Vooruit: "Socialistische visie op landbouw dringt zich op"

Historisch gezien heeft de socialistische beweging weinig binding met de land- en tuinbouw, maar daar wil Vooruit verandering in brengen door de contouren van een eigen landbouwmodel naar voor te schuiven. “Landbouwers zijn ook het slachtoffer van globalisering en een doorgedraaide marktlogica. Daarom verdienen zij onze solidariteit en moeten we ook voor hen een weg vooruit vinden”, zegt Vlaams parlementslid voor Vooruit Ludwig Vandenhove in het politiek magazine Sampol.

22 april 2021  – Laatst bijgewerkt om 22 april 2021 16:33
Lees meer over:

Vooruit, het voormalige sp.a, erkent dat landbouwers traditioneel geen deel zijn van de socialistische beweging. “Al sinds eind 19de eeuw is de sector sterk vervlochten met de katholieke zuil. Een aantal socialistische denkers hebben halfweg de 19de eeuw geprobeerd om de boer als politiek subject op te nemen binnenin de ideologie, omdat er veel gelijkenissen te trekken zijn tussen de positie van de landbouwer en de arbeider binnen het kapitalistische systeem, maar zonder veel succes”, klinkt het.

Vanuit de analyse dat landbouwers vandaag niet meer rondkomen en dat Vlaanderen de milieu- en klimaatimpact van de land- en tuinbouw niet meer kan dragen, vindt de socialistische partij het relevant om nu toch een eigen visie over landbouw naar voor schuiven. “We hebben een levendige landbouwsector nodig in Vlaanderen. Het blijft immers de primaire sector en het is handig als we als land enigszins zelfvoorzienend kunnen zijn”, zeggen de auteurs van de visietekst, Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove en Ward Van Hassel, fractieadviseur van Vooruit in het Vlaams parlement.

Druk van de geglobaliseerde economie

Om tot hun visie te komen, starten de auteurs met een analyse van de toestand vandaag. “Net als in de rest van de economie zien we ook in de landbouwsector een algemene tendens naar schaalvergroting door het afbreken van handelsbarrières. Globalisering moest zorgen voor meer concurrentie tussen bedrijven en een grotere afzetmarkt. Daardoor blijven alleen de meest productieve bedrijven bestaan, die dan op een nog grotere schaal hun producten kunnen verkopen.”

In de landbouwsector gebeurde dit volgens Vooruit met vertraging omdat het landbouw- en handelsbeleid van de EU de landbouw lange tijd afschermde. Maar het resultaat is in de ogen van de partij hetzelfde: alleen de grootste en meest productieve landbouwbedrijven overleven. “Familiale landbouwbedrijven staan voor de keuze: ofwel moeten ze zich in de schulden steken om massaal meer te produceren, ofwel moeten ze stoppen”, klinkt het.

Zoals de afgelopen decennia duidelijk is geworden, creëert globalisering meer welvaart, maar de vraag is waar die welvaart naartoe gaat

Vooruit

Deze piste van schaalvergroting brengt nochtans geen soelaas, zo is te horen. “Wie voltijds werkt in de landbouwsector verdient gemiddeld 46 procent minder dan de gemiddelde loontrekkende Vlaming”, zeggen Vandenhove en Van Hassel. “Zoals de afgelopen decennia duidelijk is geworden, creëert globalisering misschien wel meer welvaart, maar waar gaat die welvaart dan wel naartoe? We zien dat landbouwers vandaag maar 9 procent van de omzet van de agrovoedingsketen voor hun rekening nemen, terwijl 65 procent voor de voedingsindustrie is.” Vooruit stelt dat aan landbouwers steeds wordt gezegd dat de consument niet meer wenst te betalen, maar de groei van de korte ketenverkoop schept een ander beeld.

Druk van milieuverenigingen en milieuwetgeving

Naast de druk uit de markt zien de auteurs ook dat de land- en tuinbouw steeds meer geconfronteerd wordt met de druk van milieuverenigingen en de Europese milieuwetgeving. Daarbij wordt verwezen naar het recente stikstofarrest, maar ook naar “andere milieuproblemen die door de intensieve landbouw worden veroorzaakt” zoals gewasbeschermingsmiddelen en te veel nitraten die in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen, de problemen met dierenwelzijn, de uitstoot van fijn stof of de afname van biodiversiteit in landbouwgebied.

Concurreren op de internationale markten gebeurt volgens Vooruit ten koste van de natuur en de gezondheid van omwonenden. “Boerenbond en CD&V verdedigen zich met het discours dat de schuld legt bij de consument, dierenrechtenactivisten, de EU en klimaat- en milieuactivisten. Zij staan zogezegd in de weg van de schaalvergroting die nodig is om de sector levend te houden. Die schaalvergroting wordt gezien als een noodzaak en een onvermijdelijke wetmatigheid en de milieuregelgeving als een last”, aldus Vandenhove en Van Hassel.

Als je de toestand van de landbouw vandaag bekijkt dan zit de socialistische partij duidelijke parallellen met andere groepen die de voorbije decennia aan het kortste eind trokken door de economische verschuivingen. “Landbouwers zijn ook het slachtoffer van globalisering en doorgedreven marktlogica. Voor de boeren betekent dit lagere prijzen, terwijl de gemiddelde werknemer wordt geconfronteerd met toenemende jobonzekerheid, meer werkdruk en stagnerende lonen. Zowel landbouwers als werknemers wordt gevraagd klimaatvriendelijker te werken en te leven, zonder rekening te houden met hun inkomen.”

We moeten mikken op een bedrijfsmodel dat rendabel kan zijn zonder constante uitbreiding en intensifiëring

Vooruit

Contouren voor een socialistisch landbouwmodel

Vanuit die analyse vindt Vooruit het niet meer dan normaal dat het probeert om een alternatief landbouwmodel te ontwikkelen, gebaseerd op solidariteit. “Dit moet een discours zijn waarin oneindige groei niet noodzakelijk is, waar de winsten niet verderop in de keten terechtkomen en waar landbouwers een eerlijke prijs krijgen en waarin milieu, klimaat en landbouw samengaan”, menen de auteurs van de visienota. Ze wijzen erop dat diegene die geprofiteerd hebben van het huidige landbouwmodel, de kostprijs van de transitie moeten betalen.

“Als socialistisch progressieve beweging moeten we ook een eigen model naar voor schuiven dat oplossingen biedt voor de landbouwer én het milieu”, luidt het. “Daarbij moet gemikt worden op een bedrijfsmodel dat rendabel kan zijn zonder constante uitbreiding en intensifiëring.” De partij stelt daarom tien oplossingen voor die ons dichter bij zo’n model kunnen brengen:

  1. Allereerst moet de overheersende macht van inkoopkantoren binnen de voedselketen gebroken worden door het mededingingsbeleid te verbeteren.

  2. Daarnaast is de korte keten zoals hoeveverkoop een mogelijke oplossing. Hier is de uitdaging om dit op een grote schaal te organiseren. Korte ketenhubs en meer lokale producten in supermarkten kunnen dit oplossen.

  3. De ondersteunende maatregelen van de Vlaamse overheid dienen aangepast te worden om ‘lock-ins’, wanneer bedrijven door schulden vastzitten in een bedrijfsmodel, te vermijden. Hiervoor moet de investeringssteun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) voor materiële activa afgebouwd worden.

  4. Daarnaast moet ook een strategisch handelsbeleid overwogen worden om de landbouwsector te beschermen.

  5. Een hervorming van het stikstofbeleid, de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) en het Mestactieplan (MAP) dringen zich op. Daarnaast is een strenger omgevingsbeleid, waar veeteeltactiviteiten meer gespreid worden, aan de orde.

  6. De veestapel moet dalen door het aantal nutriëntenemissierechten af te bouwen. Boeren, die tegen wil en dank mee stapten in het verhaal van schaalvergroting, mogen hier niet het slachtoffer van zijn. Daarvoor zijn warme saneringen voor wie wil stoppen een oplossing.

  7. Het aantal landbouwbedrijven dat agro-ecologische principes volgt, moet toenemen. Deze verschuiving vereist een mindshift. Om die shift in te zetten, moeten agro-ecologische principes een belangrijk deel uitmaken van het landbouwonderwijs.

  8. De 100 miljoen per jaar, die de Vlaamse regering inzet voor de landbouwsector, moet worden gebruikt om reconversies naar ecologische landbouw te ondersteunen.

  9. Er moet veel meer gebruik gemaakt worden van de niet-productieve investeringen om de biodiversiteit op en naast velden te stimuleren.

  10. De eco-regelingen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moeten maximaal ingezet worden om duurzame landbouwpraktijken te ondersteunen, zoals het behoud van grasland. We moeten ook de directe steun voor landbouwbedrijven van de EU afbouwen en deze middelen inzetten voor eco-regelingen.

Voor Vooruit zijn deze oplossingen niet in steen gebeiteld. “We willen hierover een gesprek aangaan met iedereen die vindt dat kleinschalige landbouwbedrijven terug vooruit moeten kunnen in het leven. Dat doen we op basis van onze kernwaarde solidariteit. En solidariteit dat is voor ons bijdragen naar vermogen en krijgen naar noden. Dat is niet alleen overleven, maar ook vooral goed leven. Dat moet ook mogelijk zijn voor landbouwers”, besluiten de auteurs van de visietekst.

Bron: Eigen verslaggeving / Sampol

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek