Voor het eerst daalt de gemiddelde melkproductie van Vlaamse koeien
nieuwsNadat de gemiddelde melkproductie van Vlaamse koeien de voorbije jaren sterk steeg, daalt ze nu voor het eerst. In de periode september 2024 tot augustus 2025 produceerde de Vlaamse koe gemiddeld 9.666 kilo melk, tegenover 9.726 in dezelfde periode een jaar eerder. Dat blijkt uit statistieken van CRV, de Nederlandse-Vlaamse coöperatie, die melkproductieregistratie uitvoert bij 1.464 Vlaamse bedrijven. De blauwtonguitbraak van vorig jaar is een mogelijke verklaring voor de productiedaling.
De Vlaamse melkveestapel toont doorheen de jaren een indrukwekkende groei van de melkproductie. Van 8.175 kilo in 2010 steeg de gemiddelde productie per koe naar 9.726 in 2023-2024. Dit boekjaar (september 2024 tot 31 augustus 2025) daalde de melkproductie wel licht naar 9.666 kilo.
Dat wil volgens CRV niet zeggen dat het potentieel van de melkkoe is uitgeput. De coöperatie vermoedt dat blauwtong roet in het eten gooide. “Blauwtong heeft de productie in de tweede helft van vorig jaar verminderd”, aldus woordvoerder Wichert Koopman.
Hardste melker van Vlaanderen
Dat er met 9.726 kilo in 2024 niet het uiterste uit de koeien gehaald wordt, blijkt ook uit de top tien van bedrijven met de hoogste productie per koe in Vlaanderen. Deze lijst maakt CRV niet langer openbaar, maar konden wij via een melkveehouder inzien. De derde plaats op deze ranglijst wordt ingenomen door Dries Maenhout uit Poeke. Vorig jaar haalde de Oost-Vlaamse melkveehouder, die al jaren in de top tien van Vlaanderen staat, gemiddeld 14.037 kilo melk uit zijn koeien.
Andere ranglijsten, die wel openbaar gemaakt worden, bevatten de top tien bedrijven met hoogste gemiddelde levensproductie per koe van de melkveestapel. Deze lijst wordt aangevoerd door Peter Claessens. De levensproductie van de 75 aanwezige koeien op het bedrijf van deze melkveehouder uit Wiekevorst lag afgelopen boekjaar op 38.867 kilo melk met 4,44 procent vet en 3,59 procent eiwit bij een gemiddelde leeftijd van 5 jaar en 10 maanden.
Minder honderdtonners, meer tientonners
Individuele koeien kunnen nog veel hogere levensproducties halen. Afgelopen boekjaar passeerden 207 Vlaamse koeien een levensproductie van 100.000 kilo melk. In het vorige boekjaar waren dat er 217. Elf Vlaamse koeien realiseerden afgelopen boekjaar een levensproductie van meer dan 10.000 kilo vet en eiwit. In het vorige boekjaar waren dat er acht.
Claessens voert, net als drie jaar geleden, ook het klassement voor levensproductie bij afvoer aan. De Antwerpse melkveehouder voerde afgelopen jaar tien koeien af, die gemiddeld 57.586 kg melk met 4,41 procent vet en 3,64 procent eiwit hadden geproduceerd. De gemiddelde leeftijd van de dieren was 7,1 jaar en ze gingen 4,6 lactaties mee. Ter vergelijking: op Vlaams niveau kalft de koe gemiddeld 3,1 keer af, een cijfer dat al jaren stabiel is.
Over heel Vlaanderen produceerden de koeien bij afvoer 31.253 kilo melk. Dat is 70 liter minder melk dan de levensproductie van afgevoerde koeien in 2024. Ook hier speelt blauwtong mogelijk een rol. Het virus deed niet alleen de productie dalen, maar had ook slachtoffers tot gevolg. “Koeien moesten hierdoor sneller afgevoerd worden”, klinkt het.

Fokken op gehaltes
Waar de melkproductie bij afvoer licht daalde, gingen wel de gehaltes vet en eiwit van deze koeien licht omhoog naar respectievelijk 4,23 procent en 3,49 procent. “Hierdoor bleef het netto bedrijfsresultaat van deze koeien gelijk”, volgens de CRV-statistieken. De coöperatie verklaart dit onder andere door de genetische verbetering van de veestapel. “Melkveehouders in Vlaanderen hebben de voorbije jaren gefokt op het verhogen van de gehaltes.”
Waar ligt het uiterste van de melkkoe?
Waar ligt het genetische potentieel als het om melkproductie gaat? “Ik had ooit het doel om naar 15.000 kilo op jaarbasis door te groeien, maar ik denk niet dat ik dat ga halen”, vertelt Maenhout. Dat ligt volgens hem niet meteen aan het genetisch potentieel, maar ook aan management en bijvoorbeeld aan koecomfort. “Om de productie verder te laten stijgen, moet ik bijvoorbeeld zandligboxen installeren”, aldus de boer.
Ook CRV denkt dat er meer mogelijk is. “Waar de grens ligt weten we niet, maar wat we wel weten is dat die voorlopig nog lang niet bereikt is. We zien dat de moeders van de stieren op onze testbedrijven probleemloos producties van 15.000 kilo of meer realiseren. Vlaamse melkveehouders die stieren van CRV gebruiken, hebben in de toekomst ook koeien met deze genetische aanleg op stal.”
Melkproductieregistratie als instrument
De Nederlandse-Vlaamse coöperatie voert sinds jaar en dag melkproductieregistratie uit bij Vlaamse veehouders. Tientallen monsternemers, vaak mensen in bijberoep of boeren zelf, nemen maandelijks twee melkstalen van de koeien. De monsters geven inzicht in melkproductie, gehaltes en kengetallen die onder meer inzicht geven in uiergezondheid. De gegevens worden door melkveehouders gebruikt als managementinstrument.
Dit jaar voerde CRV de melkproductieregistratie uit bij 1.464 Vlaamse melkveehouders. Dat betekent dat ruim 40 procent van de 3.429 Vlaamse melkveebedrijven meegenomen wordt in de meting. Per bedrijf werden gemiddeld 114 koeien gemolken.
