Opinie

Zit het pesticidedebat in een tunnelvisie?

Opinie

Het debat over pesticiden wordt almaar feller, met activistische campagnes, open brieven en politieke druk. Maar missen we daarmee het bredere plaatje? Pieter Spanoghe, professor en expert in gewasbeschermingsmiddelen aan de Universiteit Gent, waarschuwt voor tunnelvisie in de discussie. In dit opiniestuk pleit hij voor meer nuance, erkenning van wetenschappelijke complexiteit en wederzijds respect tussen landbouw, zorg en beleid.

2 juni 2025
Lees meer over:

Allerhande instanties werden gesensibiliseerd en sloegen de handen in elkaar. Met een gezamenlijke slagorde trekken zij ten strijde. Op minder dan twee weken lees ik dat de mutualiteiten en natuurorganisaties minister Vandenbroucke vragen zich te verzetten tegen pesticiden. De Bond Beter Leefmilieu zegt néé tegen pesticiden en já tegen biodiversiteit. Vijfhonderd artsen waarschuwen voor gevaren van gif in de sierteelt in Nederland. De Waalse minister Anne-Catherine Dalcq, bio-ingenieur afkomstig uit het landbouwonderzoek, ligt onder vuur. Zij wordt als boerin beschuldigd van beïnvloeding door de landbouwlobby in het pesticidebeleid. Zij ontkent dit formeel.

Is de oproep terecht? Jazeker. Vanuit de visie en de missie van deze organisaties zou het vreemd zijn mochten zij stilzwijgend toekijken hoe onze gezonde leefomgeving volgens hun meetlat in Vlaanderen en daarbuiten wegdeemstert. Wie is er nu geen fan van een groene omgeving die ons doet denken aan het aardse paradijs? Het is aan de overheid en aan de landbouw om antwoorden te bieden op de bezorgdheden. Is de strategie om de ander te dwingen met rechtszaken en petities wel de juiste? Leidt dat net niet tot meer behoudsgezindheid? Ik vraag het me af.

Een paar jaar geleden trok volgende krantenkop mijn aandacht: “Van Antwerpen tot Antarctica: overal zit er paracetamol in het water.” Ook in Belgische waterlopen troffen onderzoekers bijna dertig verschillende stoffen aan. Overal zitten er resten van lichte en zware medicijnen. Het is een titel van een artikel die we vandaag netjes kunnen kopiëren als we denken aan PFOS en PFAS in ons leefmilieu. Ook die stoffen vinden we overal. Ook voor die stoffen roepen we de overheid op om haar verantwoordelijkheid te nemen en de nodige maatregelen te treffen.

Werkzaam in een landbouwmidden is het uiteraard niet fijn om telkens aangevallen te worden. Ik nodig dan ook iedereen uit om even uit de tunnel te komen en richt me in het bijzonder tot de zorgsector, die blijkbaar massaal op de kar sprong. Wie zou er van hen niet vreemd opkijken mochten lobbygroepen oproepen om alle synthetische medicijnen van de markt te halen? Wie erkent niet de heilzame werking van paracetamol? Het is te gebruiken bij veel soorten pijn, zoals kiespijn, hernia, rugpijn en pijn door verwondingen, operaties of ziekte. Het verhindert dat het pijnsignaal aan de hersenen doorgegeven wordt. Binnen een half uur na de inname neemt de pijn af, en dit effect houdt drie tot zes uur aan. Voor de mens is het een echt wondermiddel. Kan de zorgsector ook (h)erkennen dat soortgelijke problemen zich eveneens stellen op het veld, op het niveau van planten? 

Net als bij de mens zijn er perioden in de ontwikkeling van de plant die extra kwetsbaar zijn. Het kiemplantje wordt dan aangevallen door bodemschimmels of insecten. Het groene blad is in vochtige perioden in het voorjaar extra gevoelig voor ziekte. Vergelijk het met de mensen die zich jaarlijks schrap zetten als het griepseizoen eraan komt.

Groene organisaties prediken het ‘zonder is gezonder’-principe. Hun dogma is dat een gezonde plant zichzelf in een gezonde bodem redt. Is dit niet een vreemde gedachte als we weten dat mensen, ondanks hun gezonde levensstijl, de juiste voeding, de dagelijkse fitness,… toch in een ziekenhuis belanden?

De roep om bestrijdingsmiddelen te verbieden en tegelijkertijd innovatie in deze nieuwe veredelingstechnieken met hand en tand tegenhouden, is moeilijk te begrijpen

“Het is erfelijk bepaald”, zal men ons dan vertellen. “De persoon heeft gewoon pech en kan er echt niets aan doen.” Ingrijpen in het genetisch materiaal van de mens ligt inderdaad moeilijk. Nochtans zal onze medische kennis toenemen en zullen we technieken ontwikkelen om de fouten in onze genen te herstellen. We zullen de medici toejuichen en dankbaar zijn om de kwaliteit van ons leven zo te pimpen. 

Ingrijpen in het erfelijk materiaal van de plant is evenwel eenvoudiger. Planten zijn niet zo kostbaar als de mens. Met de juiste genetische tools kunnen we vandaag in een snel tempo nieuwe variëteiten veredelen die gezonder zijn dan de bestaande op ons veld. De roep om bestrijdingsmiddelen te verbieden en tegelijkertijd innovatie in deze nieuwe veredelingstechnieken met hand en tand tegenhouden, is moeilijk te begrijpen. De landbouw die steunt op klassieke gewasbeschermingsmiddelen houdt zo stand en blijft bij het oude.

Dat een aantal van deze middelen die wij gebruiken zeer nauw verwant zijn aan middelen ontwikkeld voor de menselijke geneeskunde, is ook een feit. Het verwondert me dat de zorgsector oproept om de ene te verbieden en de andere wel massaal voorschrijft opdat de mensen ze zouden slikken. Moleculen in de landbouw behoren soms tot dezelfde chemische familie. Denk maar aan de triazoolmiddelen die de voorbije maanden, omwille van het voorkomen van metabolieten in drinkwater, onder vuur kwamen.

Gewasbeschermings- en geneesmiddelen beogen soms hetzelfde doel: ziekteverwekkers bij plant of mens zijn vaak aan elkaar gewaagd. In onderzoekslabo’s worden dagelijks nieuwe stoffen gesynthetiseerd en telkens wordt bekeken of zij in de ene of de andere sector hun nut kunnen bewijzen. Historisch waren een aantal grote multinationals zowel actief in het aanmaken van geneesmiddelen als van gewasbeschermingsmiddelen. Bedrijven als Ciba-Geigy en Novartis waren bekende namen. Vandaag heeft BAYER nog steeds afdelingen die zich tot beide doelgroepen richten.

Gewasbeschermings- en geneesmiddelen beogen soms hetzelfde doel: ziekteverwekkers bij plant of mens zijn vaak aan elkaar gewaagd

Op homeopathie wordt vaak neergekeken. Medici reageren vol ongeloof dat de zeer sterke verdunningen ook maar enig heilzaam effect zouden hebben. “Onmogelijk”, is hun antwoord, “dat is pseudowetenschap”. Wie herinnert zich nog het verhaal van de dopingzondaar Contador en zijn vervuilde biefstuk van weleer? Het zero-zero-zero-gehalte van dopingmoleculen in zijn lichaam was, in vergelijking met de pesticiden die wij nu in het milieu meten, vaak een factor honderd tot duizend keer hoger. Dat deze zeer lage hoeveelheden de mensen aan de alarmklok doen trekken, gewoon omdat het synthetische stoffen zijn die tot een andere groep van middelen behoren, is moeilijk te vatten. We bevinden ons in een meetgebied waar niemand ons kan vertellen of deze gehaltes werkelijk schade aan onze gezondheid toebrengen of niet. We kunnen deze lage hoeveelheden nooit correct afmeten om ze voor te schotelen aan ratten of muizen in toxiciteitsproeven. Wat we wel kunnen, is kiezen voor het voorzorgsprincipe. Moeten we dat principe echter enkel beperken tot het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw?

Wat we gemakkelijker meten, zijn stoffen als alcohol. Het is één van de oudere bestrijdingsmiddelen die al eeuwen gebruikt werd en wordt om water te steriliseren. Micro-organismen in vervuild water schaadden inderdaad de gezondheid van onze voorouders. In tegenstelling tot gewasbeschermingsmiddelen worden we daar als mens, als we een glaasje drinken, aan veel grotere hoeveelheden blootgesteld. Het microbioom in ons maag- en darmstelsel wordt door alcohol telkens beschadigd, onze hersenen worden beïnvloed en bij chronisch drinken wordt onze lever aangetast. Wie staat effectief op om deze wetenschappelijk bewezen toxische stof totaal te verbieden?

Landbouwers, onderzoekers en overheden hebben geen houten oortjes. In hun replieken lees je dat zij zich niet enkel inzetten voor de ontwikkeling en het gebruik van alternatieve middelen, zij slaan langzaam maar zeker de weg in van precisielandbouw, volgen permanente opleidingen voor het behalen of behouden van spuitlicenties en doen nog zoveel meer. Boeren volgen lastenboeken met regels en voorschriften die hen dicteren hoe duurzaam te telen. Hun producten komen met labels in onze winkelrekken. Elk ogenblik van de dag kan een controleur zich onverwachts op het landbouwbedrijf aanmelden. Hij gaat na of zij aan de ‘verkeersregels’ voldoen. Indien niet, volgt een boete.

Kan alles nog sneller en beter? Belangrijker vandaag vind ik de vraag of landbouwers werkelijk openstaan voor de antwoorden op onze duurzaamheidsvraagstukken. Kunnen organisaties die hiervoor oproepen voor hen ook ijveren voor een waardig inkomen en sociaal leven? Dat kan hen helpen de juiste weg te kiezen, daar ben ik van overtuigd.


Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. 

De Auteur 

Professor Pieter Spanoghe is expert gewasbescherming en verbonden aan de UGent. 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek