Nutri-Score heeft vaak een omgekeerd effect

Elke Godden is verbonden aan de Faculteit Economie (UA) en onderzocht de motivatie van consumenten achter keuzes in de supermarkt. Godden liet iets meer dan duizend mensen kiezen tussen twee producten. De vergelijkbare producten, bijvoorbeeld twee soorten yoghurt, verschilden steeds qua prijs, merk, Nutri-Score en voedingsclaim zoals ‘0% vet!’.

"De helft van de consumenten kiest doelbewust voor het gezondste product", legt Godden uit. “Zo'n 20 procent van de supermarktbezoekers kiest meestal voor het zogeheten A-merk, ook wanneer de Nutri-Score lager ligt. De overige 30 procent kiest, verrassend genoeg, voor de minst gezonde productoptie." Godden licht het opmerkelijk resultaat toe: "Wanneer we mensen twee identieke producten geven, waarvan het ene Nutri-Score C droeg en het andere Nutri-Score D, kiezen zij het tweede product. Een vreemde beslissing die wellicht is gebaseerd op de intuïtie van mensen die ervan uitgaat dat gezonde dingen niet lekker kunnen zijn.”

Als een aanzienlijk deel van het winkelend publiek van mening is dat gezonde producten slecht smaken, zal het plaatsen van een Europees gezondheidscijfer op verpakkingen waarschijnlijk tot ongezonde keuzes leiden, redeneren de onderzoekers. "Vooraleer de EU een label invoert dat een negatief effect heeft op de gezondheid van consumenten, moeten we eerst leren hoe we die groep beter kunnen bereiken", verklaart Godden. "Door de juiste prijs kunnen we hen wel overtuigen. Er moet meer gefocust worden op een lagere prijs voor gezonde voeding, niet op een score die mensen zegt dat het product gezond is.”

“Voor mensen die een gezonde keuze willen maken, is de Nutri-Score alsnog handig”, zegt Godden. “Merk wel op dat de Nutri-Score niet de gezondheid van producten vergelijkt, maar van producten binnen een categorie. Daardoor kunnen frieten een A-label krijgen en gerookte zalm een C-label.”