Minstens 30.000 jobs op de schop door krimp Nederlandse veestapel

“Geen aandacht voor deze groep werknemers”

“In de discussie over de inkrimping van de veestapel gaat het vaak over boeren, maar niet over werknemers in die sector”, zegt vakbond CNV. Dat betekent dat de stikstofmaatregelen niet alleen gevolgen hebben voor de 49.000 melkveehouders of de pakweg 12.000 vleeskoeien-, kippen- of varkenshouders, maar ook voor de hele toeleverings- en verwerkingsketen zal de krimp van de veestapel een grote impact hebben. “Als veel boeren worden uitgekocht, dan zullen er tienduizenden banen op het spel komen te staan”, zegt CNV. “In de kabinetsplannen lezen we niets over de werknemers in de agrovoedingsketen. Het perspectief van deze groep mensen wordt volledig genegeerd.”

Een derde van de getroffen werknemers werkt in de primaire landbouwsectoren, zoals de veehouderij. Twee derde werkt in gerelateerde sectoren, zoals de agrarische dienstverlening, distributie, slachterijen en de veevoederindustrie. 'Het gaat vooral om mensen die in dunbevolkte regio's werken waar weinig perspectief is op nieuw werk. Een verhuizing naar de randstad is ingrijpend en bovendien vaak onbetaalbaar', meent de vakbond die het kabinet oproept om met een transitieplan te komen.

1 op 3 jobs in Vlaanderen

Ook in Vlaanderen werd al berekend welke impact het stikstofbeleid kan hebben op de werkgelegenheid in de agrovoedingsketen. Met acties in heel Vlaanderen hebben tien organisaties uit de agrovoedingssector duidelijk gemaakt dat één op drie jobs en 30 procent van de bijdrage aan het bruto binnenlands product van de dierlijke agrovoedingsketen verloren dreigt te gaan bij een ondoordacht stikstofbeleid.

“De Vlaamse agrovoedingsketen vormt de basis van onze voedingsindustrie, de grootste industriële sector van Vlaanderen. De dierlijke productieketen bestaat uit de primaire sector en zijn toeleveranciers en afnemers. Ze stelt zo’n 60.000 mensen tewerk en staat garant voor een omzet van 38,5 miljard euro. Geen klein bier dus”, stelden de tien organisaties.

Bij de start van de stikstofdiscussies had de regering beloofd om geen beslissingen te nemen zonder dat er een socio-economische impactstudie was gebeurd. Die impactstudie is er ondanks die belofte nooit gekomen. Daarop becijferden een aantal sectorfederaties dan maar zelf de economische impact van de stikstofregels voor hun sector. Onder meer de diervoedersector (BFA), de zuivelsector (BCZ) en de vleessector (FEBEV) deden dat. Die rapporten werden aan de Vlaamse regering bezorgd, maar die kregen weinig gehoor.