Revival oude baktarwe: “moeilijker om bakkerijen te vinden dan landbouwers”
nieuwsAgro-ecologisch werken gaat makkelijker wanneer je er niet alleen voor staat. Elien Van hunsel van Regionaal Landschap Zuid-Hageland werkt samen met diverse actoren in de voedselketen aan de uitbouw van agro-ecologische ketens. Momenteel loopt een project voor afzetkansen voor agro-ecologie baktarwe. Dit soort tarwe is de basis voor ons brood, maar wordt vandaag grotendeels geïmporteerd. Daarom zal er binnenkort het ‘Campagnon’-brood gelanceerd worden.
Agro-ecologische of regeneratieve graanteelt in korte keten is één van de jongste projecten van het Regionaal Landschap Zuid-Hageland. Eerder werd er al gewerkt rond onder andere koolstoflandbouw, schaduwbomen, voederheggen in veeweiden, bestuivers bij fruittelers en soortenbeschermingsprogramma’s voor de grauwe kiekendief en akkervogels. “Waarom we ons nu op agro-ecologische baktarwe richten? We zien hier een manier om een win-win voor landbouwer en omgeving te creëren. Er is op perceelsniveau zowel voedselproductie, als herstel van bodemkwaliteit en agrobiodiversiteit. Daarnaast is graanteelt ideaal te combineren met groenbedekkers of een slimme gewasrotatie, en is er ook een positief effect op koolstofopslag en akkervogelpopulaties (broedplek en voederplaats)”, zegt Van hunsel. In dit project zal er dan ook een monitoring gedaan worden door INBO van onder andere regenwormen, insecten en nachtvlinders.
Autonomie
“Hoewel het mogelijk is om hier graan te telen, wordt de overgrote meerderheid van ons brood gemaakt met buitenlands graan, van Duitsland, Frankrijk en Oost-Europa”, zegt Van hunsel. “Wij willen deze productie weer naar hier brengen, met een agro-ecologische insteek, om de autonomie van de landbouwers te vergroten door minder gebruik te maken van inputs zoals gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Anderzijds proberen we een samenwerking te bekomen met diverse ketenpartners zodat landbouwers ook meer zeg hebben over de prijszetting voor hun product.

Om dit soort samenwerkingen op weg te helpen, werkt het Regionaal Landschap met landbouwadviseur Stefan Muijtjens, die bedrijfsadvies geeft op maat. “Dat blijkt heel wat waardevoller dan het verspreiden van algemene info”, zegt Van hunsel. “Zo krijgen landbouwers advies over het instellen van machines zoals een wiedeg, over complexe groenbedekkermengsels, agro-ecologische bemestingstechnieken, verhoudingen van mengteelt met vlinderbloemigen, timing van zaaien en oogsten… We zijn ook met een Whatsappgroep gestart en organiseren samenkomsten zodat de deelnemers aan het netwerk onderling informatie kunnen uitwisselen. Zo kunnen we ook rechtstreeks van hen horen welke proeven hen interessant lijken om uit te voeren via projectpartner Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.”
Bakkers gezocht
Landbouwers vinden met een interesse in agro-ecologische graanteelt, bleek al bij al niet zo moeilijk. De landbouwbedrijven zijn zeer divers, van grootschalig tot kleinschalig. Verderop in de keten, was een andere opgave om deelnemers aan te trekken. “Om een korteketenverhaal in gang te zetten, hebben we een inventarisatie gemaakt van alle graanwerkers in de streek”, zegt Van hunsel. “Graanhandelaars, molenaars, bakkers, enzovoort. De ideale leden zijn ook intrinsiek gemotiveerd voor het belang van deze technieken en korte keten. Maar ketenpartners vinden was moeilijker dan gedacht. Je hebt meer en meer industriële bakkerijen, met meerdere filialen, en zij verkiezen om telkens met hetzelfde, homogene type meel te werken. Variatie in het meel wat betreft graanmengsels, rassen of andere eigenschappen is voor hen en hun machinerie moeilijk om mee te werken. Molenaars die werken voor grote ketens mengen dan diverse rassen om telkens tot goed valgetal en eiwitwaarde te komen. Veel industriële bakkers weten niet uit welke rassen graan hun meel is geproduceerd.”
Veel industriële bakkers weten niet uit welke rassen graan hun meel is geproduceerd
Kleinschalige, ambachtelijke bakkers kunnen wel om met de heterogeniteit van hun meel, door andere rassen of wisselende kwaliteiten door weersomstandigheden, maar hebben een beperkte vraag. In de streek zijn maar weinig ambachtelijke bakkers die net graag een puur product willen, zonder toevoegingen. Heel veel kleine bakkers zijn ook gestopt sinds de energiecrisis. Aan de start van het project hadden we niet gedacht dat het moeilijker ging zijn om bakkerijen dan landbouwers te vinden.
Uiteindelijk heeft het Regionaal Landschap toch enkele bakkerijen gevonden die bereid waren mee te stappen in het verhaal van de lokale en duurzame baktarwe. Daarnaast kocht één van de deelnemende landbouwers met zijn vrouw een kleine molen, maar enkel voor kleine hoeveelheden meel zonder toevoegingen (Atelier Blé). Voor een meer grootschalige molenaar is het Regionaal Landschap buiten de eigen gemeenten gaan kijken, zoals Moulins de Val Dieu. “Simpelweg omdat er hier geen molenaars actief zijn die op deze schaal werken7.” Er worden excursies georganiseerd zodat de landbouwers zelf kunnen onderhandelen met de molenaars.
Samen sterk
Ook bij de zoektocht naar een molenaar werd al snel duidelijk waarom Vlaamse boeren slechts beperkt investeren in baktarwe. Het vermogen van één enkele landbouwer om een baktarwesamenwerking aan te gaan, is erg beperkt. “De meeste landbouwers hebben niet meer de capaciteit om baktarwe in grote hoeveelheden op te slaan. Anders dan bij voedergraan, dat rechtstreeks in grote hoeveelheden wordt afgenomen, is opslag bij baktarwe een knelpunt. We hebben hiervoor contact opgenomen met de coöperatieve CultivAé, dat de boeren helpt met opslag en transport. En belangrijkst van al: zij hebben contacten met grote verwerkers en helpen de landbouwers om vaste prijzen te onderhandelen. Wat erg interessant is, wetende hoe hard de graanprijzen kunnen stijgen en dalen op de wereldmarkt. Met de oorlog in Oekraïne zijn de graanprijzen in één keer heel erg gezakt bijvoorbeeld. Als boer zal je altijd meer geld krijgen voor baktarwe dan voedertarwe, maar een zekere marge is nodig, want de kosten van deze teelt liggen ook een stuk hoger. Als de wereldgraanprijs laag blijft, is de meerprijs van baktarwe onvoldoende om deze kosten te compenseren.”
De meeste landbouwers hebben niet meer de capaciteit om baktarwe in grote hoeveelheden op te slaan
Volgens Van hunsel is agro-ecologisch werken na een transitieperiode echter wel financieel voordeliger dan een gangbare werkmethode. “Als de weersomstandigheden meezitten”, nuanceert ze.
Inmiddels staan enkele akkers vol bakgranen, en is het wachten op de eerste oogst in dit project. “Dat zal volgende maand gebeuren”, zegt Van Hunsel. “Een landbouwnetwerk in Wallonië heeft wel al geoogst, en daar heeft CultivAé al één grote batch van verwerkt die we als test hebben kunnen verdelen onder de bakkers. Eén bakker was alvast zeer enthousiast over de kwaliteit. Het graan van de Zuid-Hagelandse bakkers zal wellicht samen worden geoogst en worden opgeslagen. Zo vallen de kosten beter mee, nog een voordeel van de samenwerking.”
Het granenproject van Regiolandschap Zuid-Hageland gebeurt met de steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
Wie meer wil leren over agro-ecologie, kan op 4 juli terecht bij de demodag agro-ecologie van ILVO in Hansbeke. Iedereen is welkom om op 4 juli op het landbouwbedrijf van de familie de Bousies in Hansbeke (Deinze) te bezoeken om er veldproeven en demo's te bezichtigen, en onderzoeksresultaten in primeur te beluisteren. Meer info op deze link.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Regionaal Landschap Zuid-Hageland