Hoe baanbrekend wordt de wet oneerlijke handelspraktijken?

Met een maand vertraging is eind december de Belgische wet op oneerlijke handelspraktijken van start gegaan. Een belangrijke stap richting eerlijke handelsrelaties in de voedingssector, maar volgens Boerenbond en ABS zijn we er nog niet. Of de wet echt baanbrekend kan zijn, zal onder meer afhangen van de toepassing ervan.

17 januari 2022  – Laatst bijgewerkt om 17 januari 2022 18:52
Lees meer over:

Deze Belgische wet vloeit voort uit de Europese Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken in de agrovoedingsketen (UTP) die in 2019 werd aangenomen. De lidstaten kregen tot november 2021 om deze richtlijn in nationale wetgeving om te zetten en van kracht te laten worden. In ons land duurde het een maand langer om de wet om te zetten en ging hij pas van kracht vanaf 15 december 2021.

Van vrijwillige initiatieven naar een EU-richtlijn

De Europese richtlijn is er gekomen als gevolg van een aantal evoluties in de voedingsketen. Zo moet bijna alles wat land- en tuinbouwers produceren via slechts vijf inkoopkantoren naar de consument gaan. Dat geeft de retail die via deze vijf inkoopkantoren werken heel wat macht, die nogal eens misbruikt wordt.

Dat bleek ook uit onderzoek van het Joint Research Centre, de wetenschappelijke dienst van de Europese Commissie. Het onderzoeksinstituut deed een bevraging bij 1.000 melkveehouders in vijf landen en daaruit bleek dat maar liefst 96 procent van de ondervraagden in aanraking was geweest met oneerlijke handelspraktijken door hun grootste afnemer. De belangrijkste klacht daarbij was dat ze geen enkele bescherming genoten wanneer de koper er niet in slaagt het contract na te komen.

Enerzijds is deze toenemende machtsconcentratie in de retail het gevolg van een natuurlijke evolutie, anderzijds is ze ook in de hand gewerkt door de afbouw van de prijsondersteuning via interventieprijzen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. “Het ontbreken van dergelijk vangnet leverde de boeren nog meer over aan de grillen van de markt”, meent Boerenbond.

In de eerste plaats werd gekeken naar vrijwillige initiatieven om uitwassen tegen te gaan, al namen een aantal lidstaten ook zelf wetgevende initiatieven, zoals Frankrijk en Spanje. In ons land leidde de zuivelcrisis in 2010 tot de oprichting van een door alle schakels in het ketenoverleg ondertekende gedragscode over wat goede handelspraktijken zijn. Volgens Pieter Verhelst die vanuit Boerenbond bij het ketenoverleg betrokken is, bleef het voor de ondertekenaars van de gedragscode evenwel moeilijk om bij misbruik individuele bedrijven echt tot de orde te roepen.

Ook de komst van producenten- en brancheorganisaties moesten de primaire sector helpen om een sterker blok te vormen tegenover hun afnemers, maar daar is de retail niet bij betrokken. Bovendien gaat het om een vrijwillige samenwerking waardoor het een log en traag proces is en waarbij het moeilijk blijft om overtreders op het matje te roepen.

Uiteindelijk kwam er dan de Europese richtlijn die eind vorig jaar dus in Belgische wetgeving werd omgezet. Centraal daarbij staan twee lijsten: een zwarte en een grijze lijst. De zwarte lijst beschrijft praktijken die voor nieuwe contracten vanaf 15 december 2021 verboden zijn. De praktijken op de grijze lijst zijn ook verboden, tenzij de contractpartijen hierover een duidelijk en voorafgaand akkoord hebben gesloten.

Welke praktijken behoren tot de zwarte lijst?

  1. Het vaststellen van betalingstermijnen van meer dan 30 dagen voor landbouwproducten en bederfelijke levensmiddelen en van meer dan 60 dagen voor andere landbouw- en voedingsproducten;

  2. Het op korte termijn annuleren van bestellingen van bederfelijke landbouw- en voedingsproducten. Contracten met scholen en de gezondheidszorg vallen niet onder dit verbod;

  3. Het eenzijdig wijzigingen van voorwaarden van een leveringsovereenkomst door de afnemer; 

  4. Het verlangen van betalingen die geen verband houden met de verkoop van landbouw- en voedingsproducten;

  5. Het overdragen van het risico van verlies en bederf aan de leverancier;

  6. Het weigeren van de afnemer om de voorwaarden van een leveringsovereenkomst schriftelijk aan de leverancier te bevestigen, ondanks de verzoeken van deze laatste;

  7. Het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen van de leverancier door de afnemer;

  8. Het nemen van of dreigen met commerciële vergeldingsmaatregelen tegenover de leverancier, indien de leverancier zijn wettelijke rechten uitoefent;

  9. Het verschuiven van de kosten van het onderzoek van klachten van klanten naar de leverancier.

Welke praktijken behoren tot de grijze lijst?

  1. Het retourneren van onverkochte landbouwproducten en levensmiddelen door de afnemer aan de leverancier zonder ervoor te betalen of zonder voor de verwijdering ervan te betalen;

  2. Het eisen van een vergoeding van de leverancier voor de opslag, de uitstalling of de opname in het assortiment van zijn landbouw- en voedingsproducten, of voor het op de markt aanbieden;

  3. Het eisen van de leverancier dat hij alle of een deel van de kosten draagt van kortingen voor landbouw- en voedingsproducten die in het kader van een promotieactie door de afnemer zijn verkocht.

  4. Het eisen van de leverancier dat hij betaalt voor de reclame die de afnemer maakt voor landbouw- en voedingsproducten;

  5. Het verlangen van de leverancier dat hij betaalt voor de marketing van landbouw- en voedingsproducten door de afnemer;

  6. Het eisen van de leverancier dat hij personeel betaalt voor de inrichting van de ruimten die voor de verkoop van de producten van deze leverancier worden gebruikt. 

Drempel van 350 miljoen euro omzet

Een restrictie die in de Belgische wetgeving is opgenomen en die op weinig gejuich van heel wat organisaties kon rekenen, is dat de bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken niet geldt voor bedrijven die een omzet hebben die hoger is dan 350 miljoen euro. Lidstaten kregen de kans om die norm omhoog te trekken of te laten vallen, maar in tegenstelling tot onze buurlanden, koos België ervoor om die te behouden. Er kwam enkel een uitzondering voor erkende producentenorganisaties.

“In de praktijk kunnen enkel de veilingen hiervan profiteren”, klinkt het bij Boerenbond. “Coöperatieve zuivelverwerkers bijvoorbeeld verhandelen doorgaans als privaat bedrijf en missen dus deze bijkomende bescherming. Ook private zuivelverwerkers en een aantal grote spelers in de aardappelverwerking overstijgen deze drempel.”

Wij missen duidelijke wettelijke grenzen aan schadelijke superpromoties

Pieter Verhelst - hoofdbestuur Boerenbond

Ook ABS veroordeelt deze drempel. “Opnieuw stond de retailsector vol op de rem onder het mom van concurrentienadeel ten opzichte van buitenlandse retailers”, schrijft Vandamme, “Een drogreden om niets te moeten inboeten aan marktmacht is het. Niets meer, niets minder. De jaarresultaten van de grootste retailers van het land tonen aan dat er weinig kommer en kwel is in die schakel van de keten. Bij de primaire sector daarentegen komt het er nog steeds op aan keihard te werken om mogelijks een paar euro te verdienen.”

Ook de zuivelsector sprak zich eerder al via sectorfederatie BCZ uit tegen deze grens. “Unfair is unfair, ongeacht de grootte. Je kan het niet maken om een beetje fair te zijn”, meent afgevaardigd bestuurder Renaat Debergh. Hij zag de omzetting van de richtlijn als een historische kans, maar die is met dit plafond voor een groot stuk verkeken. “De lobby van de retail is duidelijk zeer groot. Je kan je de vraag stellen waarom die retail zo gekant tegen eerlijke handelspraktijken, maar door de vraag te stellen heb je ze wellicht al beantwoord”, stelde hij eerder.

Bij Fevia, de federatie van de voedingsindustrie, klinkt eenzelfde geluid. “De meeste lidstaten zijn verder gegaan dan het in de richtlijn vastgestelde minimumbeschermingsniveau. Zo is voor zeven lidstaten de grootte van de onderneming geen criterium om, terwijl Duitsland de drempel radicaal verhoogd heeft tot 4 miljard euro. “Voedselproducenten in veel andere lidstaten zullen dus beter beschermd worden dan onze producenten. Er is maar één oplossing en dat is dezelfde bescherming voor iedereen”, klinkt het

ABS blijft aandringen op algemene toepassing Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken
Uitgelicht
Een dezer weken moet de Europese Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken (UTP) in de agro-voedingsketen omgezet worden in Belgische wetgeving. Vooral de omzetdrempel van...
20 oktober 2021 Lees meer

Superpromoties en doorrekening kostprijs

De landbouworganisaties zien nog een paar andere tekortkomingen aan de nieuwe wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken in de voedingssector. “Wij missen ook duidelijke wettelijke grenzen aan schadelijke superpromoties”, zegt Pieter Verhelst van Boerenbond. “Promoties hebben zeker hun waarde, maar er zijn grenzen.” Wat volgens Boerenbond ontbreekt, is een kader dat het interprofessioneel overleg ketenbreed versterkt en waarbij ook grenzen worden opgelegd aan dumpingprijzen.

Het is absoluut nodig dat er stappen ondernomen worden om onze productiekosten te kunnen doorrekenen

Hendrik Vandamme - voorzitter Boerenbond

De landbouworganisatie ziet alvast een paar kapstokken waarop verder kan gewerkt worden. “Het federaal regeerakkoord voorziet een debat over een wet ter bescherming van de landbouwprijzen en Europa werkt aan een voorstel voor een wetgevingskader voor duurzame voedselsystemen. Deze debatten moeten nu snel worden aangegaan”, klinkt het. Boerenbond wil geen verstikkend keurslijf dat marktevoluties blokkeert, maar wel betere afspraken binnen de sector rond contractuele voorwaarden die ook de marges van de boer beter bewaken en die een faire vergoeding voorzien voor extra inspanningen op vlak van duurzaamheid.

Bij ABS wordt ook aangedrongen op de voorziene ‘wet op landbouwprijzen’. “We hebben er bij federaal landbouwminister David Clarinval (MR) op aangedrongen om dit zo snel mogelijk op te pikken”, zegt voorzitter Hendrik Vandamme. “De kosten voor een landbouwer zijn gigantisch de hoogte in gegaan, zowel voor veevoeder, energie, kunstmest als gewasbeschermingsmiddelen. Het is absoluut nodig dat er stappen worden ondernomen om onze productiekosten te kunnen doorrekenen.”

Vandamme verwijst daarbij naar Frankrijk, dat al sinds 2018 wetgeving hierrond heeft. Deze wetgeving, genaamd Egalim, onderging eind 2021 zelfs een update. “Om de daling van de inkomens van de producenten tegen te gaan, bevat de wet een hele reeks bepalingen, zoals de verhoging van de drempel voor doorverkoop met verlies van 10 procent als gevolg van logistieke en transportkosten. Er is ook controle op aanbiedingen en acties. Zij worden beperkt tot maximaal een derde van de waarde van de producten en tot 25 procent van de verkochte producten per jaar.”

De efficiëntie van de nieuwe wet zal in de eerste plaats afhangen van de manier waarop autoriteiten ze toepassen

Grégory Sorreaux - Advocaat

Vernieuwende wet of dode letter?

Op de website van Gondola laat ook Grégory Sorreaux van het advocatenkantoor Thales zijn licht schijnen over de nieuwe wetgeving. Volgens hem maakt de nieuwe wet het mogelijk voor leveranciers om zich juridisch te gaan verweren tegen de misbruiken die zich voordoen. “De efficiëntie van de nieuwe wet zal in de eerste plaats afhangen van de manier waarop de autoriteiten ze toepassen”, stelt hij. “Een wet kan op papier heel vernieuwend lijken, maar dode letter blijven als de middelen om ze toe te passen er niet zijn.”

De belangrijkste aankopers zullen er volgens hem over waken hun algemene en commerciële voorwaarden aangepast worden, “maar de wet garandeert niet dat er misbruiken gebeuren in de loop van het contract”. “Wanneer een leverancier dat aanklaagt, dreigt zijn protest vergeefs te zijn wanneer er geen sanctie volgt. Er is hoop dat er een echte verandering komt, maar tijd zal moeten uitwijzen of dat ook het geval zal zijn”, aldus meester Sorreaux.

In dat verband wijst hij nog op belangrijke verschillen tussen lidstaten als het gaat over sancties. Zo kunnen de boetes in Frankrijk oplopen tot 375.000 euro, in Nederland gaat het om maximaal 900.000 euro of 10 procent van de omzet, terwijl in België de boetes maar oplopen tot 60.000 euro.

Bron: Boer & Tuinder / Drietandmagazine / Gondola / eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek