dat dit arrest een extra hinderpaal kan zijn voor de overheid om vergunningen, niet enkel voor landbouw maar ook voor industrie, toe te kennen. Al blijkt uit een scriptie van Luka Geurts dat de Raad van State in de periode 2014-2020 nog niet veel herstelvergoedingen toegekend heeft. In de zes jaar werden amper acht verzoeken toegekend in de Nederlandstalige Kamers.
Advocaat Fernand Keuleneer legt uit dat aan deze zogenaamde vergoeding tot herstel enkele voorwaarden verbonden zijn. “Deze schadevergoeding kan enkel en alleen gevorderd worden wanneer een vergunning nietig verklaard werd”, benadrukt hij. Daarnaast is vereist dat het nadeel of de schade niet volledig door de vernietiging van de vergunning hersteld is.
De advocaat ziet dit arrest niet als een revolutionair precedent. “Behalve dan,” zegt meester Keuleneer, “dat hier een herstelvergoeding op basis van billijkheid wordt toegekend zonder dat in het arrest aangetoond of zelfs beweerd wordt dat het betreffende bedrijf een fout gemaakt heeft, noch wat betreft het naleven van de vergunning, noch wat betreft de wijze van exploitatie.”
Meester Keuleneer wijst hierbij op het feit dat het bedrijf nooit illegaal geëxploiteerd werd aangezien het altijd een vergunning heeft gehad. De vernietiging van de vergunning is er niet gekomen door de schuld van het bedrijf maar door een fout die door de Raad van State ten laste gelegd is van de Vlaamse overheid. “Die laatste riskeert nu wel uiterst voorzichtig en zeer terughoudend te worden bij de toekenning van vergunningen”, aldus Keuleneer.

Bron: Eigen berichtgeving