nieuws

Doorbraak van soja komt steeds dichterbij: "Samenwerking tussen ILVO en VIB loont"

nieuws

Met 320 sojarassen die onder praktijkomstandigheden getest worden, loopt de grootste sojaproef van Vlaanderen momenteel op de terreinen van ILVO in Merelbeke en Melle. In samenwerking met VIB wil het onderzoeksinstituut zo de sojateelt eindelijk doen doorbreken in Vlaanderen. “Die doorbraak komt dichterbij”, klonk het woensdag tijdens een bezoek aan het proefveld, waar ook een vernieuwde en uitgebreidere samenwerkingsovereenkomst tussen ILVO en VIB werd ondertekend.

gisteren Griet Lemaire
VIB ILVO sojaproeven ondertekening samenwerkingsovereenkomst

Maïs als voorbeeld?

Al 15 jaar is het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) bezig om soja aan te passen aan de Vlaamse omstandigheden zodat de teelt rendabel kan worden en breder ingang kan vinden. “Dat is vanuit geopolitiek belangrijk omdat het onze onafhankelijkheid van ingevoerde soja vermindert”, zegt Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO. Europa kampt vandaag met een groot eiwittekort en is sterk afhankelijk van de VS en Latijns-Amerika. “Ook voor het milieu zijn de voordelen groot. Sojaplanten hebben geen bemesting nodig en capteren stikstof uit de lucht.”

Hoewel het onderzoek al een behoorlijke tijd loopt, zijn de onderzoekers van ILVO wel hoopvol dat de grote doorbraak er binnenkort aankomt. Relaes maakt daarbij de parallel met maïs. “Vijftig jaar geleden zag je die tropische plant nergens op Vlaamse velden omdat hij niet aangepast was aan onze teeltomstandigheden. Vandaag is het ons belangrijkste voedergewas. Ik verwacht dat soja dezelfde weg zal afleggen.”

Sleutel ligt bij bacteriën

Om de teelt rendabel te maken, moesten niet alleen sojarassen gevonden worden die aangepast zijn aan ons klimaat, ook de teelttechniek moest op punt gesteld worden. “Bijkomende moeilijkheid was de geschikte bacteriën vinden die in de bodem samenwerken met de wortels van de sojaplant”, legt onderzoeker Joke Pannecoucque uit. “De wortels vormen knolletjes of nodules waarmee ze stikstof uit de lucht kunnen opnemen en er dus niet bemest moet worden. Hoe efficiënter die samenwerking tussen plant en bacterie, hoe beter voor de plant, de bodem, de omgeving en de landbouwer.”

Om de bacteriën te selecteren die onder Vlaamse omstandigheden goed kunnen samenwerken met de sojaplant, startte ILVO samen met VIB het burgerwetenschapsproject ‘Soja in 1.000 tuinen’. Dat resulteerde in de selectie van vijf bacteriën die goed samenwerken met de plant om stikstof te fixeren uit de lucht. Hoe beter dit gebeurt, hoe hoger het eiwitgehalte van de sojabonen.

tellen nodules sojaproeven
AI veldproeven soja

Op het proefveld van ILVO werden dit jaar 320 sojarassen, waarvan 20 commerciële rassen, uitgeplant waarbij het zaad een coating kreeg met deze bacteriën. Onderzoekers van ILVO zijn momenteel volop bezig met het oogsten van gemarkeerde planten. Bij elke plant worden manueel de nodules op de wortels verzameld. Vervolgens wordt via AI geteld hoeveel nodules elke plant telt en hoe groot ze zijn. Die gegevens worden ook gecombineerd met data van dronebeelden.

Sofie Goormachtig VIB sojaproef

Vervolgens zal het microbioom van de wortelknobbeltjes in kaart gebracht worden om belangrijke bacteriesoorten te identificeren. “We gaan met andere woorden op zoek naar bijkomende bacteriën die de werkende bacterie helpen om de stikstof te fixeren. Met merkers moet het lukken om dit vroegtijdig te doen zodat veredelaars dan sneller kunnen evolueren in hun zoektocht naar commerciële rassen”, legt professor Sofie Goormachtig van VIB uit.

Deze gegevens zijn ook waardevol voor producenten van bacteriepreparaten die ‘gecoat’ worden aan het sojazaad. Op die manier krijgen dit meteen vanaf het zaaien de juiste bacteriën mee. Tegelijk startte ILVO dit jaar ook met proeven bij landbouwers op tien andere locaties in Vlaanderen. Volgend jaar moeten dit 50 locaties worden. “Elke bodem kan immers een andere bacteriecombinatie vragen”, vertelt Pannecoucque.

Nood aan vier ton met eiwitgehalte van 40 procent

Vandaag ligt de opbrengst van de sojavelden nog te laag om echt te spreken van een rendabele teelt voor landbouwers. “We oogsten hier gemiddeld 2,5 tot 3,5 ton per hectare”, legt Niel Verbrigghe, onderzoeker bij ILVO, uit. “Voor commerciële rassen moet dat vier ton per hectare worden met een goede eiwitopbrengst. We mikken op een eiwitgehalte van 40 procent, willen we een product hebben dat geschikt is voor humane consumptie.”

Voorlopig mikt het onderzoek niet op de ontwikkeling van sojarassen voor veevoeder omdat daar de concurrentie met de grote sojaproducerende landen te groot is die vooral inzetten op genetische aangepaste soja in bulk. Wel zou het kunnen dat soja die een te laag eiwitgehalte in de diervoedersector terechtkomt. “Vergelijk het met baktarwe, als de kwaliteit onvoldoende is, wordt het ook voedertarwe”, zeggen de onderzoekers.

Een ander knelpunt is volgens Pannecoucque de verdere ontwikkeling van de keten. “We zijn net gestart met een vierjarig project om alle schakels in de keten op dezelfde lijn te krijgen”, klinkt het. “Al deze verschillende puzzelstukjes moeten samenvallen om voor de echte doorbraak van de teelt te zorgen.”

Versterkte samenwerking tussen ILVO en VIB

Het onderzoek toont volgens VIB hoe samenwerking tussen beide instellingen internationaal toponderzoek vertaalt naar de praktijk. “Onze onderzoeksinstellingen vullen elkaar perfect aan en er is een groot wederzijds vertrouwen”, zegt algemeen directeur Jérôme Van Biervliet. Sinds de eerste overeenkomst in 2016 leidde de samenwerking tot negen doctoraten, twintig onderzoeksprojecten, vier octrooiaanvragen en de oprichting van spin-off Protealis.

De nieuwe samenwerking gaat verder. “We zullen gezamenlijke initiatieven nemen in onderzoeksgebieden zoals plantenfenotypering, modellering van groeiprocessen, plantveredelingstechnieken en onderzoek naar biologische nitrificatieremmers om verliezen van stikstof en broeikasgassen naar het milieu te verminderen”, aldus Van Biervliet.

Volgens Joris Relaes van ILVO moet deze samenwerking toelaten om te bouwen aan de landbouwgewassen van morgen, met focus op klimaatmitigatie en -adaptatie, biologische gewasbescherming en precisielandbouw. “Als het over het klimaat gaat, hoor je vaak dat er niets of veel te weinig gebeurt. Wij bewijzen dat we er wel werk van maken. Niet door grootse plannen naar voor te schuiven, maar wel door hands on verder te werken. Dat is geen rechtlijnig traject, maar eerder een schaatsbeweging. We sturen permanent bij om de juiste resultaten te bereiken.”

Diependaele: "Krachtig signaal"

Beide instellingen geloven dat ze samen sneller wetenschappelijke inzichten kunnen toepassen in oplossingen voor landbouw, milieu en maatschappij. Vlaams minister-president Matthias Diependaele, bevoegd voor Economie, Innovatie en Industrie, benadrukt het belang van de samenwerking. “De biotechsector is strategisch voor Vlaanderen, zowel door onze voortrekkersrol als door de weerbaarheid die het biedt aan onze landbouw. Dat onze kenniscentra efficiënt samenwerken en dit partnerschap versterken, is een krachtig signaal.”

VIDEO: Wordt soja in Vlaanderen een rendabele teelt dankzij lokale bacteriën?
Uitgelicht
Op dit moment is soja in Vlaanderen nog geen rendabele teelt. De opbrengst voor de boer is te laag en de kwaliteit van de oogst te wisselend. ILVO (Instituut voor Landbouw, Vi...
10 augustus 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek