Kalverhoudster verliest vergunde veeplaatsen door stikstof: “Overheid is in gebreke gebleven”
nieuwsKalverhoudster Emelie Laeremans (38) uit Herselt dreigt 56 veeplaatsen te verliezen bij de verlenging van haar vergunning. Het verlies is het directe gevolg van het stikstofdecreet dat een stikstofreductie van vijf procent eist tegen eind van dit jaar. “Ik had geen andere keuze dan veeplaatsen in te leveren. In de kalverhouderij is maar één techniek erkend, maar dat is onhaalbaar op mijn bedrijf.” Boerenbond, die de deadline van de tussentijdse reductie voor de rundveehouderij eerder al onrealistisch had genoemd, reageert stellig: “Hier is de overheid in gebreke gebleven door niet tijdig werk te maken van maatregelen.”
Boerenbond constateerde enkele weken geleden dat het "onrealistisch" is voor rundveehouders om de tussentijdse reductiemaatregelen voor stikstof te behalen. Tegen eind dit jaar moeten zij een stikstofreductie realiseren van vijf procent op bedrijfsniveau in aanloop naar een grotere reductie tegen 2030. Uit een rondvraag van Boerenbond onder ruim 1.100 leden bleek dat maar liefst 80 procent van de rundveehouders problemen ervaart bij het behalen van de doelstelling. Bij de redenen wordt onder andere gewezen naar het gebrek aan reducerende technieken.
De landbouworganisatie riep de overheid dan ook op om snel duidelijkheid te scheppen. “We vragen aan de overheid om snel haalbare technieken te erkennen zodat rundveehouders een keuze kunnen maken voor de maatregel die het meest geschikt is om voor hun bedrijf om de reductiedoelstelling te behalen. Er is ook meer tijd nodig om de doelstelling te bereiken. Na de erkenning moet er voldoende tijd geboden worden om deze technieken te installeren. De deadline om eind 2025 de reductiedoelstelling te behalen, is simpelweg niet realistisch.”

Geen realistische reductiemaatregelen in kalverhouderij
De problemen die Boerenbond schetst, blijken zich in de praktijk al een tijd voor te doen. “Wij hadden geen andere keus dan onze veestapel met vijf procent te reduceren”, vertelt kalverhoudster Emelie Laeremans (38) uit Herselt. Laeremans heeft enkele vestigingen in en rond Herselt en op één van deze vestigingen verloopt de vergunning op 2 juni 2025. Bij de vernieuwingsaanvraag leverde zij 56 van de vergunde 1.120 veeplaatsen in om aan het nieuwe stikstofdecreet te voldoen. “In de kalverhouderij is er maar één stikstofreducerende techniek erkend en dat is de luchtwasser, maar die techniek is onmogelijk te combineren met onze oude stal”, verklaart ze.
De kalverhoudster geeft aan dat ze tot het laatste moment heeft gewacht met het indienen van de vergunningsaanvraag, die momenteel nog in behandeling is. “De vakvereniging van Belgische kalverhouders (VBK) heeft vorige zomer, in samenwerking met Boerenbond, twee dossiers ingediend bij het AT/WeComV (de instelling die de minister adviseert over nieuwe emissiereducerende technieken, red.), maar tot op vandaag, na bijna een jaar, werd er nog steeds geen advies geformuleerd”, klinkt het.
Het gaat concreet om zogenaamde “balansballen". In dit geval liggen er kunststofballen in de mestput. Nadat de mest op de ballen valt, kantelen deze en sluiten de mestput af. De techniek wordt al toegepast in de varkenshouderij en heeft daar een reductiewaarde van 28 procent gekregen. Een tweede dossier dat VBK heeft ingediend gaat over het langer leeg laten staan van de stal tussen het afvoeren van de slachtrijpe kalveren en de komst van de nieuwe kalveren. “Dit lijkt alleszins een eenvoudige maatregel waarvan het effect makkelijk door te rekenen lijkt”, aldus Laeremans. Zij is niet te spreken over trage werking van WeComV.
Feitelijk is dit een koude sanering, omdat er behalve de luchtwasser nog geen technieken erkend zijn
Geen alleenstaand geval
Volgens Boerenbond is het verhaal van Laeremans geen alleenstaand geval. “We hebben nog weet van rundveehouders die niet anders kunnen dan minder dieren houden om de vijf procent reductie te behalen. Het gaat niet alleen over kalverhouders, maar ook over andere rundveehouders die geen haalbare erkende technieken kunnen toepassen op hun bedrijf.” Ook landbouwadviesbureau DLV heeft al een aantal hernieuwingen van vergunningen ingediend waarbij het aantal dierplaatsen naar beneden werd bijgesteld. “Feitelijk is dit een koude sanering omdat er behalve de luchtwasser nog geen technieken erkend zijn”, aldus Patrick Herijgers, adviseur bij DLV.
Volgens Boerenbond is de overheid bij deze dossiers “in gebreke gebleven” door niet tijdig werk te maken van de maatregelen. “Een verlenging van de deadline zal inderdaad geen oplossing bieden voor de bedrijven waarvan de vergunning afloopt en die dus nu een nieuwe vergunning dienen aan te vragen. Zij kunnen enkel rekenen op de technieken die er vandaag zijn.”
Ook het kabinet van landbouwminister Jo Brouns (cd&v) reageert op de kwestie. “Om dit soort zaken te vermijden, en ook kalverhouders zekerheid te geven op de lange termijn, is het van belang dat er snel meer technieken worden erkend.”
Het geeft hiermee indirect toe dat het voor Laeremans te laat komt. Zelf hoopt de veehoudster dat de verloren veeplaatsen niet definitief zijn. “Misschien is er een rechtzetting mogelijk en anders kunnen we mogelijk in beroep gaan.”
Van dierbezetting in 2021 naar vergunde bezetting
Nadat Boerenbond de problemen rond de vijf procent reductie vorige week aankaartte, liet Brouns al weten dat er begripvol zou omgegaan worden met de deadline. “Ik begrijp de bezorgdheden op het terrein. De ambities zijn niet min en we zullen de weg samen met de sector moeten afleggen, schouder aan schouder. Samen met onze diensten werken we de klok rond om ervoor te zorgen dat landbouwers die doelstellingen op een realistische manier kunnen behalen, voor elk van de grote verscheidenheid aan bedrijfstypes en productiesystemen in Vlaanderen.”
Zijn diensten leggen volgens hem op “dit moment de laatste hand aan een duidelijk kader met toepasbare praktijken en voldoende flexibiliteit”. Ondertussen heeft het kabinet van de minister en het departement Omgeving al een aantal verduidelijkingen rond stikstof gedaan. Zo moet de emissiereductie van vijf procent gerealiseerd worden ten opzichte van de rundveebezetting in de huidig vergunde situatie en niet op de feitelijke veebezetting in 2021.
Deze aankondiging was een lichte troost voor Laeremans. “Wij gingen aanvankelijk uit van een reductie van het aantal veeplaatsen ten opzichte van het referentiejaar 2021. In dat geval zouden we 192 plaatsen verloren hebben ten opzichte van onze vergunning.” Patrick Herijgers van DLV, beaamt dat de regels recent zijn veranderd en dat er nu op basis van de bestaande vergunning vijf procent gekort moeten worden. “Bij lopende omgevingsvergunningsaanvragen bestaat er nog een mogelijkheid om een projectwijziging in te dienen.”

Bron: Eigen berichtgeving