ABS blijft aandringen op algemene toepassing Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken

Een dezer weken moet de Europese Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken (UTP) in de agro-voedingsketen omgezet worden in Belgische wetgeving. Vooral de omzetdrempel van 350 miljoen euro blijft voor het ABS een doorn in het oog.

20 oktober 2021  – Laatst bijgewerkt om 20 oktober 2021 20:07
Lees meer over:
actie ABS Lidl blokkade

De voorbije maanden werd een wetontwerp opgemaakt binnen de schoot van de regering, en de ministers Dermagne van Werk en Clarinval van Landbouw trokken ermee naar het parlement, waar het nu in de Commissie Economie besproken wordt. De handelspraktijkenrichtlijn, die in 2019 door het Europees Parlement en de Europese Raad werd aangenomen, moet een einde maken aan onevenwichtige onderhandelingsposities, waarmee land- en tuinbouwers regelmatig geconfronteerd worden. De richtlijn bevat een minimale lijst van verboden handelspraktijken tussen afhandelaars en leveranciers in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, en minimale regels rond de controle. Te lange betalingstermijnen, het eisen van betalingen die geen verband houden met de verkoop van de betrokken producten of de weigering door de afnemer om de algemene voorwaarden van de leveringsovereenkomst schriftelijk te bevestigen wanneer de leverancier dat vraagt, zijn een aantal praktijk die verboden worden.

Omzetdrempel

De scherpste discussies gaan over het al dan niet inschrijven van een omzetdrempel van 350 miljoen euro waarboven marktpartijen – concreet zou het gaan over enkele belangrijke verwerkers -  niet zouden beschermd worden door de UTP-regels. De Europese B2B-regelgeving gaat er vanuit dat spelers van die omvang voldoende sterk moeten staan in vrije contractonderhandelingen, maar de boerenorganisaties vrezen dat de verwerkers de druk van de retailers naar hun leveranciers – de primaire producenten - zullen verleggen.

Comeos en Unizo, de vertegenwoordigers van de detailhand en de retail, willen vasthouden aan die drempel. Voedingssectorfederatie Fevia, het ABS en de Boerenbond vragen om alle spelers in de keten op dezelfde manier bescherming te bieden, los van hun omzet. Ook een voorstel om de landbouwcoöperaties ten minste vrij te stellen van de omzetgrens is voor het ABS onvoldoende, schrijft voorzitter Hendrik Vandamme in het voorwoord van De Drietand.

Andere EU-lidstaten zoals Frankrijk verkozen de richtlijn om te zetten zonder de drempelwaarde voor de omzet. Unizo en Comeos vrezen dat verwerkers met grote en technische dossiers naar de Economische Inspectie zullen trekken, waardoor er minder ruimte zal zijn om de klachten van kleinere bedrijven te onderzoeken. Maar de landbouworganisaties betwisten dat, en vermoeden dat het net interessanter kan zijn dat er hogerop in de keten actie wordt ondernomen tegen de retailers.

“Opnieuw wordt vanuit de retailsector vol op de rem gestaan onder het mom van concurrentienadeel ten opzichte van buitenlandse retailers”, schrijft Vandamme, “Een drogreden om niets te moeten inboeten aan marktmacht is het. Niets meer, niets minder. De jaarresultaten van de grootste retailers van het land tonen aan dat er weinig kommer en kwel is in die schakel van de keten. Bij de primaire sector daarentegen komt het er nog steeds op aan keihard te werken om mogelijks een paar euro te verdienen.”

Bron: De Drietand

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek