Uitstoot van verzurende stoffen zoals stikstof daalt verder
AnalyseDe uitstoot van verzurende stoffen zoals stikstof blijft dalen in Vlaanderen. Tussen 2005 en 2023 spreken we zelfs over een halvering (-57%) van de ‘potentieel verzurende emissie’. Dat meldt Statistiek Vlaanderen donderdag op basis van cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Landbouw blijft wel de belangrijkste bron van verzurende emissies. Ook de broeikasgassen bereikten in 2023 de laagste uitstootcijfers van deze eeuw, zelfs minder dan in coronajaar 2020.
‘Potentieel verzurende emissie’ is de som van de uitstoot van drie verzurende stoffen: zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Die som wordt uitgedrukt in zuurequivalenten, waarbij het zuurvormende vermogen van elke stof in rekening wordt gebracht.
De uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak daalden tussen 2005 en 2023 met respectievelijk 58 procent en 19 procent. In diezelfde periode zagen we ook een aanzienlijke daling van de zwaveldioxide-emissies, met -85 procent.
Landbouw stoot kwart minder ammoniak uit
De landbouw, en met name de uitstoot van ammoniak, noteerde een afname met een kwart (-24%) tussen 2005 en 2023. Het relatieve aandeel van de landbouwsector in de totale uitstoot van ammoniak blijft wel nagenoeg gelijk (± 95%) sinds 2005.
De uitstoot door de landbouw daalde licht tot 2008, voornamelijk door de daling van de veestapel, de verhoogde voederefficiëntie, de emissiearme aanwending van dierlijke mest en de bouw van emissiearme stallen. Het effect van de emissiereducerende maatregelen werd echter deels gecompenseerd door een aanzienlijke toename van het pluimvee. De daling van de uitstoot t.o.v. 2005 bleef dus vele jaren eerder beperkt.
Afname varkensstapel grootste factor
De daling van de ammoniakuitstoot in 2022 en 2023 is voornamelijk toe te schrijven aan een forse krimp in het aantal varkens. De ammoniakuitstoot door het gebruik van kunstmest is onderhevig aan schommelingen door het variërende kunstmestgebruik. De ammoniakuitstoot door mestverwerking stijgt tot en met 2018 als gevolg van een steeds toenemende hoeveelheid verwerkte mest, maar is anderzijds ook sterk afhankelijk van de gehanteerde verwerkingstechniek.
De landbouw bleef in 2023 wel de belangrijkste bron van potentieel verzurende emissie (49%), gevolgd door transport (27%), industrie (14%) en energie (7%). De grootste afname tussen 2005 en 2023 was er in de energiesector (-85%). Ook de industriesector kende een grote daling (-59%). Beide sectoren stoten vooral stikstofoxiden en zwaveldioxide uit en de afname was vooral een gevolg van emissiereducerende maatregelen.
Uitstoot broeikasgas daalt
De uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen is in 2023 gedaald, tot het laagste punt van deze eeuw. In 2023 werden in Vlaanderen 65,4 megaton CO2-equivalenten broeikasgassen uitgestoten, 3,5 Mton minder dan het jaar voordien. CO2 is goed voor 87 procent van de totale uitstoot. Ten opzichte van 2005 lag de uitstoot in 2023 29 procent lager.
Na een graduele afname tussen 2005 en 2014 bleef een verdere daling van de broeikasgasuitstoot uit, tot de sterke daling in 2020 door de coronapandemie, aangevuld met een zachte winter. Het jaar 2023 kende een verdere daling van de emissies, voornamelijk als gevolg van een verdere daling van de Europese emissiehandel in combinatie met zachte wintermaanden.
De uitstoot van CO2 (koolstofdioxide) daalde met 28 procent tussen 2005 en 2023, N2O (lachgas) met 49 procent en CH4 (methaan) met 14 procent. De uitstoot van F-gassen (fluorhoudende broeikasgassen) lag 37 procent onder het niveau van 2005, voornamelijk door reductie-inspanningen in de chemische industrie.
Na lang stijgen, nu een daling in broeikasgasuitstoot landbouw
Na een daling sinds 1990, met de laagste uitstoot in 2008, neemt de uitstoot van de landbouw weer toe, met uitzondering van de laatste twee gemeten jaren (2022 en 2023). De belangrijkste oorzaken van de lagere uitstoot in 2022 t.o.v. 2021 zijn een afname van het energiegebruik in de glastuinbouw door de energiecrisis, in combinatie met de zachte wintermaanden en de daling van het aantal varkens. In 2023 zette de daling van de varkensstapel zich verder.
Volgens VMM heeft de omvang van de veestapel een belangrijk effect op de emissiebijdrage uit de veeteelt. Zo daalt de uitstoot van de varkenssector sinds 2014 (-22 % in 2023 t.o.v. 2013) door een afname van het aantal dieren. De uitstoot van de pluimveesector stijgt dan weer sinds 2009 (+43 % in 2023 t.o.v. 2008) door de aangroei van de pluimveestapel. Al dient vermeld dat het aandeel van deze laatste in de uitstoot eerder beperkt is. De rundveestapel, met een aanzienlijk aandeel in de uitstoot, bleef in diezelfde periode heel wat stabieler.
In de Europese Unie moeten de ETS-broeikasgasemissies tegen 2030 62 procent lager liggen dan in 2005.

Bron: VMM, Statistiek Vlaanderen, eigen berichtgeving
Beeld: Inagro