Voorakkoord over industriële emissies veehouderij, rundveesector krijgt uitstel
De onderhandelaars van het Europees Parlement en van de Europese Raad hebben een voorakkoord bereikt over een pakket regels die de vervuilende uitstoot door grote industriële installaties, ook agro-industriële installaties, moeten terugdringen. Voor varkens- en pluimveebedrijven is vastgelegd welke aan deze regels moeten voldoen. Voor rundveehouderij is de beslissing uitgesteld tot 2026.
De inzet van de onderhandelingen was de vermindering van de vervuiling van lucht, water en bodem door grote installaties die stikstof, ammoniak, kwik, methaan en CO2 uitstoten. Die kunnen ernstige gezondheidsproblemen met zich mee kunnen brengen, zoals astma, bronchitis en kanker. Het Spaans voorzitterschap van de Raad wijst erop dat de EU tegen 2050 de vervuiling wil terugdringen tot niveau’s die niet meer schadelijk zijn voor de mens.
Best beschikbare technieken verplicht
De nieuwe regels in de Richtlijn Industriële Emissies verplichten om zo streng mogelijke uitstootniveaus vast te leggen door de "best beschikbare technieken" als norm te hanteren. De onderhandelaars kwamen ook overeen de richtlijn uit te breiden naar grote batterijfabrieken en mijnen.
De meeste controverse was er over de veehouderij. De Europese Commissie had voorgesteld de richtlijn uit te breiden naar bedrijven met meer dan 150 grootvee-eenheden voor de hele veestapel. Onder 150 grootvee-eenheden wordt verstaan: 150 melkkoeien of 375 kalveren of 10.000 leghennen of 500 vleesvarkens en 300 zeugen. Al was er ook nog discussie over de berekeningscoëfficiënt om grootvee-eenheden om te zetten naar dieraantallen.
Onderscheid tussen veehouderijsectoren
Het Parlement en de Raad onderhandelden maandenlang over een differentiëring per type veehouderij, met daarin een uitzondering voor rundveehouderijen, hoewel die veel methaan en lachgas uitstoten. Uiteindelijk kwamen ze overeen de maatregelen uit te breiden naar industriële varkenshouderijen van meer dan 350 grootvee-eenheden, naar pluimveehouderijen met 280 grootvee-eenheden (300 voor leghennen) en 380 grootvee-eenheden voor gemengde boerderijen. Extensieve boerderijen of veeteelt voor huiselijk gebruik vallen buiten de scope. De nieuwe regels zouden geleidelijk worden toegepast, te beginnen in 2030 met de grootste bedrijven.
Omgerekend naar de gehanteerde diercoëfficiënt betekent dit voor varkenshouders dat de regels gelden vanaf 1.200 dieren, voor zeugenhouders vanaf 700 dieren, voor houders van kalkoenen vanaf 9.300 dieren, voor eendenhouders vanaf 28.000 dieren, voor vleeskuikenhouders vanaf 40.000 dieren en voor houders van leghennen vanaf 21.400 dieren.
Wat runderen betreft, hebben de onderhandelaars de bal in het kamp van de Commissie gelegd. Die moet tegen eind 2026 opnieuw bekijken hoe best kan worden omgegaan met de uitstoot door rundveehouderijen. De Commissie moet tegen dan ook bekijken hoe dezelfde eisen kunnen gesteld worden aan bedrijven buiten de Europese Unie als aan bedrijven binnen de EU.
Het voorakkoord dat door de onderhandelaars werd afgesloten, moet nog groen licht krijgen van het Parlement en van de Raad.
Bron: Belga / Nieuwe Oogst / eigen berichtgeving
