Analyse

De duurzaamste wint: Steeds meer competitie bij VLIF-steun

Analyse

Vlaamse landbouwers bespaarden in 2024 samen 1.300 GWh energie dankzij steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Toch is die steun lang niet vanzelfsprekend. Aanvragers komen terecht in een selectiesysteem waarin concurrentie, criteria en timing een bepalende rol spelen. “Boeren hebben zin om te investeren, dus zijn er ook heel veel aanvragen”, zegt Gert Van Thillo, business manager bij SBB accountants en adviseurs. “Bovendien is de groep die een aanvraag kan indienen, groter geworden."

gisteren Ruben De Keyzer
energiezonnepanelen

Duurzame landbouw heeft zijn waarde, maar ook zijn prijs. Landbouwers hebben vorig jaar 27.189 investeringen aangevraagd voor een gezamenlijk bedrag van bijna 295 miljoen euro. Daarvan werden er 14.115 investeringen geselecteerd, wat neerkomt op een selectiebedrag van 182 miljoen euro. Dit is echter niet het volledige bedrag dat effectief naar VLIF-steun is gegaan. Na de goedkeuring van een subsidie, moet de aanvrager bewijsstukken indienen die aantonen dat de aangevraagde investering effectief wordt uitgevoerd. De uitbetaling gebeurt pas bij voltooiing van het project. Het bedrag dat in 2024 effectief werd uitbetaald. bedraagt 52.224.776 euro, voor 6.700 dossiers samen.

Productieve en niet-productieve investeringen

In Vlaanderen gaat zo’n 21 procent van de Europese GLB-steun naar het VLIF. Bekijken we enkel de productieve groene investeringen, dan gaat 7 procent van de Europese GLB-steun naar productieve groene investeringen. Het is die laatste categorie waar het Agentschap op inzoomt in een nieuw rapport. Niet-productieve groene investeringen zijn vooral gericht op ecologische meerwaarde, zoals het aanplanten van een haag. Productieve investeringen dragen ook bij aan de rendabiliteit van het landbouwbedrijf, zoals waterbesparing of energie-efficiëntie. Een project komt in aanmerking voor VLIF-steun als het een meerwaarde biedt voor bijvoorbeeld milieu en klimaat, energie of dierenwelzijn.

Minder energie, water en ammoniak

Wat betreft energie, legt het Agentschap concrete resultaten voor.  Meer dan 9.000 investeringen zorgden samen voor een energiebesparing van ruim 1.300 GWh in 2024. Dat staat gelijk aan het jaarlijks verbruik van zo’n 370.000 gezinnen. Deze investeringen, gerealiseerd tussen 2016 en 2024, ontvingen samen 87,7 miljoen euro steun. De energie-besparing leidde op haar beurt tot een reductie in de energetische broeikasgasuitstoot: de in 2024 vermeden CO2-emissie bedroeg 213 kiloton CO2. Belangrijke investeringstypes hiervoor zijn de isolatie van verwarmde stallen, schermen en folies in serres en rookgasbehandeling.

Investeringen met het oog op vermindering van de ammoniakuitstoot zorgden in 2024 voor een totale vermeden ammoniakemissie van 1.948 ton NH3. Dat effect werd gerealiseerd door ammoniakemissiearme stalsystemen voor pluimvee en varkens, luchtwassers, mestschuiven en mestrobots. Samen ontvingen deze investeringen ruim 32,4 miljoen euro steun. Een aantal van deze investeringen heeft ook effect op de uitstoot van geur en fijn stof.

Er ging ook 14 miljoen euro steun naar investeringen in waterkwaliteit en watergebruik. Van 2017 tot 2024 hebben 2.412 investeringen de wateropslagcapaciteit met bijna 2 miljoen m³ verhoogd, voornamelijk hemelwater.

Het type projecten die van het grootste percentage steun genieten, zijn de projecten die voorrang krijgen

Gert Van Thillo - Business manager bij adviesbureau SBB

Hoe vlot verloopt het subsidieproces?

Maar wie maakt precies aanspraak op deze subsidies, en hoe vlot is het om er te verkrijgen? Gert Van Thillo, business manager bij adviesbureau SBB, ziet dat steeds meer boeren zich laten adviseren voor de aanvragen van VLIF-steun. “Vroeger konden landbouwers in bijberoep geen VLIF-steun aanvragen”, zegt Van Thillo. “Bovendien gaat conjunctureel beter binnen de landbouw, wat maakt dat velen willen investeren. En omdat uitbreiden vaak geen mogelijkheid is, kijken boeren naar een ander type investeringen. Denk maar aan een mestrobot, of investeringen in waterbesparing of dierenwelzijn.”

Naast duurzaamheid is ook arbeidsverlichting een belangrijk criterium binnen de VLIF-lijsten. “Alles wat betreft robotisering scoort om die reden vrij goed”, zegt Van Thillo.

Dat eenzelfde projectaanvraag het ene jaar geweigerd kan worden, en het andere jaar toch aanvaard, zorgt ervoor dat landbouwers de VLIF-subsidies wel eens als een loterij beschouwen. “Maar dat vind ik niet het juiste woord”, zegt Van Thillo. “Wel is het zo dat VLIF een bepaalde rangorde hanteert. Het type projecten die van het grootste percentage steun genieten, tot veertig of vijftig procent, zijn de projecten die hoog scoren op het gebied van duurzaamheid, en dat zijn dus ook de projecten die voorrang krijgen. Projecten waarvoor maar 15 of zelfs 30 procent steun geldt, maken doorgaans minder kans.”

Velen stellen bepaalde investeringen uit omdat ze de subsidie nog niet kregen

Gert Van Thillo - Business manager bij adviesbureau SBB

Aanvraagdrukte

Hoewel Van Thillo benadrukt dat VLIF-steun eerder moet worden gezien als een extra stimulans dan de basis van een verdienmodel, ziet niet elke boer het zo. “Ik snap wel de frustraties bij landbouwers hun hoop hebben gezet op de VLIF-steun”, zegt Van Thillo. “Het lijkt voor sommigen dat de VLIF-steun minder vanzelfsprekend is geworden. Dat komt omdat de pot die ter beschikking staat, langs de ene kant veel meer wordt opgebruikt in de hoogste categorie van investeringen, zijnde de investeringen van dertig tot vijftig procent. Langs de andere kant is er veel meer toegang tot het VLIF. Vroeger was VLIF enkel beperkt door wie in hoofdberoep landbouwer is. Nu kan ook een bijberoeper VLIF aanvragen, als hij gekend staat als een actieve landbouwer met meer dan twintigduizend euro verdiencapaciteit per jaar.”

“Verder zijn er degenen die oude aanvragen herindienen”, zegt Van Thillo nog. “Anders dan vroeger mag je een geweigerde aanvraag elk kwartaal opnieuw indienen, al is het addertje natuurlijk dat je VLIF-steun moet aanvragen voor de aanvang van een project. Velen stellen daadwerkelijk bepaalde investeringen uit alvorens ze de subsidie krijgen.”

Ook de bewijslast voor een VLIF-aanvrager is groter geworden. “Als je vroeger een aanvraag deed voor een waterput, was het al voldoende om de start van de werkzaamheden te bewijzen met een foto van je graafwerk. Tegenwoordig moet je offertes of facturen kunnen voorleggen.”

Het is misschien minder evident geworden om VLIF-steun te ontvangen, maar we kunnen wel stellen dat het proces performanter is geworden

Gert Van Thillo - Business manager bij adviesbureau SBB

Niet iedereen krijgt een 'ja'

”Het is misschien minder evident geworden om VLIF-steun te ontvangen, maar we kunnen wel stellen dat het proces performanter is geworden.  Tenslotte zorgt de steun vanuit het VLIF voor ondersteuning van duurzame investeringen in landbouw om het bedrijf meer toekomstbestendig te maken en beter te voldoen aan maatschappelijke verwachtingen”, zegt Van Thillo nog, al gelooft hij dat er door de aanvraagdrukte hoe dan ook geen garantie is dat elk dossier dit jaar een ‘ja’ mag verwachten. Bovendien is het volledige VLIF-budget voor 2025 nog niet vrijgegeven. Alleen de oproep VLIF-innovatie 2025 maakt al gewag van een concreet beschikbaar budget, namelijk 5 miljoen euro. Maar dit is slechts een deel van de taart.

Dankzij het VLIF zetten landbouwers sneller de stap naar meer milieu- en klimaatvriendelijke technieken

Jo Brouns (cd&v) - Vlaams minister Landbouw en Omgeving

Hoewel de Vlaamse regering fors moet besparen, geeft Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) wel aan dat VLIF een belangrijke rol zal blijven spelen. “Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds is een motor voor de verduurzaming van onze Vlaamse landbouwbedrijven”, zegt de minister. “Dankzij het VLIF zetten landbouwers sneller de stap naar meer milieu- en klimaatvriendelijke technieken. En daar wordt iedereen, van landbouwer tot burger, beter van. Met het VLIF bouwen we aan een groenere en veerkrachtigere landbouwsector.

Landbouwers doen er goed aan VLIF-steun te blijven aanvragen waar mogelijk, maar moeten erop toezien dat de rendabiliteit van hun investering ook zonder steun overeind blijft. Met stijgende aanvraagdruk en onduidelijke budgetten is het duidelijk: boeren zullen hun dossiers strategischer dan ooit moeten plannen.

Proefcentrum Hoogstraten gaat aan de slag met hightech indoorcellen en sensorgestuurde teelten
Uitgelicht
Proefcentrum Hoogstraten (PCH) heeft twee nieuwe indoorcellen officieel gelanceerd en de nieuwste toepassingen in sensorgestuurde teelt voorgesteld. Eerder dit jaar werd op de...
26 juni 2025 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek