Verduurzaming te duur voor meeste melkveehouders

Slechts 20 procent van de Nederlandse melkveehouders heeft momenteel de financiële ruimte om met het bedrijf een verduurzamingsslag te maken. Dat stelt de Nederlandse Rabobank. Vooral extensivering is duur en moeilijk terug te verdienen. Ook in Vlaanderen zien experts vooral mogelijkheden tot verduurzaming en extensivering in combinatie met een andere (verbredings)activiteit. 

30 oktober 2023  – Laatst bijgewerkt om 30 oktober 2023 18:23
Lees meer over:

“Onze inschatting is dat 20 procent van de Nederlandse melkveebedrijven nu de mogelijkheid heeft een substantiële financiering aan te trekken om stappen voorwaarts te zetten in de richting van een duurzamer bedrijfsmodel”, vertelt sectormanager Marijn Dekkers van Rabobank aan het agrarische vakblad Nieuwe Oogst. 

Extensivering wordt in de duurzaamheidsdiscussie vaak genoemd als een van de instrument om te voldoen aan de doelen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en waterkwaliteit. Onderzoeken laten echter zien dat extensivering de inkomsten drukt en de kosten per koeplaats toenemen. "Kosten nemen toe, je kunt dat niet meer compenseren met een hogere productie per hectare", klinkt het bij Wageningen Economic Research. 

Een extensivering in de melkveehouderij betekent het houden van minder dieren op het beschikbare landbouwareaal. “Uiteraard staan daar dus minder inkomsten tegenover en kan de rentabiliteit in gevaar komen tenzij er extra inkomsten gegenereerd worden”, vertelt Jan Leyten, Economist Agro bij KBC. Volgens hem heeft het weinig zin om op individueel bedrijfsniveau te extensiveren. “Het ene bedrijf zou minder koeien kunnen houden en het andere bedrijf zou meer koeien gaan houden waardoor je per saldo hetzelfde uitkomt. De enige optie om milieu- of klimaatwinst te maken is om dit op sectorniveau te doen.” 

Sectorale afname veestapel

Leyten wijst als voorbeeld naar de varkenshouderij waar de veestapel het voorbije jaar met acht procent is afgenomen. “Dat betekent op sectorniveau dat er acht procent minder vee gehouden is. Doordat er veel bedrijven gestopt zijn, is de intensiteit van de varkenshouderij afgenomen, maar zijn de overgebleven bedrijven niet per se ingekrompen.” Volgens Leyten is het inkomensverlies door extensivering alleen te repareren door een combinatie te maken met verbreding of omschakeling naar een nichemarkt zoals biologisch. “Er zijn bedrijven die dat doen, maar hun aantal blijft beperkt. Niet alle bedrijven hebben deze mogelijkheid.” 

Eén van deze bedrijven is het melkveebedrijf van Kris Heirbaut die in Temse een melkveehouderij combineert met zuivelbereiding en hoeveverkoop. “Onze melkveestapel is de voorbije jaren teruggelopen van 90 tot 65 koeien en wij streven naar een circulair landbouwmodel waarbij we de koeien voeren met hetgeen van ons eigen land komt”, vertelt Heirbaut die soja en ook mais inruilde voor duurzame gewassen. “We voeren de koeien meer vlinderbloemigen en kruidenrijk grasland”, geeft hij als voorbeeld. 

Korte keten of ander alternatieve inkomstenbronnen

De melkveehouder beaamt dat de korte keten een noodzakelijk voorwaarde was om een extensivering mogelijk te maken. “De vermindering van de melkveestapel is wel gepaard gegaan met een kostendaling, maar deze kostendaling is te laag om de teruggang in melkopbrengst te compenseren. Er moet dus op een andere manier extra inkomsten binnenkomen en dat kan bijvoorbeeld, maar niet noodzakelijk, via de korte keten.” 

Naast de korteketenverkoop heeft Heirbaut de voorbij twee jaar ook een algenteelt opgezet, waarmee hij een bijdrage wil leveren aan de Europese eiwittransitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Een deel van de algen zet de ondernemer in de korte keten af, maar de lange keten is essentieel om een duurzaam inkomen te genereren. “De lange keten is niet voor niets ontstaan. Elke partij specialiseert zich ergens in”, aldus de ondernemer die aangeeft dat voor de verwerking en afzet van algen een grotere markt vereist is dan groot-Temse waar hij met de korte keten bereik heeft. 

Volgens de Oost-Vlaming moet de boer op zoek naar een combinatie van korte en lange keten. Daarbij ziet hij dat er ook nieuwe verdienmodellen opstaan, zoals carbon farming waarbij er een vergoeding is voor boeren die koolstof opslaan in de grond, bijvoorbeeld met permanent grasland. “Daarnaast zijn er ook subsidies voor duurzame landbouwalternatieven ter compensatie van een verminderd inkomen. Neem bijvoorbeeld kruidenachtige teelten die vanaf 2022 gesubsidieerd worden.” 

Volgens hem hebben boeren soms onterecht schaamte om van deze subsidieregelingen gebruik te maken. Maar dat is onterecht. "Een verduurzaming van de landbouw draagt bij aan het maatschappelijk welzijn. Daar kan best een vergoeding tegen overstaan”, zegt hij. “Er zijn tal van beroepsgroepen gesubsidieerd zijn. Neem bijvoorbeeld de de huisarts. Voor de bezoek betaal ik een paar euro. De rest legt de overheid bij.” 

Uitgespit: circulaire bedrijfsvoering en algenteelt bij Hoeveproducten Heirbaut
Uitgelicht
Bij Hoeveproducten Heirbaut in Temse kozen Kris en Ginny resoluut voor een meer circulaire bedrijfsvoering. Soja en maïs verdwenen uit het rantsoen, er kwam een biovergister e...
19 januari 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving / Nieuwe Oogst

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek