Vlaamse gemberteelt wortelt nog niet diep genoeg om import te verslaan

nieuws

Gember is het meest geïmporteerde kruid in de Europese Unie, met in 2023 maar liefst 114.000 ton uit voornamelijk China, zo blijkt uit cijfers van Eurostat. De populariteit van gember heeft in Vlaanderen de afgelopen jaren tot verschillende teeltinitiatieven geleid. Hoewel de teelt technisch mogelijk is, blijft het de vraag of lokale productie de import daadwerkelijk kan vervangen. In 2024 staat de Vlaamse gemberteelt nog voor belangrijke uitdagingen, zoals teeltoptimalisatie en bewaring. Met een project rond gember werken Viaverda, ILVO en VCBT samen om de teelt op punt te zetten en een lokale waardeketen op te bouwen.

5 december 2024 Jerom Rozendaal
RDenI oogsten van gember-231E_290

In 2023 importeerde de Europese Unie voor 339.800 ton kruiden. Met 114.000 ton was gember de belangrijkste importspecerij, gevolgd door paprika met 110.000 ton en peper met 50.300 ton. China was de belangrijkste leverancier van gember, die gewonnen wordt uit de wortelstok van de gemberplant. Bijna de helft van alle geïmporteerde gember kwam uit dit Aziatische land dat ook een zeer sterke positie heeft in de handel van paprikakruiden.

Gedreven door de populariteit van gember en het streven naar duurzaamheid, startte Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) in Kruishoutem enkele jaren geleden een proefproject, in samenwerking met Colruyt. Door de teelt naar Vlaanderen te halen, wilde de supermarktketen de ecologische voetafdruk van haar gemberaanbod terugdringen. Bij import uit China moet het product immers een lange afstand afleggen, wat leidt tot CO2-uitstoot.

Uit de proeven bleek dat de teelt in Vlaanderen mogelijk is. De eerste gember uit dit pilootproject werd in november 2021 kortstondig - zolang de voorraad strekte - aangeboden in een aantal versmarkten van Cru. Na de eerste experimenten, startte Colruyt een samenwerking met een teler uit het West-Vlaamse Oostnieuwkerke en werd de productie opgevoerd naar 1,2 hectare.

Gember voor de korte keten

“Nog vijf tot tien telers hebben zich de voorbije jaren op de gemberteelt toegelegd, vooral in de korte keten”, vertelt Jeroen Van Mullem​​​​, onderzoeker groenten onder bescherming bij Viaverda. Een aantal van deze telers zijn voortgekomen uit een door Oost-Vlaanderen gesubsidieerd project waarin het potentieel van gember in de korte keten werd onderzocht. Dat project werd getrokken door Viaverda en liep van januari 2023 tot december 2023.

Anno 2024 is het Proefcentrum voor de Groenteteelt, inmiddels bekend als Viaverda, aan een volgend gemberproject gestart. “Gember kan perfect in Vlaanderen geteeld worden, maar anders dan in Azië en Latijns-Amerika niet in de openlucht, wel in glazen serres of plastic tunnels”, vertelt Van Mullem. Behalve de beschermde teeltomgeving is ook het seizoen in Vlaanderen korter. “In de tropische landen ligt het seizoen op negen maanden en in Vlaanderen maar op zes tot zeven maanden.”

Het kortere teeltseizoen zorgt ervoor dat de plant haar volledige cyclus niet doorloopt. “Tegen het eind van zijn cyclus sterft het blad natuurlijk af en wordt de schil gevormd. Dit is vergelijkbaar met aardappelen die na de loofdoding hun schil vormen. In Vlaanderen blijft de schilvorming van de gember uit”, vervolgt Van Mullem.

Beperkte houdbaarheid

De dunnere schil van de Vlaamse gember heeft een grote impact op de houdbaarheid. Waar de geïmporteerde gember weken tot maanden bewaard kan blijven, moet de lokale gember best enkele dagen tot een week na de oogst verwerkt of geconsumeerd worden. Daarna is de lokale gember evenwel nog altijd te consumeren, maar vooral het uiterlijk wordt minder aantrekkelijk. “De bewaring is één van de grote uitdagingen en neemt ook een prominente plaats in het VLAIO-project dat de komende drie jaar loopt”, vertelt de onderzoeker.

Met het project “Uitbouw van de teelt van gember in Vlaanderen” willen Viaverda, ILVO en VCBT de teelt op punt zetten en de lokale waarde keten uitbouwen. In het project wordt niet alleen de houdbaarheid onder de loep genomen, maar wordt er ook gekeken naar een verbetering en optimalisering van de teelttechniek en de lokale verwerking.

De projectpartners zien vooralsnog vooral veel potentieel in gember als primeurgroente, die gebruikt kan worden in allerlei gerechten, thee of sappen. De Belgische primeurgember zou smaakvoller en sappiger zijn en bevat daarnaast minder vezels. Ondanks het potentieel, ziet Van Mullem vooralsnog geen mogelijkheden dat de lokale gember de importgember vervangt op korte termijn. “Daarvoor is het volume te groot, is de beschikbare periode van lokale gember te kort en lukt de bewaring niet lang genoeg. Wij zien het vooralsnog vooral als een aanvulling op de geïmporteerde gember. De primeurgember kan voor andere toepassingen ingezet worden.”

Pionier in de gembereelt

Eén van de Vlaamse pioniers op het gebied van gemberteelt is Mark Van Hove. Hij startte in 2015 al met de biologische teelt van gember en levert uitsluitend aan Foodmaker, het cateringbedrijf van zijn schoonzoon en dochter uit Westerlo. Ook op het gebied van bewaring geldt Van Hove als een pionier. “De planten gaan in het voorjaar gelijktijdig de grond in en de oogst volgt in september en oktober, hooguit enkele weken gespreid. Hierdoor komt er ineens veel product op de markt dat meteen verkocht moet worden. Op de momenten hierna heb je niets.”

Door middel van droging door ventilatie na de oogst kan Van Hove de houdbaarheid van de gemberknollen naar eigen zeggen opvoeren van een week naar enkele weken. Als dat te verlengen is tot enkele maanden zou Vlaanderen volgens hem op termijn en in theorie wel zelfvoorzienend kunnen worden.

Colruyt staakt project met lokale gember

Inmiddels is het lokale gemberinitiatief van Colruyt gestopt, horen we vandaag van de retailer. Daar spelen verschillende factoren mee. Zo was het product voor ons niet rendabel ondanks de gevoelige meerprijs ten opzichte van het buitenlandse product. Daar speelt onder andere mee dat het telen van gember best veel energie vroeg (het verwarmen van de serre, red.) en de oogst erg arbeidsintensief was”, klinkt het.

De meerprijs is volgens de supermarktketen te rechtvaardigen omdat het om twee verschillende types producten gaat. “Maar dat zat nog niet helder in de hoofden van de consumenten. Gember die geïmporteerd wordt, is heel lang houdbaar. De Belgische gember was verse, primeurgember. We merkten dat het verschil, zowel qua houdbaarheid, als kwaliteit als mogelijke toepassingen, nog niet zo duidelijk was voor een consument. Die moet het product echt nog leren kennen”, aldus Colruyt dat desondanks zegt te blijven geloven in het potentieel van Belgische gember.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek