Turfvrije potgrond stap dichterbij in nieuwe studie
Willen we een duurzame tuinbouwsector, dan moeten we niet enkel het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, maar ook het veen in potgrond minderen. Waarom veen? Veen is een fossiele grondstof. Er is maar een eindige hoeveelheid op aarde, en de ontginning heeft een negatieve impact op het milieu. In haar doctoraatsonderzoek presenteert Steffi Pot (KULeuven) mogelijke alternatieven.
Composten en beheerresten kunnen volgens de studie interessante alternatieven vormen voor veen. Beheerresten zijn de biomassa die vrijkomt bij het beheer van natuurgebieden, zoals heideterreinen en bossen. De micro-organismen in deze materialen kunnen ecologisch verantwoord bijdragen aan de groei en gezondheid van planten. Deze micro-organismen zouden in de toekomst dus een belangrijk bestanddeel kunnen worden van performante veenvervangers.
Substraten op basis van beheerresten in combinatie met bepaalde meststoffen bleken ook effectief in het onderdrukken van wortelpathogenen, wat te danken is aan de samenstelling van het rhizosfeer-microbioom.
Verder blijkt het toevoegen van stoffen die de natuurlijke wortelafscheiding van planten nabootsen (kunstmatige wortelexudaten), een geschikte methode om de micro-organismen in compost-gebaseerde substraten te sturen. Andere behandelingen van composten, zoals verzuren en zeven, bleken minder geschikt om de micro-organismen te beïnvloeden.
Het proefschrift van Pot kan dus een belangrijke basis vormen voor het gebruik van compost en beheerresiduen in de tuinbouwsector. De studie gebeurde in samenwerking met Het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS).
Bron: Eigen berichtgeving
