Lawine aan reacties op de campagne Dagen zonder vlees
nieuwsNiet eerder kreeg de campagne ’Dagen zonder vlees’ zoveel media-aandacht. Aangezien het voor veehouders frustrerend is dat vlees wordt afgeschilderd als de grote boosdoener voor onze ecologische voetafdruk kropen de frontlieden van de boerenorganisaties in hun pen. Daarop liet de vegetarische beweging zich niet onbetuigd en de opiniestukken volgden elkaar in snel tempo op. Dat van Loes Neven lichten we eruit omdat zij werkt voor het het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ). Neven pleit ervoor om vlees opnieuw de status van luxeproduct te geven en voor hetzelfde geld minder maar beter en lokaal geproduceerd vlees te kopen. Een standpunt dat ook topslager Hendrik Dierendonck en Patrick De Ceuster van Wervel innemen. “Mensen eten teveel vlees omdat het zo goedkoop geworden is”, beaamt ethicus Dirk Lips.
We zouden beter minder vlees eten maar er daarom niet minder geld aan spenderen. Door te kiezen voor de betere kwaliteit van vlees kan van het budget dat de consument uitgeeft aan vlees een groter deel naar de producent vloeien. Dat is de nieuwe wending die de discussie neemt in alle opiniestukken die de jongste dagen over vlees, en meer bepaald over de actie ‘Dagen zonder vlees’, geschreven worden. In een interview met VILT zegt ethicus Dirk Lips dat de win-win zit in minder maar beter vlees waar de consument hetzelfde budget aan blijft spenderen.
Lips pleit voor een andere coalitie. “De meeste mensen in onze streken eten gewoon veel te veel vlees, omdat het zo goedkoop geworden is. Minder maar duurder vlees consumeren van een betere kwaliteit, dat moet het doel zijn”, aldus ethicus Lips. “Langs de kant van de landbouwers lijken de geesten daarvoor nog niet helemaal rijp. Wat we goed moeten beseffen, is dat we als landbouwsector zorgen voor de primaire behoeften van de maatschappij. De maatschappij vergeet dat, maar wij soms ook. Wat we als sector produceren moet gezond zijn voor de maatschappij, en daarom moeten we stoppen met te zeggen dat de consument meer dierlijke producten moet consumeren.”
In hetzelfde interview voegt GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch, die deel uitmaakt van de Raad voor Dierenwelzijn, daar nog aan toe dat de landbouwsector af moet van de bulkgerichte focus. “Ik heb soms de indruk dat men nog in de illusie leeft dat de Vlaamse landbouw kan wedijveren met de grote wereldspelers als het gaat over de export van bulkproducten. Ik geloof niet dat men daar de problemen van de gemiddelde veehouder mee gaat oplossen. Ik vind dat er moet ingezet worden op nichemarkten. En als boeren daarbij rekening houden met dierenwelzijn, wel, dan moet daar een rechtvaardige prijs tegenover staan.”
Wat Lips en Vandenbosch op VILT.be betogen, lees je ook in de andere media. Op deredactie.be schaart het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) zich achter de ‘Dagen zonder vlees’-actie. De kritiek van Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat vindt VIGeZ-stafmedewerker Loes Neven niet verwonderlijk maar wel onterecht. “Tussen wel en geen vlees eten, ligt nog een wereld van verschil. Noch de campagne Dagen zonder vlees, noch VIGeZ heeft als doel om van iedereen een vegetariër te maken”, argumenteert Neven.
“Zowel met als zonder vlees kan je er een gezond eetpatroon op na houden. In het eerste geval gaat het dan wel over een matige consumptie van niet meer dan 100 gram vlees per dag”, verduidelijkt Neven. Die 100 gram is een maximale en geen aangeraden vleesconsumptie. Bovendien moet het vlees bereid gewogen worden en zit charcuterie als broodbeleg daarin inbegrepen. Verder is voldoende afwisseling tussen rood vlees, gevogelte en vis aan te raden en ook voor niet-vegetariërs is het een goed idee om regelmatig een vleesloze dag te houden.
Door de vraag te stellen of we teveel vlees eten, botst Loes Neven op het ontbreken van recente cijfers. “Daarvoor is het nog even wachten op de resultaten van de Voedselconsumptiepeiling die in opdracht van de federale overheid werd afgenomen. De vorige editie van deze peiling dateert van 2004 en toen bedroeg de gemiddelde consumptie van eiwitrijke producten (vlees, vis en vervangproducten) zo’n 160 gram, te veel dus. Cijfers van de federale overheidsdienst economie uit 2014 geven dalende consumptiecijfers ten gevolge van een dalende aankoopfrequentie. Het lijkt dus de goede kant op te gaan en we hopen dat dit binnenkort wordt bevestigd door de resultaten van de nieuwe consumptiepeiling.”
Zowel de eigen gezondheid als het klimaat zijn volgens VIGeZ goede redenen om de vleesconsumptie te verminderen. “Doe je het niet voor jezelf, doe het dan voor de planeet en voor al wie na jou op deze aarde zal rondlopen”, zegt stafmedewerker Neven. De kritische houding van de landbouworganisaties wordt hen niet in dank afgenomen omdat ze daarmee deze boodschap zouden ondermijnen. Neven maakt de vergelijking met de reacties van de frisdrankproducenten op de onlangs ingevoerde taks op gesuikerde dranken. “Daarbij wordt gespeeld op het sentiment van de gewone man (“ze gaan uw laatste plezier nog afpakken”) en de politici (“u gaat toch niet aan onze jobs en economie raken zeker”).”
In dat verband moet wel gezegd worden dat de reactie van Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker heel genuanceerd was. Zij toonde ontgoocheling over de “clichématige” communicatie rond vlees op de campagnewebsite en de “ongenuanceerde informatie”. Maar in één adem bepleitte ze het correct in kaart brengen van de Vlaamse situatie zodat de actie voor vleesmindering een kader krijgt van waaruit positief samengewerkt kan worden. De uitgestoken hand werd met het oog op het campagnevervolg in 2017 aangenomen door Alexia Leysen, initiatiefnemer van ‘Dagen zonder vlees’.
Ook VIGeZ ziet ‘Dagen zonder vlees’ als een mogelijkheid voor de landbouwsector om constructief en toekomstgericht mee te denken. “Hoe kan matige vleesconsumptie de boer ten goede komen? De consument is steeds bewuster bezig met wat hij eet en is in veel gevallen ook bereid om daar meer voor te betalen.” Neven vindt dat bij vlees de status van een luxeproduct hoort, iets waar je zuinig mee moet zijn en waarbij je van elk stukje geniet. Vlees verdient dus terug de status die het genoot ten tijde van onze grootouders. “Respect voor het werk van de boer zie je niet terug in vlees dat aan dumpingprijzen wordt verkocht en waarmee supermarkten elkaar beconcurreren, of in waterige kippenfilets van amper zes weken oude dieren. En laat daarnaast de mensen die er bewust voor kiezen om helemaal geen vlees te eten, om welke reden dan ook, in hun waarde.”
Vermelden we nog dat het pleidooi voor minder maar beter vlees ook in Het Nieuwsblad weerklank vindt. Zowel Patrick De Ceuster als topslager Hendrik Dierendonck vinden het verstandig om nog één keer per week vlees te eten, maar dan wel pure kwaliteit. “Zoals vroeger, toen vlees een luxeproduct was voor speciale gelegenheden.” Wervel is al langer pleitbezorger voor ‘zondag vleesdag’, een idee dat terugbuigt op een lange Vlaamse traditie. “Minder vlees is niet nadelig voor de boeren”, zegt De Ceuster. “Integendeel, het verlaagt de druk. Als ze minder vlees produceren, kunnen ze een hogere prijs vragen omdat het aanbod dan verkleint.” Volgens De Ceuster zal een boer ook veeleer kiezen voor minder dieren en meer inkomen. “Als hij dat kon. Nu worden ze door concurrentie gedwongen aan massaproductie te doen.”
Als afsluiter nog twee reacties uit politieke hoek. Het betoog van voorzitster van Jong Groen, Céline Van Den Abeele, op MO* is gelijklopend met de reacties hierboven: “Wat is een betere kans voor onze Vlaamse landbouwers om vergeten seizoensgroenten weer onder de aandacht te brengen? Wat is er beter in staat om een hotdog als tussendoortje te vervangen dan een Haspengouwse appel? Waarom niet met Dagen Zonder Vlees samenwerken en zo deelnemers ook aanzetten ‘lokaal’ voedsel te eten? Ook voor veehouders hoeft een matiging van de vleesconsumptie geen ramp te zijn. Doordat consumenten minder uitgeven aan smaak- en vormloze massaproducten, blijft er meer budget over om op zondag te investeren in een kwaliteitsproduct van bij ons. Boeren die daar goed op inspelen, hebben de toekomst voor zich.”
Ook Vlaams parlementslid Francesco Vanderjeugd (Open Vld) meent dat boeren geen schrik moeten hebben van ‘Dagen zonder vlees’. Op zijn website geeft hij toelichting: “De campagne legt de vinger op een zere wonde: de structureel overmatige consumptie van vlees in een welvaartstaat. Het initiatief heeft dan ook zeker zijn bestaansrecht, weliswaar om te sensibiliseren voor een gezond voedingspatroon, maar niet tegen de landbouw. Die landbouw staat immers zelf voor een grote uitdaging: het herdenken van de vleesproductie. Dat kan in de toekomst wellicht met minder, maar kwaliteitsvollere producten die een grotere meerwaarde opleveren aan de boer.”
Bron: eigen verslag/deredactie.be/MO*/Het Nieuwsblad
Beeld: Dagen zonder vlees