Bio overschrijdt voor eerst 10.000 hectare, maar groei blijft bescheiden
nieuwsHet biologische landbouwareaal overschrijdt voor het eerst de grens van 10.000 hectare. Een erg forse groei (+2,5%) betekent dit echter niet voor het volledig bio-areaal in Vlaanderen, dat nu 1,7 procent van de totale oppervlakte cultuurgrond uitmaakt. Zo staat te lezen in het jaarlijkse biorapport, dat vandaag verschijnt naar aanleiding van de EU Organic Day. De opvallendste groei is te zien in de bioveestapel, waar het aantal dieren met acht procent stijgt.
De evolutie van de biologische landbouw vertoont in 2024 een gemengd beeld. Het landbouwareaal onder biologische controle stijgt licht, en ook de bioveestapel neemt toe. Het aandeel biobedrijven in Vlaanderen blijft daarentegen hangen op net geen drie procent.
Meeste biogrond bestaat uit grasland
In 2024 telde Vlaanderen een bio-areaal van 10.237 hectare. Dat komt overeen met 1,7 procent van de totale oppervlakte cultuurgrond. De bio-oppervlakte wordt vooral ingenomen door grasland (41%). Dit aanzienlijke areaal (3.108 hectare) hangt samen met de specificiteit van de biologische landbouw waarbij een grote oppervlakte weiland per dier nodig is om een maximale voederautonomie te waarborgen. Voedergewassen maken zo’n 30 procent uit van de Vlaamse bio-oppervlakte en bestaan voornamelijk uit klavergewassen (1.832 hectare) die gebruikt worden als bodemverbeteraar, als eiwitrijk ruwvoeder en om de stikstofvoorziening in de bodem te stimuleren.
Akkerbouwteelten maken in 2024 10 procent uit van de Vlaamse bio-oppervlakte. De belangrijkste biologische akkerbouwgewassen zijn tarwe, gerst, aardappelen en korrelmaïs. De groente- en kruidenteelten vertegenwoordigen eveneens 10 procent. Peulvruchten hebben daarbij het grootste aandeel. Biologische fruitteelt neemt slechts acht procent van het bio-areaal in.
Uit de analyse van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij blijkt dat de gemiddelde oppervlakte biogrond per bedrijf 16,2 hectare groot was in 2024. Dit is 12,6 hectare kleiner dan het gemiddelde areaal van een Vlaamse land- en tuinbouwbedrijf. West- en Oost-Vlaanderen hebben de grootste totale bio-oppervlakte, maar Limburg en Vlaams-Brabant hebben het hoogste bioaandeel in hun totale landbouwareaal.

Groei van biologische landbouw hapert in 2023
16 september 20242,9 procent van de Vlaamse land- en tuinbouwers teelt biologisch
Eind 2024 telt Vlaanderen 634 biologische landbouwbedrijven, twee minder dan een jaar eerder. Het bio-aandeel in het totale aantal landbouwbedrijven blijft daarmee stabiel op 2,9 procent. Vorig jaar waren er 37 nieuwe aanmeldingen voor biolandbouw. 16 starters zijn volledig nieuw in de landbouwsector, 16 anderen waren al langer dan twee jaar actief vóór hun erkenning als biobedrijf. Tegelijk haakten ook 39 bedrijven af in 2024, 32 van hen bleven wel actief in de gangbare landbouw. Meer dan de helft van de stoppers had meer dan vijf jaar ervaring als bioproducent.
Meer bedrijven met combinaties van landbouwactiviteiten
De specialisatiegraad van de biolandbouwers daalde licht (-3%) vorig jaar. Zo haalde 83 procent van de biolandbouwbedrijven het merendeel van zijn bedrijfsopbrengsten uit één specifieke bedrijfstak, terwijl 17 procent de bedrijfsinkomsten spreidde over meerdere bedrijfstakken.
Een vijfde van de bioboeren oefent naast de primaire landbouwactiviteit ook één of meerdere andere biologische ketenactiviteiten uit. De vaakst voorkomende activiteit is distributie van bioproducten: hiervoor zijn 92 van de 634 Vlaamse biolandbouwers gecertificeerd. Ruim acht op de tien van deze 92 bioboeren verkoopt ook rechtstreeks aan de eindconsument. 71 biolandbouwers staan ook onder controle voor de bereiding van bioproducten.

Bioveestapel groeit
Ruim een kwart van de 634 Vlaamse biologische landbouwbedrijven houdt op het bedrijf dieren die onder biocontrole staan. Voor het eerst in twee jaar groeide de totale biologische veestapel in Vlaanderen opnieuw aan met acht procent tot 704.678 stuks. Deze stijging is vooral te danken aan het aantal stuks pluimvee. Zonder pluimvee zou er een lichte terugval (-1%) geweest zijn. Vooral het aantal biologische legkippen nam toe (+16%). “Deze stijging wordt deels verklaard door de heropstart van een grote legkippenhouder die tijdelijk teruggeschakeld was, en door het feit dat enkele bestaande legkippenhouders hun productie gevoelig hebben opgetrokken”, aldus het Agentschap.
Hoewel de totale biologische rundveestapel net als in 2023 licht achteruitgaat, neemt het aantal biomelkkoeien wel toe (+2%). Wordt gekeken naar de evolutie sinds 2020, dan is er zowel een groei bij de melkkoeien (+9%) als bij de totale rundveestapel (+5%) op te merken. Het aantal biovarkens bleef min of meer stabiel (-1%) in 2024.
Bij de bioschapen is er in 2024 een terugval met 12 procent tegenover het jaar voordien. De biologische geitenstapel groeit daarentegen opnieuw met vier procent, na twee jaar van daling. In vergelijking met 2020 blijft het aantal geiten wel bijna een derde lager.
Meer activiteit in de bioketen
Naast de 634 biolandbouwers telt Vlaanderen ook nog 1.410 bedrijven die actief zijn in de bioketen, een stijging met bijna drie procent. Distributie blijft de vaakst voorkomende activiteit, gevolgd door bereiding. Een meerderheid van deze bedrijven combineert daarbij verschillende gecertificeerde biologische marktactiviteiten.
Wat betreft de import van bioproducten uit niet-EU-landen, werd in 2024 304.731 ton ingevoerd , een stijging met zeven procent. Het gaat voornamelijk over plantaardige producten zoals vruchten, noten, koffie, thee en kruiden. We voeren het meest bio binnen van Ecuador (28%), het gaat hierbij voornamelijk over bananen.
Het biorapport voor het jaar 2024 is beschikbaar op www.vlaanderen.be/landbouwcijfers.

Beeld: Bioforum