Strengere industriële emissienormen verhogen administratieve last bij veebedrijven
In het Europees Parlement is de herziening van de richtlijn over industriële emissies goedgekeurd. De bedoeling is de schadelijke uitstoot van industriële installaties zo veel mogelijk te beperken door voor de sectoren die in de tekst opgenomen zijn, de strengst mogelijke emissieniveaus vast te leggen. In de nieuwe richtlijn zijn de drempels voor varkens- en pluimveebedrijven verlaagd. “Dit resulteert in meer administratieve verplichtingen voor meer Vlaamse landbouwbedrijven”, klinkt het bij Boerenbond.
De Europese Industrial Emissions Directive (IED) die al sinds 2010 bestaat, heeft als doelstelling de schadelijke uitstoot van industriële installaties terug te dringen. Ook landbouwbedrijven van een bepaalde grootte vallen onder deze richtlijn. De richtlijn bevat minimumvoorschriften die van belang zijn voor het verstrekken van vergunningen. Omdat in ons land de vergunningsvoorschriften hoger zijn, gaat er op dat gebied geen belemmerende werking uit van de richtlijn.
Niet voor rundveebedrijven
Wel is er extra administratieve last in de vorm van aangescherpte controles op die vergunningen en de naleving van de voorschriften. “Concreet gaat het om een aantal bijkomende verplichtingen voor bedrijven die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen (GPBV-bedrijven in Vlaanderen) ten opzichte van gewone klasse I/II-inrichtingen”, klinkt het op de studiedienst van Boerenbond.
In de loop van vorig jaar is er in het Europese Parlement een verstrenging van deze richtlijn industriële emissies overeengekomen. Tijdens de onderhandelingen kwamen het Parlement en de lidstaten overeen om rundveebedrijven uit de lijst met betrokken sectoren te halen. Grote varkenshouderijen en grote pluimveebedrijven vallen wel nog steeds in de scope. Voor hen is de drempel verlaagd, waardoor er meer bedrijven in het toepassingsgebied vallen.
Wel voor varkens- en pluimveebedrijven
De drempel in de varkenshouderij is verlaagd van 2.000 mestvarkens of 750 zeugen naar respectievelijk 350 grootvee-eenheden (in de nieuwe richtlijn gaat men uit van GVE’s), oftewel 1.166 mestvarkens of 700 zeugen. In de pluimveehouderij vallen bedrijven vanaf 21.400 legkippen en 40.000 vleesveekippen onder de aangescherpte richtlijn die over twee jaar van kracht wordt. Aanvankelijk waren dat bedrijven met 40.000 legkippen of vleesveekippen. Vooral voor de varkenshouderij is de drempel dus gevoelig verlaagd.
Het politieke akkoord over de richtlijn dat in november vorig jaar werd bereikt, is dinsdag goedgekeurd met 393 stemmen voor, 173 tegen en 49 onthoudingen. Niet alleen zullen door die wetgeving de emissienormen voor de industrie strenger worden, er komen ook milieuprestatiedoelstellingen voor waterverbruik om waterschaarste te bestrijden. Ook wordt ingezet op minder afval en op een efficiënter gebruik van hulpbronnen, energie en grondstoffen.
Boerenbond en de Europese landbouworganisatie Copa-Cogeca waren vanaf het begin tegen het verlagen van de drempels in de pluimveehouderij en varkenshouderij. De landbouworganisaties zijn er principieel op tegen dat ook de landbouw geviseerd wordt door een richtlijn die duidelijk gericht is op industriële installaties. Het verlagen van de drempel, oftewel een uitbreiding van toepassingsgebied van de richtlijn, zorgt ervoor dat er meer landbouwbedrijven onder de richtlijn vallen en een aanvullende administratieve last krijgen. “En laat het nu net die administratieve verplichtingen en regels vanuit Europa zijn, die aan de bron van de boerenprotesten in februari lagen”, aldus Boerenbond.
Een verstrenging van de richtlijn zorgt voor extra administratie voor bedrijven. Net dit lag mee aan de bron van de boerenprotesten
Het gaat bijvoorbeeld om periodieke inspecties en het feit dat men de best beschikbare technieken uit het referentiedocument (BREF) daarover voor de intensieve veeteelt moet implementeren. Dit komt neer op bijkomende monitorings- en rapportageverplichtingen over bijvoorbeeld het verbruik van water, elektriciteit, brandstof. Daarnaast moet men bijvoorbeeld ook een milieubeheersysteem invoeren, een geluidsbeheerplan en een geurbeheerplan opmaken.
Politieke verdeeldheid
Over de toepassing van de richtlijn voor de landbouwsector was ook de politiek verdeeld, in het bijzonder de Europese Volkspartij (EVP). Volgens een betrokkene wilde "een steeds harder wordende" landbouwvleugel ook varkens en pluimvee uit de tekst halen en zo het akkoord openbreken, maar dat is dus niet gebeurd. Het stemresultaat legde de verdeeldheid bloot: de meeste EVP'ers blijken het politieke akkoord nog steeds te steunen, maar een aanzienlijk deel - onder wie fractieleider Manfred Weber - stemde tegen.
Bij cd&v stemden Tom Vandenkendelaere en Cindy Franssen vóór de tekst. "Onder druk van het Parlement zijn we erin geslaagd om rundvee eerder al uit het toepassingsgebied van deze wetgeving te halen en de drempels voor varkens en pluimvee minder streng te maken", verdedigt Vandenkendelaere zijn stem. Hij geeft aan dat Europees commissaris voor Landbouw Janusz Wojciechowski heeft toegezegd dat er in de toekomst de opsplitsing gemaakt kan worden van industriële emissies en landbouwgerelateerde emissies en dat is volgens hem niet meer dan logisch. "Onze Vlaamse familiebedrijven in de veehouderij kunnen we niet over dezelfde kam scheren als grote industriële spelers."
Alle landbouwbedrijven in Europa die boven deze drempel vallen, moeten nu aan de strengste rapportagevoorwaarden voldoen. Dat bevordert het gelijke speelveld
Vandenkendelaere denkt dat de impact van de drempelverlaging op Vlaamse landbouwbedrijven relatief beperkt is, omdat deze sowieso aan de strengste eisen en rapportageverplichtingen moeten voldoen. Daarbij kan de verstrengde wetgeving indirect bijdragen tot een gelijk speelveld in Europa. “Alle landbouwbedrijven in Europa, die boven deze drempel vallen, moeten nu aan de strengste rapportagevoorwaarden voldoen”, zegt hij.
Bron: Belga / Eigen berichtgeving