Tegen de stroom in: De Nijs investeert in toekomst sierteelt
ReportageEen nieuwe serre, een nieuwe generatie en een hernieuwd geloof in de toekomst van de Vlaamse sierteelt. In Erpe-Mere slaat de familie De Nijs een opmerkelijke weg in met een forse investering en een jonge bedrijfsopvolger. Het is een hoopgevend signaal in een sector waar de laatste jaren vooral krimp te horen viel. Keert het tij voor de Vlaamse sierteelt?
In een tijd waarin de Vlaamse sierteeltsector krimpt, vaart anjerteler De Nijs tegen de stroom in. Met de bouw van een nieuwe serre van 1,1 hectare verdubbelt het bedrijf zijn capaciteit. Deze uitbreiding markeert niet alleen een belangrijke investering in duurzaamheid en schaalvergroting, maar legt ook de basis voor opvolging: zoon Louis (19) is anderhalf jaar geleden toegetreden tot het familiebedrijf.
Tijdens een bezoek van Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) aan het bedrijf midden mei werd dit symbolisch bekrachtigd. “Ik wist als kind al dat ik het bedrijf van mijn ouders wilde overnemen”, vertelde Louis. De minister was in Erpe-Mere om de opflakkering in de sector te onderstrepen: volgens cijfers van het VLIF verdubbelde het aantal aanvragen voor opstart- en overnamesteun vorig jaar.
Van honderden naar een handvol anjertelers
De schaalvergroting bij De Nijs staat in schril contrast met de algemene trend. Waar er in 1980 nog 2.699 siertelers onder glas actief waren in Vlaanderen, waren dat er in 2023 nog amper 302. Toch blijft het totale areaal sinds 2013 stabiel rond de 500 hectare, een teken van grotere bedrijven en minder spelers.
Koen De Nijs (45), die samen met zijn vrouw Marian uit een familie van anjertelers komt, zag de teloorgang van nabij gebeuren. “Vroeger was de regio rond Erpe-Mere en Aalst een epicentrum van anjerteelt, maar vandaag kan je de overgebleven bedrijven op één hand tellen”, zegt hij. Behalve zijn eigen bedrijf zijn er enkel nog kleine telers in West-Vlaanderen en zijn schoonouders actief.
Groei als strategie
De familie De Nijs kiest al jaren voor een groeipad. Sinds de opstart in 2004 werd het areaal in stappen uitgebreid, van 5.000 vierkante meter naar nu ruim twee hectare. Ook het aantal anjervariëteiten steeg van 5 naar 38. “Alleen via schaalvergroting kunnen we rendabel blijven en investeren in technologie zoals sorteerinstallaties en klimaatregeling”, aldus Koen.
De nieuwe serre moet vanaf september in gebruik worden genomen. “Dankzij deze uitbreiding kunnen we jongere en oudere planten beter combineren in functie van hun warmtevraag”, legt hij uit. De investering is ook strategisch: het bedrijf moet ruimte bieden aan meerdere gezinnen, met het oog op een eventuele toetreding van tweede zoon Jef (17).
Steun, maar ook overtuiging
Louis ontvangt 100.000 euro starterssteun van de Vlaamse overheid, een financiële ruggensteun die volgens hem essentieel is. “Het maakt deel uit van het investeringsplaatje,” zegt hij. Toch benadrukt hij dat de keuze om in het bedrijf te stappen veel verder gaat dan cijfers. “Het is een kinderwens die werkelijkheid wordt.”
“Krimp in areaal biedt perspectief”
Paradoxaal genoeg ziet Louis toekomst in het teruglopende areaal. “Minder aanbod betekent kansen voor wie overblijft. De vraag is er, zeker in het seizoen van mei tot oktober wanneer de kwaliteit van importbloemen door de hitte daalt.” De grootste concurrenten komen uit Spanje, Italië, Colombia, Kenia en Ethiopië.
Toch waarschuwt Koen dat populariteit vluchtig kan zijn. “Vandaag is de anjer geliefd, maar dat kan veranderen. De teler levert aan Euroveiling in Brussel en de veiling in Nederland. Met Moederdag en Pasen liggen er twee belangrijke feestdagen achter de rug. Normaal liggen de prijzen tijdens deze periode op een hoog niveau, maar dit jaar viel het wat tegen. “Door het warme weer hadden we enorm veel productie en was er een overaanbod op de markt”, verklaart hij.
Van crisis naar creativiteit
Tijdens de coronapandemie ontstond het 'Anjerkot', een onbemande kiosk aan de oprit van het bedrijf waar klanten anjers konden kopen. “Een noodoplossing die aansloeg”, vertelt Koen. Ook na de pandemie blijven mensen de weg vinden, al is het commercieel gezien een bescheiden kanaal. "Wij hadden het geluk dat de bloemenzaken en tuincentra weer vrijgegeven waren tijdens onze productiepiek. Hierdoor zijn we coronaperiode uiteindelijk goed doorgekomen."
Na corona volgde de energiecrisis. Door investeringen in onder meer een warmtepomp, bijkomende wkk-installatie en warmtebuffers kon De Nijs het gasverbruik halveren. Toch betekent minder verbruik niet per se meer winst. “De investeringen zijn duur, sommige systemen hebben een beperkte levensduur. Besparen is relatief.”
Drempels voor toekomstgerichte ondernemers
Hoewel de overheid met starterssteun een stap in de juiste richting zet, ziet Koen ruimte voor meer structurele ondersteuning. Vooral het vergunningstraject noemt hij een rem. “We kregen meerdere bezwaren, zoals over het open waterbassin dat muggen zou aantrekken. Dat hebben we uiteindelijk moeten afdekken met drijvende ballen.”
“Overname is bewuste keuze”
Volgens AVBS, de Vlaamse sectororganisatie, is het moeilijk te zeggen in hoeverre het verhaal van De Nijs representatief is. “Wat opvalt, is dat jonge overnemers hun beslissing heel bewust maken. Vroeger was het vaak vanzelfsprekend, nu is het een doordachte keuze. Zij die het doen, zijn heel gepassioneerd en zeker van hun stuk. Louis is daar een mooi voorbeeld van”, aldus AVBS-secretaris Miet Poppe.
