Russisch kunstmest voedt Europese velden én de oorlogskas
nieuwsIn 2024 importeerde België voor 124 miljoen euro aan stikstofkunstmest uit Rusland, goed voor 40 procent van onze niet-Europese aanvoer. Die afhankelijkheid beperkt zich niet tot België. Rusland verstevigde vorig jaar zijn positie op de volledige Europese stikstofkunstmestmarkt en zag de export opnieuw stijgen tot het niveau van voor de oorlog. Om de afhankelijkheid te verkleinen en de geldstromen naar Rusland te beperken, wil de Europese Commissie nu hoge importtarieven invoeren. Dit voorstel kreeg vorige week steun van de Raad van de Europese Unie, waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn.
Rusland is veruit de belangrijkste leverancier van niet-Europese stikstofkunstmest voor ons land. Met 356 miljoen kilogram neemt het 40 procent van de import voor zijn rekening. Andere belangrijke handelspartners voor België zijn de VS (15%), Egypte (14%) en Marokko (9%). In vergelijking met de situatie voor de oorlog in Oekraïne, steeg de import van Russische N-kunstmeststoffen met 63 procent. In 2024 bedroeg de importwaarde 124 miljoen euro. Bovendien neemt het Belgische aandeel in de totale EU-import van Russisch stikstofkunstmest toe. In 2021, voor de start van de oorlog in Oekraïne, vertegenwoordigde België 4 procent, terwijl dit in 2024 opliep tot 8 procent.
Rusland hertekent Europese kunstmestmarkt
De versteviging van de Russische positie op de N-stikstofkunstmestmarkt is niet enkel in België zichtbaar, maar in heel Europa. Sinds de start van de oorlog in februari 2022 is de Europese kunstmestmarkt ontwricht. Om de Russische staatskas onder druk te zetten, legde de EU drie jaar geleden verschillende economische sancties op. Een impactvolle sanctie was de beperking op de handel in Russisch gas en olie, wat leidde tot sterk stijgende energieprijzen in Europa. En hoewel aardgas een essentiële grondstof is voor stikstofkunstmest, bleef de invoer van Russisch kunstmeststoffen altijd buiten schot als sanctie. Terwijl sommige Europese kunstmestfabrieken besloten om tijdelijk de productie stil te leggen door de hoge energieprijzen, kon Rusland ondertussen zijn goedkoop gas in beperkte mate blijven valoriseren via stikstofkunstmest op de Europese markt.
In 2022 daalde het Russisch marktaandeel echter naar 26 procent (-11%), waarbij het land duidelijk de steun verloor van de Baltische staten. Waar Letland, Litouwen en Estland in 2021 samen nog 26 procent van de Russische N-kunstmeststoffen in Europa afnamen, daalde dit aandeel naar 10 procent. België kocht in dat jaar net een recordhoeveelheid Russische N-kunstmeststoffen aan. Met 12,6 procent van de totale EU-import was België in 2022 de grootste afnemer van Russische stikstofkunstmest.
EU voedt oorlogskas door aankoop Russisch kunstmest
Ondertussen versterkten de Russen hun positie en hebben ze opnieuw een derde van de EU-markt in handen. Vorig jaar was er een opvallende stijging van afzet in Europa op te merken. Zo werd 4,4 miljoen ton N-kunstmest ingevoerd ter waarde van 1,52 miljard euro.
Via belastingen op zijn bedrijven genereert Rusland aanzienlijke inkomsten, wat de oorlogskas ten goede komt. Tegelijkertijd breiden Russische producenten hun fabrieken wereldwijd uit, terwijl kunstmestbedrijven op Europese bodem worstelen met hoge arbeidskosten, energieprijzen en strenge milieuregels. Het voortbestaan van de stikstofmeststoffenindustrie van de EU is nochtans cruciaal voor de voedselzekerheid, aangezien meststoffen essentieel zijn voor de landbouw.
Blinde vlek die EU niet verder kan negeren
Een groeiende afhankelijkheid van Rusland en een verzwakkende EU-industrie botst momenteel erg met de Europese doelen om zowel de voedselzekerheid te versterken als economisch concurrentiëler te worden. Het dwingt de EU om de blinde vlek in het sanctiebeleid onder ogen komen, des te meer nu de steun van de Verenigde Staten onzeker is. De EU zal zoveel mogelijk uit de kast moeten halen om zowel de machtspositie als de oorlogseconomie van Rusland te verzwakken.
EU-lidstaten steunen hoge invoerheffingen op Russische kunstmest
Eind januari stelde de Europese Commissie voor om de importtarieven op Russische kunstmeststoffen stapsgewijs op te trekken tot 100 procent in 2028. De tarieven zouden ook gelden op stikstofhoudende kunstmeststoffen uit Wit-Rusland. Daarbovenop stelde de Commissie voor om ook verhoogde importtarieven op een reeks aan landbouwproducten te leggen, die samen een importwaarde van 380 miljoen euro hadden in 2023. Het betreft onder meer vlees- en zuivelproducten, groenten, fruit en suiker.
Onder het Pools voorzitterschap kreeg het voorstel vorige week vrijdag de steun van de Raad. “De maatregelen zijn bedoeld om de afhankelijkheid van Rusland en Wit-Rusland te verminderen, de binnenlandse productie te stimuleren en de meststoffenindustrie van de EU te ondersteunen”, reageert de Raad. “We verwachten dat de tarieven de Russische exportinkomsten beperken en zo het vermogen om de oorlog tegen Oekraïne te financieren verkleinen.”
Renure alleen biedt geen oplossing voor onze afhankelijkheid van Russische kunstmeststoffen
Impact op landbouwers
De importtarieven moeten de handel in Europese kunstmest stimuleren, al blijven de hoge energieprijzen een groot knelpunt. Bij landbouwers leeft de vrees dan ook dat de prijzen van N-kunstmeststoffen de pan uit zullen swingen met de voorgestelde regels.
"We willen zo snel mogelijk het gebruik van renure toelaten", reageerde Europees Commissaris Christophe Hansen (EVP) onlangs op onze vraag of de EU een plan heeft als de Russische toevoer van kunstmest plots zou wegvallen. “Maar dit zal niet volstaan. Daarom moeten we ook andere internationale markten aanboren.” Zo zijn Noord-Afrikaanse landen belangrijke partners voor de EU. In 2023 kwam 36 procent van de Europese import uit Marokko, Egypte en Algerije.
Om tegemoet te komen aan de vrees voor stijgende prijzen, zal de Commissie een monitoringsprogramma opstarten. “Als de prijzen aanzienlijk stijgen, nemen we passende maatregelen”, luidt het.
Renure?
Renure is een meststof waarbij stikstof uit dierlijke mest wordt gewonnen en als alternatief kan gebruikt worden voor kunstmeststof. Het verwerkingsproces tot renure kan gebeuren op de boerderij zelf, wat de circulariteit in de veeteelt erg bevordert. Maar tot op vandaag is renure nog niet erkend als kunstmestvervanger. Volgens het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) zou de kunstmestvervanger in 2026 gelanceerd kunnen worden in Vlaanderen. Daarna zal het ook tijd vragen om een brede ingang te vinden.
Impact mondiale voedselzekerheid
Eén van de redenen om geen sancties op Russische kunstmeststoffen in te voeren, was de mogelijke negatieve impact op de wereldwijde voedselzekerheid. Maar de Commissie stelt nu echter dat “de verhoogde importtarieven in de EU geen gevolgen hebben voor doorvoer naar derde landen. Het kan er net toe leiden dat Russische kunstmeststoffen en landbouwproducten breder beschikbaar worden in derde landen, aangezien de EU deze niet meer afneemt.”
Volgende stappen
Het Europees Parlement streeft ernaar om eind mei een standpunt in te nemen over het voorstel van de Commissie. Daarna moeten zowel de Raad als het Parlement tot een gemeenschappelijk akkoord komen, waarna de verordening formeel kan worden aangenomen met een gekwalificeerde meerderheid.

Bron: Eigen berichtgeving / Dashboard Fertiliser EU