Voedermaatregelen verlagen methaan en houden melkproductie op peil
nieuwsDe goedgekeurde voedermaatregelen die methaanuitstoot verminderen bij koeien hebben geen negatieve invloed op de melkproductie. Dit blijkt uit een nieuwe studie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Veel veehouders passen de voeding van hun runderen nog niet aan, net uit schrik hiervoor. “Als de dosis wordt gevolgd zoals voorgeschreven, hebben de voedermaatregelen een positieve impact op het klimaat zonder negatieve gevolgen te hebben voor de productie”, bevestigt ILVO nu.
Tijdens de vertering van voeder zorgen micro-organismen in de pens van runderen dat er methaan wordt geproduceerd. Door de voedermiddelen aan te passen of bepaalde additieven toe te voegen, kan de methaanproductie en -uitstoot verlaagd worden. Omdat methaan zo’n krachtig broeikasgas is, wordt er wereldwijd gewerkt aan voedingstechnologieën om de uitstoot bij rundvee te verminderen. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn er in Vlaanderen vier voedermiddelen en twee additieven goedgekeurd om de methaanemissie bij runderen te verlagen. Deze voedermiddelen omvatten koolzaadvet, een combinatie van bierdraf en koolzaadschroot, en geëxtrudeerd of geëxpandeerd lijnzaad. De goedgekeurde additieven zijn nitraat en 3-NOP.
Honderden Vlaamse veehouders gebruiken reeds deze methaanreducerende voedermiddelen, maar veel anderen pasten hun rantsoen nog niet aan. Dit komt onder meer door bezorgdheid over mogelijke negatieve effecten op de dieren, zoals veranderingen in de melkproductie of -samenstelling en zorgen over de voederefficiëntie. Deze terughoudendheid werd recent nog bevestigd door een WUR-enquête.

ILVO antwoordt op de bezorgheden
In het kader van het demoproject ‘Metheen’ voerde het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) een literatuuronderzoek uit om antwoorden te formuleren op de bezorgdheden van de veehouders. Het overkoepelend project heeft als doel “meteen inzetten op de implementatie van methaanreducerende voederstrategieën bij melkvee”.
In totaal werden 131 behandelingen uit 66 wetenschappelijke publicaties onder de loep genomen. Hierin werden 3-NOP, nitraat, lijnzaad of koolzaad toegepast op melkvee. Daaruit bleek dat geen enkel van de vier voedermaatregelen een significant negatief effect heeft op de melkproductie, als de dosis gevolgd wordt die het Convenant Enterische Emissies Rundvee voorschrijft. Voor koolzaadvet is het resultaat zelfs positief. Al moet het totaal vetgehalte van het rantsoen wel in de gaten gehouden worden. Als dit te hoog is, kan het de melkproductie immers negatief beïnvloeden. Ook de voederefficiëntie werd door geen enkel van de onderzochte voedermaatregelen negatief beïnvloed, lijnzaad heeft hierbij zelfs een positief effect.
Bij deze algemene conclusies benadrukt ILVO dat het effect telkens sterk afhankelijk is van de specifieke situatie per bedrijf, het rantsoen en de kudde. De gemiddelde cijfers bieden geen garantie dat deze effecten op elk bedrijf optreden.
Een nadere blik
3-NOP: De toevoeging van 1,35g 3-NOP (3-nitro oxypropanol) per koe per dag zal leiden tot een daling van de opname van droge stof, maar ook tot een lichte stijging (0,03%) van het eiwitgehalte in de melk. Meetmelkproductie en voederefficiëntie worden niet significant beïnvloed. Bij hogere dosissen dan aanbevolen in het convenant is er wel een trend naar lagere opname van droge stof en lagere melkproducties, maar ook naar hogere vetgehaltes in de melk.
Nitraat: De toevoeging van nitraat heeft weinig effect op de dierprestaties, zelfs bij dosissen hoger dan het convenant voorschrijft. Enkel het eiwitgehalte in de melk daalt significant, met gemiddeld -0,04 procent bij de convenantdosis.
Lijnzaad en koolzaad: Voor deze vetten hangen de resultaten sterk af van het rantsoen waaraan ze worden toegevoegd. De melkopbrengst blijkt optimaal bij een vetgehalte in het rantsoen tussen 3,9 en 6 procent. Afhankelijk van het basisrantsoen kan extra vet dus zorgen voor een productiedaling, -stijging of -stagnatie. Rekening houdend met deze nuance komen er wel een aantal algemene conclusies naar boven. De toevoeging van lijnzaadvet leidt gemiddeld tot een daling van het vet- en eiwitgehalte in de melk. Dit heeft gemiddeld geen invloed op de meetmelkproductie omdat de melkproductie in liter wel licht stijgt. Ook de voederefficiëntie stijgt significant met gemiddeld 0,06 procent. Ook met koolzaad stijgt de meetmelkproductie, gemiddeld met zo’n 1,44 kg per koe per dag.
Inschrijven via verzamelaanvraag 2025
Veehouders kunnen via ecoregelingen financiële ondersteuning ontvangen voor het toepassen van specifieke voedermaatregelen. Deze ecoregelingen kunnen nog tot en met 30 april worden aangevraagd via de verzamelaanvraag. Specifieke randvoorwaarden kunnen teruggevonden worden op de website van het Agentschap Landbouw & Zeevisserij.
Methaanuitstoot verminderen op 3 niveaus
De methaanemissie kan sterk verschillen van dier tot dier en is sterk genetisch bepaald. Door methaanemissie op te nemen in het fokdoel zou een koe in 2050 tot 40 procent minder methaan kunnen uitstoten. Dat bracht CRV eerder deze week naar buiten. Naast genetica en voedermaatregelen kunnen veehouders methaanemissies ook inperken door maatregelen rond hun veestapel- en bedrijfsmanagement te nemen.
