’t Reigershof viert 25 jaar biologisch en werft nieuwe coöperanten
ReportageToen de biologische geitenboerderij ’t Reigershof uit Klemskerke twee jaar geleden in de stikstofstorm terecht kwam, was het alle hens aan dek. Maar ondertussen pioniert de bioboerderij, die uitsluitend in de korte keten werkt, rustig verder. Geitenboer Renaat Devreese schakelt door naar een biodynamische bedrijfsvoering, vormde zijn familiebedrijf om tot een coöperatie en blijft overtuigd van de kracht van zeoliet, dat op een natuurlijke manier stikstofreducerend werkt. “Het stikstofverhaal kon eigenlijk een heel positief verhaal zijn voor boer en natuur. Maar de Vlaamse overheid heeft het volledig verknald.”
Het is een drukke bedoening op het erf van ’t Reigershof in het West-Vlaamse polderdorpje Klemskerke, bij De Haan. De opendeurdag onder een warme septemberzon lokt mensen uit alle windstreken die een kijkje nemen in de stallen waar zo’n 280 geiten gehuisvest zitten. Een marktje met eigen producten, waaronder een twintigtal verschillende rauwemelkskazen, andere biologische producten, een grime- en knutselhoek voor kinderen en een liveband zorgen voor de nodige randanimatie. “Het is onze achtste opendeurdag, de laatste dateert al van vijf jaar geleden”, vertelt bioboer Renaat Devreese, die komt aangelopen van de straatkant. “Ik heb net de tweede parking opengezet. Op voorhand weet je nooit hoeveel volk er zal op afkomen. Maar we mogen niet klagen, zoveel is duidelijk”, lacht hij.
De West-Vlaamse geitenboer heeft nog een goede reden om zijn staldeuren te openen voor het grote publiek. “Sinds vandaag stellen we onze coöperatie open voor iedereen”, steekt hij van wal. De boerderij werd al in 2021 omgevormd tot een coöperatieve vennootschap. Die omslag werd mede ingegeven door een generatiewissel, toen dochter Silke mee in het bedrijf stapte. “Het is de bedoeling dat de boerderij van generatie op generatie doorgegeven wordt en dat ze niet alleen gedragen wordt door boer en boerin, maar door een hele groep mensen. Dat zijn niet alleen de mensen die er werken, maar ook klanten en sympathisanten. Op die manier wordt de opvolging verzekerd en blijft het financieel haalbaar. Als alles goed loopt, is een boerderij runnen heel leuk. Maar er zijn ook mindere momenten. En als je dan de steun hebt van een groep mensen, geeft dat een enorme verbinding.”
Men kan zich inkopen per aandeel van 350 euro, met een maximum van 14 aandelen. “Ze worden dan uitgenodigd op de algemene vergadering waar iedereen zijn zeg kan doen, er wordt een coöperantendag georganiseerd… de bedoeling is vooral dat mensen betrokken worden bij hetgeen we doen en ze de boerderij mee verder kunnen vorm geven”, aldus Devreese.

Pionierboeren in verweer tegen stikstofakkoord
21 juni 2022Stikstof en zeoliet
Zo’n twee jaar geleden kwam de bioboerderij in de pers naar aanleiding van het stikstofdebacle. Ze zou namelijk te veel stikstof uitstoten op een stukje natuur dat achter de boerderij ligt, dat als SBZ (Speciale Beschermingszone) werd ingekleurd. Het gaat dan nog om een perceel met houtkanten, poelen en hagen dat Devreese zelf heeft aangelegd. “Als de regels in de toekomst nog verstrengen, kan het zijn dat we te veel stikstof uitstoten op het stukje natuur dat we zelf creëerden”, zegt hij. “Maar in werkelijkheid ligt de uitstoot een pak lager dankzij alle maatregelen die wij hanteren.”
Ondertussen is het duidelijk geworden dat het stikstofdecreet bepaalde diersoorten, zoals paarden, schapen en ook geiten, voorlopig buiten beschouwing laat. Voor deze houderijen worden nog geen harde reductiedoelstellingen opgelegd, zoals dat wel het geval is voor rundvee-, varkens- of pluimveehouderijen. Toch levert Devreese veel inspanningen om de uitstoot tot een minimum te beperken. Zo werkt hij met een aantal natuurlijke middelen, zoals de toevoeging van zeoliet in het voeder en de stallen. “Zeoliet is een groen poeder dat de lever ontlast. Het werkt dus zuiverend en zorgt voor een langere levensduur bij de geiten. Wist je dat we al twaalf jaar zonder antibiotica werken? Zonder het gebruik van zeoliet, en uiteraard in combinatie met kruiden, zou dat zeker niet lukken”, maakt hij zich sterk.
Ook het kostenplaatje, zo’n 2.500 euro per jaar, valt heel erg mee en het levert bovendien voordelen op voor natuur en milieu. “Zeoliet zorgt voor minder ureum, waardoor er minder ammoniakuitstoot via de mest is. We strooien het ook in de stal, wat een stikstofreductie oplevert van maar liefst 86 procent. Verder geeft het een betere voederefficiëntie en minder parasieten en het composteringsproces en het bodemleven worden gestimuleerd. Planten die bemest worden met stalmest met zeoliet zijn droogteresistenter. Tot slot vermindert zeoliet de uitspoeling van nitraat naar het grondwater tot 70 procent”, somt hij de voordelen op, die door studies van verschillende universiteiten en onderzoeksinstituten zoals KUL, Wageningen Universiteit en ILVO, aangetoond werden.
Onze manier van werken vergt misschien extra inspanningen, maar het resultaat mag gezien worden
Naast het gebruik van zeoliet, plaatst Devreese ook groenschermen met houtkanten en bomenrijen, die ammoniak absorberen, de biodiversiteit stimuleren en voor afkoeling zorgen rond de stallen. Tot slot wordt stro in de stallen gebruikt, waarvan bewezen is dat het ammoniak opneemt. Bovendien is stromest een ideale meststof die het bodemleven activeert.
“Deze maatregelen zijn een duidelijke win-win, maar het is wachten op de Vlaamse regering om de goedkeuring te verlenen”, zegt Devreese. “Wat ze op dit moment goedkeuren, zijn voornamelijk luchtwassers die gigantisch veel energie verbruiken en subsidies opslorpen. Die luchtwassers reduceren eigenlijk alleen de ammoniak wanneer die de stal verlaat. De dieren blijven dus in een ammoniakstal zitten, wat niet echt diervriendelijk is. Voor de rest is er geen meerwaarde voor boer of natuur.”
De bioboer is niet te spreken over hoe de overheid de stikstofproblematiek heeft aangepakt. “Het stikstofverhaal kon eigenlijk een heel positief verhaal zijn voor de boeren en de natuur. Maar ze hebben het volledig verknald, door goed te keuren wat ze wilden goedkeuren. Dat maakt mij kwaad.”
Van bio naar biodynamisch
Zelf wil Devreese een positief verhaal schrijven. “Ons basisprincipe is dat onze dieren zo gezond mogelijk zijn. Wij geven bijvoorbeeld geen brok of gemalen graan. Via het voer willen we de dieren zoveel mogelijk stimuleren om te herkauwen. Hoe meer ze herkauwen, hoe meer speeksel ze produceren. In dat speeksel zit bicarbonaat dat zorgt voor een rustige vertering. Verder zaaien we ook smalle weegbree en chicorei in de weide, die zeer ontwormend werken, iets wat we dus zelf niet meer moeten doen.”
De boerderij zet sinds enkele jaren stappen richting een biodynamische bedrijfsvoering. Daarin worden de principes van Rudolf Steiner gehanteerd, ook wel gekend van de onderwijsvorm, met een holistische kijk op de natuur en landbouw. “Eén van de meest zichtbare stappen is dat de geiten hun hoorns houden. Tot vijf jaar geleden onthoornden we ze nog. In tegenstelling tot wat soms gevreesd wordt, zorgt het niet voor meer wondes. Natuurlijk kan het af en toe eens voorvallen dat ze bij een gevechtje elkaar wat verwonden. Maar bovenal merken we het belang van de hoorns. De dieren zijn vitaler met hoorns en ze vervetten minder makkelijk, wat met geiten soms wel een probleem is. Als ze eten of herkauwen, worden de hoorns bovendien warm. Dus tijdens de spijsvertering is er een duidelijke interactie. Daarnaast is er een opslag van mineralen zoals in de beenderen. En verder zou de smaakbeleving anders zijn mét hoorns. Dat kan ik natuurlijk niet hard maken, al zit er wel een logica achter.”
Daarnaast wordt op de boerderij minder mest gebruikt. “In bio mag je 170 kilogram zuivere stikstof uit dierlijke mest of organische stof per hectare gebruiken, dat daalt naar 112 kilogram bij biodynamisch. We bemesten dus nog minder, gebruiken uiteraard geen pesticiden en werken wel met compost en preparaten. Als de geiten ziek zijn, wat weinig gebeurt, gebruiken we homeopathie. Dat klinkt misschien wat zweverig, maar we zien echt wel dat het werkt.”
“Onze manier van werken vergt misschien extra inspanningen, maar het resultaat mag gezien worden. De dieren zijn gezond, blinken in hun vel en geven meer productie. Wij zitten over de 1.300 liter per geit per jaar terwijl het gangbare gemiddelde rond de 1.150 liter schommelt”, vertelt Devreese.
Ook al blijft de geitenhouderij buiten schot van het stikstofdecreet, wil Devreese zeker niet weten van een inkrimping van zijn veestapel. “Minder dieren houden is voor mij geen optie. Ik wil echt aantonen dat we met onze natuurlijke maatregelen ruim voldoende reduceren. En anders moeten zij zelf maar komen bewijzen dat we meer uitstoten.”

Bron: Eigen berichtgeving