Bio zoekt boer, maar vindt er geen (of minder)

nieuws

Niet alleen de groei van de biologische landbouw hapert, ook de interesse in de opleiding tot of omschakeling naar bio is in dalende lijn. Dat blijkt uit het Biorapport 2023. Opleidingsinstituut Landwijzer maakt zich niet meteen zorgen, maar wijst wel op enkele stevige uitdagingen voor zowel de eigen organisatie als de instappers.

19 september 2024 Jozefien Verstraete
Lees meer over:
natuur veld bio

De vzw Landwijzer, een gespecialiseerd vormingscentrum voor biologische en biodynamische landbouw, zag vorig jaar vijf procent minder inschrijvingen in vergelijking met het jaar voordien. Ook de gespecialiseerde naschoolse startersopleiding voor biolandbouw van het Nationaal Agrarisch Centrum, die volledig online werd georganiseerd, kende een daling van 12 procent. Daar telde men maar 45 cursisten vorig jaar, tegenover 51 in 2022. En wegens onvoldoende inschrijvingen organiseerde AgroCampus vzw (het vormingscentrum van Boerenbond, Ferm voor agravrouwen en Groene Kring) in 2023 geen starterscursus type B voor biologische productie.

Verder geeft het Biorapport ook een kijkje in het aantal adviesvragen bij Bio zoekt Boer. Daar kunnen landbouwers en land- en tuinbouwscholen terecht die advies zoeken over omschakeling naar de biologische productiemethode. In 2023 contacteerden 37 land- en tuinbouwers de organisatie voor eerstelijnsadvies over de omschakeling naar biolandbouw. Dat zijn er 21 procent minder dan in 2022.

Niet enkel de groei van biolandbouw hapert, ook de interesse in opleiding en advies over bioproductie taant, concludeert het Biorapport 2023. Bij Landwijzer nuanceren ze die verminderde interesse. “Onze inschrijvingen hebben de afgelopen 25 jaar al altijd gefluctueerd”, duidt Pieter Vermeiren, communicatieverantwoordelijke bij Landwijzer. “In de coronaperiode hebben we bijvoorbeeld een toestroom aan inschrijven gezien. We vinden het dan ook niet zorgwekkend dat er in een moeilijk jaar, waar de consumenten ook minder bioproducten afnamen, een kleine daling is in de inschrijvingen. Bovendien kan ik meegeven dat we dit jaar terug volzette groepen hebben en we momenteel maar liefst 100 mensen aan het opleiden zijn tot biolandbouwer.”

Landwijzer organiseert al decennialang een volwaardige beroepsopleiding voor wie professioneel actief wil worden in de biolandbouw, maar het voorbije jaar kregen de subsidies van de vzw een knauw. “Dit is een grote uitdaging in de toekomst voor opleidingen in de biolandbouw. Maar we zijn onze werking momenteel helemaal aan het herdenken om de instappers te kunnen blijven scholen”, legt Vermeiren uit. “De subsidiefocus is momenteel gewijzigd op het vormen van reeds actieve bioboeren, maar we willen zeker ook instappers blijven ondersteunen. Daar is een maatschappelijke nood aan, en we zijn er dan ook erg van overtuigd dat dit moet blijven bestaan.”

Zorgen bij de afgestudeerden

In het leertraject 2022-2023 waren er 23 afgestudeerden bij Landwijzer, waarvan er 17 intussen effectief gestart zijn met biologische productie. “Niet alle afgestudeerden worden fulltime biolandbouwer. Er zijn ook cursisten die bijvoorbeeld parttime werken op een bioboerderij, of als bioloonwerker aan de slag gaan”, duidt Vermeiren. “Helaas hebben we ook soms afgestudeerden die uiteindelijk de instap niet kunnen maken omdat ze bijvoorbeeld geen grond of een geschikt bedrijf vinden.”

“Grond is inderdaad een zorg voor veel afgestudeerden”, beaamt Jan van Hulle, leertrajectbegeleider bij Landwijzer. “Veel van onze afgestudeerden starten na de opleiding van nul, en dan is grond een zeer grote investering. Sommigen moeten daarom afhaken. Bij anderen lukt het dan bijvoorbeeld wel om te starten door samenwerkingen aan te gaan met reeds bestaande landbouwbedrijven, of via gemeenten of provincies die pilootprojecten ondersteunen. Ook werken er soms samen met De Landgenoten, een organisatie die de toegang tot grond voor bioboeren wil vereenvoudigen.”

Naast de toegang tot grond is ook het vinden van een afzetmarkt soms een reden waarom afgestudeerden niet in de biosector geraken. “In grote steden is er vaak wel een bioclienteel te vinden, maar in landelijke gebieden is het soms zeer moeilijk”, aldus van Hulle die meegeeft dat dit issue ook veel aandacht krijgt tijdens de opleiding. “Iedereen krijgt hier lessen in marketing & marktonderzoek. Ook tijdens het ontwerp van hun bedrijfsplan vragen we hen al om na te denken over hun afzetmarkt en reeds gesprekken of samenwerkingen te starten.” Van Hulle geeft aan dat er zeker ook gestimuleerd wordt om contact te leggen met andere biolandbouwers. “Ik denk dat dit zeer belangrijk is. Het idee dat elke andere landbouwer concurrentie is, zou eigenlijk niet mogen bestaan. We moeten elkaar net versterken”, vertelt van Hulle. “Samen een afzetmarkt vinden en delen maakt daar zeker deel van uit.”

Onze afgestudeerden weten dat ze een visie nodig hebben waar uiteindelijk ook een verhaal van rentabiliteit aan gekoppeld moet kunnen worden

Jan van Hulle - Leertrajectbegeleider bij Landwijzer

Klaarstomen voor de ‘romantische biomarkt’

Vorig jaar hebben zich 45 bedrijven als nieuw biobedrijf aangemeld, maar tegelijk besloten er 37 om hun bioproductie datzelfde jaar stop te zetten. Van deze 37 biostoppers is 62 procent teruggeschakeld naar gangbare landbouw, terwijl 38 procent geen enkele geregistreerde landbouwactiviteit meer heeft. Een vijfde van de biostoppers stond gedurende minder dan twee jaar onder biocontrole. Zij zijn quasi allemaal teruggeschakeld naar gangbare landbouw. Liggen de verwachtingen van instappers op hetzelfde niveau met de realiteit van de biosector?

Volgens van Hulle komen hun afgestudeerden alvast niet gedesillusioneerd op de biomarkt nadat ze hun diploma halen. “Velen beginnen aan hun opleiding met een zeer romantisch beeld over de sector met hun eigen visie, en een allergie aan cijfers of marketing”, aldus Vanhulle. “Door de vele stage-uren en contactmomenten met lesgevers wordt dit automatisch bijgeschaafd.” Zo leren de instappers onder meer dat een ontwerp ook een rendabel bedrijfsplan nodig heeft en leren ze de vele administratieve verplichtingen van de regelgeving kennen. “Die realiteitszin krijgen ze zeker mee. Ze weten dat ze een visie nodig hebben waar dan uiteindelijk het verhaal van rentabiliteit aan gekoppeld moet worden. We zien ook dat onze cursisten snel een netwerk binnen de sector bouwen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen want zoals reeds aangehaald is samenwerking en ondersteuning in de sector zeer belangrijk, om zowel uitdagingen op het veld als naast het veld aan te kunnen.”

"Stikstofdecreet maakt omschakeling naar biologisch pluimveebedrijf onmogelijk"
Uitgelicht
Terwijl de overheid enerzijds pleit voor het uitbouwen van de biolandbouw, maakt ze een transitie van gangbaar naar biologisch erg moeilijk in de pluimveehouderij. Dat stelt B...
1 juli 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek