duiding

Waarom niet alle landbouwers al aan het koolstofboeren zijn

duiding

Veel politieke partijen schoven koolstoflandbouw naar voren als één van de landbouwmodellen van de toekomst. Maar wat is koolstoflandbouw eigenlijk en hoe ver staan Vlaanderen en Europa al met deze vorm van landbouw? “Het framework is er, maar de details moeten nog uitgewerkt worden”, duidt ILVO-bodemexpert Greet Ruysschaert. 

22 juni 2024 Jozefien Verstraete
bodemgrondkoolstoflandbouw

Wat is koolstoflandbouw? 

Koolstoflandbouw, of carbon farming, is een landbouwpraktijk gericht op het verhogen van de opname en opslag van koolstof (C) in de bodem en houtige biomassa. Door CO2 uit de lucht te halen en langdurig op te slaan in bodems, kan carbon farming niet alleen bijdragen aan de vermindering van broeikasgassen, maar verhoogt het in tussentijd ook de bodemvruchtbaarheid en -gezondheid met als bijgevolg een hoger waterbergend vermogen, grotere weerbaarheid tegen erosie en een positieve impact op de biodiversiteit. 

Bekende technieken om meer koolstof in de bodem te houden, zijn het gebruik van bodembedekkingsgewassen, gewasrotaties met meerjarige gewassen, gewassen die intensief wortelen of veel gewasresten zoals stro achterlaten, het toepassen van compost of mulch. Ook agroforestry, het integreren van bomen en struiken op het landbouwperceel, is een vorm van koolstoflandbouw. Bomen en struiken slaan koolstof op in hun hout en wortels. Maar niet enkel bomen en stuiken, ook graslanden leggen koolstof vast. Tenminste als er geen overbegrazing is. Percelen in graslandbeheer, vallen dus in principe ook onder koolstoflandbouw.  

De landbouwsector is niet de enige die CO2 uit de atmosfeer kan halen en stockeren. Het opslaan van koolstof in de natuur gebeurt ook door bomen en wetlands. Daarnaast kijkt de EU ook nog naar tal van industriële technologieën om CO2 af te vangen en deze vervolgens op lange termijn op te slaan in reservoirs of te hergebruiken. Een derde categorie is de opslag van koolstof in zogenaamde ‘long lasting products’, denk aan bouwmaterialen gemaakt van biologische producten zoals hout of hennep. 

Erkenning van koolstoflandbouw in Vlaanderen en Europa  

Koolstoflandbouw werd al vaak opgenomen in verschillende internationale verdragen of overeenkomsten als onderdeel om broeikasemissies te reduceren en de klimaatverandering tegen te gaan. In het Akkoord van Parijs, dat tot doel heeft om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5 °C, worden landen aangemoedigd om landbouwpraktijken te implementeren die koolstofopslag bevorderen als onderdeel van hun nationale klimaatactieplannen.  

Met het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs heeft de Europese Unie de doelstelling vooropgesteld om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken, om zo de doelstelling van 1,5 °C mee te helpen realiseren. Via de LULUCF-regulering (Land Use, Land use Change and Forestry ) legt de Europese Unie ook bindende streefcijfers op aan lidstaten om de koolstofvoetafdruk van activiteiten die omzetting, gebruik en beheer van land en bossen inhouden, te verkleinen. Deze activiteiten kunnen zowel op grasland, landbouwgrond, bossen, (natte) natuur, als bebouwde gronden plaatsvinden. Het Vlaams Energie en Klimaatplan vertaalt alle acties die Vlaanderen doet om aan alle vereisten te voldoen, waaronder ook de LULUCF-vereisten.  

Zowel op Europees als op Vlaams niveau is er al jaren onderzoek bezig naar koolstoflandbouw, zowel naar de technieken achter koolstoflandbouw als de verdienmodellen. Op deze manier zouden landbouwers ook financieel beloond kunnen worden voor de extra maatregelen die ze treffen.

bodem-grond-koolstofopslag-aarde-1280

Aan de slag met koolstoflandbouw 

Het onderzoek, de erkenning en het potentieel is er maar toch blijft een grootscheepse golf van koolstoflandbouwers uit. “Daar zijn twee redenen voor”, vertelt Evelien Lambrecht, expert in carbon farming bij Inagro. “De technieken zijn nog onvoldoende gekend en brengen wat risico’s met zich mee. De richting naar een meer agro-ecologisch systeem is ingezet, maar die transitie vergt tijd. In combinatie met kleine marges en dure gronden is er ook wat angst om te experimenteren met die koolstofopslagtechnieken. Op korte termijn gaat het experimenteren vaak gepaard met extra kosten en minder opbrengsten. Maar op lange termijn zou dat zichzelf moeten terugbetalen.”  

Lambrecht geeft ook mee dat het niet voor elke deelsector even gemakkelijk is om die transitie te maken. “Toch zien we al heel wat landbouwers die ervoor open staan, en er geleidelijk mee aan de slag gaan”, aldus Lambrecht.  

Verdienmodellen 

 “Om de beweging in koolstoflandbouw te versnellen, zou er een compensatie in de vorm van een vergoeding voorzien kunnen worden voor landbouwers. Er zijn al enkele verdienmodellen waardoor landbouwers aan de slag gaan met koolstoflandbouw maar dat is eerder beperkt. Wij richten ondertussen onze pijlen op ‘Claire’ als mogelijke piste van een verdienmodel”, duidt Lambrecht. Via het Belgisch CO2-compensatieplatform Claire kunnen landbouwers hun koolstofopslagprojecten aanbieden en in contact gebracht worden met bedrijven of openbare besturen die hun uitstoot willen verminderen. De landbouwer krijgt voor de oppervlakte waar hij aan koolstoflandbouw heeft gedaan een certificaat die dan gekocht wordt door bedrijven op het platform. Voor het landbouwluik van het compensatieplatform Claire wordt samengewerkt met Boerenbond en de Bodemkundige Dienst van België. Vanuit Inagro wordt momenteel ook aan een samenwerkingsovereenkomst gewerkt. “Claire moet echter ook compenseerders vinden. We zien de interesse toenemen bij compenseerders, gezien duurzaamheidsrapporteringen steeds belangrijker worden, maar ook die transitie gebeurt traag", zodus Lambrecht.

Hoeveel eenheden koolstof een landbouwer gecertificeerd kan krijgen, is afhankelijk van de techniek die de landbouwer toepast. “Hoeveel koolstof een landbouwer opslaat door de toepassing van een techniek, wordt op basis van resultaten uit literatuur vastgelegd. Ook is er een meting aan het begin en op het einde van het project om te kijken of er ook wel degelijk koolstof is opgeslagen”, legt Lambrecht uit. “Gemiddeld kan er zo 1,5 ton CO2 per hectare opgeslagen worden per jaar. Een bodem kan heel veel koolstof aan. Ooit kan je wel aan een maximum verzadiging komen maar we verwachten niet dat dit in onze generatie nog bereikt zal worden.”

Een bodem kan heel veel koolstof aan. Ooit kan je wel aan een maximum verzadiging komen maar dat verwachten we niet voor onze generatie

Evelien Lambrecht - Inagro

Naast de landbouwers beginnen ook agro-voedingsbedrijven het potentieel te zien van koolstoflandbouw. Want voeding met een lage koolstofvoetafdruk kan een mooi concurrentievoordeel opleveren. Zo richtte Albert Heijn samen met zijn leverancier Royal A-Ware en zuivelcoöperatie Deltamilk het kwaliteitslogo ‘beter voor koe, natuur en boer’ op. Eén van de pijlers binnen het programma was koolstofopslag in de bodem om een klimaatneutrale melk te produceren. Voor de extra inspanningen die de melkveehouders hiervoor doen, ontvangen ze telkens een toeslag op de melkprijs. Ook Arvesta, een belangrijke toeleverancier voor land- en tuinbouwers, werkt sinds een succesvol pilootproject in 2022 met koolstoflandbouwers samen. Dit jaar willen het zijn project opschalen van 40 naar 120 landbouwers die samen 10.000 ton CO2 kunnen reduceren. In 2025 heeft de toeleverancier de ambitieuze doelstelling om deze CO2-reductie te verdubbelen door samen te werken met 500 landbouwers. Bij dit project worden landbouwers via het CO2-certificatensysteem Soil Capital vergoed voor hun extra inspanningen. 

Koolstoflandbouw op lange termijn 

De EU wil koolstoflandbouw en het daarbij horende verdienmodel met de verhandeling van CO2-certificaten opschalen. Om vertrouwen te winnen in de markt en greenwashing te vermijden, werkt de EU aan een regelgeving voor gecertificeerde eenheden van koolstofdioxide die via industriële of natuurlijke processen uit de atmosfeer zijn verwijderd, het zogenaamde Carbon Removal Certification Framework (CRCF). Begin dit jaar werden de eerste krijtlijnen van CRCF door de EU uitgezet. Op termijn zou dit een markt kunnen creëren voor afgevangen CO2 en bedrijven kunnen stimuleren om koolstof uit de atmosfeer te verwijderen en op te slaan. De erkenning van de certificering door CRCF zou voorlopig wel vrijwillig blijven. De regeringen doen er wel goed aan om koolstoflandbouw te stimuleren omdat ze hierdoor ook gemakkelijker de klimaatdoelen zullen bereiken.   

“Het Europees framework is er, maar nu moet de concrete uitwerking nog komen”, duidt ILVO-expert Greet Ruysschaert die als coördinator van het Europese MARVIC-project deelneemt aan de EU-expertengroep en technische focusgroepen rond CRCF. Toch zijn ondertussen al enkele belangrijke onderdelen naar voren gekomen van het framework. “Waar voorheen enkel algemeen van koolstofverwijderingscertificaten gesproken werd, wordt er nu een onderscheid gemaakt tussen permanente koolstofverwijderingscertificaten, die zich meer op de industriële technieken richten, en tijdelijke koolstofverwijderingscertificaten waar onder meer koolstoflandbouw onder valt. Koolstoflandbouw wordt op zijn beurt ook opgedeeld in het vangen en opslaan van koolstof in de bodem en houtige biomassa, maar ook in het verminderen van bodememissies. Concreet zou dit bijvoorbeeld betekenen dat ook het terug vernatten van veengronden onder het certificatensysteem zou kunnen komen of het nemen van maatregelen die lachgasemissies reduceren zoals een efficiënter gebruik van bemesting. Belangrijk hierbij is dat de maatregelen wel telkens verder zullen moeten gaan dan wat al wettelijk verplicht is, alsook zal het telkens moeten bijdragen aan een verbeterde koolstofopslag.” 

Een essentieel maar geen verrassend onderscheid want opgeslagen koolstof kan ook geleidelijk weer uit de bodem ontsnappen eens een landbouwer stopt met koolstoflandbouwpraktijken. “Bij Claire zijn de landbouwers verbonden aan een engagement van tien jaar en zijn we ervan overtuigd dat landbouwers die hun bodem goed beheren dit ook verder zullen blijven doen”, duidt Lambrecht. Maar na de tien jaar is er geen echte garantie meer wanneer bijvoorbeeld een landbouwer zijn perceel verkoopt of wanneer een grasland omgezet wordt naar een akkerbouwland. 

“Via het EU-certificeringsysteem moeten landbouwers minimum een engagement van vijf jaar aangaan waarin men aan koolstoflandbouw doet. Door koolstofopslag in bodems en houtige biomassa niet meer als permanent, maar tijdelijk te beschouwen, stelt de EU eigenlijk een voorzorgsprincipe in voor het geval dat de opgeslagen koolstof terug naar de atmosfeer gaat. Wat daarom nog niet wil zeggen dat dit telkens zo zal zijn”, legt Ruysschaert uit. “De vraag is hoe de markt op deze tijdelijke certificaten zal reageren en bijgevolg welke waarde deze certificaten zullen krijgen. De hele vermarkting, samen met de claims die een bedrijf kan doen aan de hand van die tijdelijke certificaten, zal in andere regelgeving nog moeten duidelijk worden.” 

De sleutel tot het goed werken van een Europees certificeringsysteem zit hem ook in de monitoring, rapportering en verifiëring van de veranderingen in de koolstofvoorraden. “Er is al vrij veel onderzoek uitgevoerd over het potentieel van technieken. Voor veel voorkomende technieken hebben we al kengetallen. Maar bij de toepassing in de praktijk spelen veel factoren mee en worden maatregelen gecombineerd en daarom is het belangrijk om koolstofcaptatie ook te monitoren. Daar gebruiken we methodes voor aan de hand van bijvoorbeeld staalafnames, modellering of remote sensing”, duidt Ruysschaert. “Een combinatie van modellen met staalnames en/of remote sensing lijkt mij aangewezen om te meten hoeveel koolstof er effectief opgeslagen wordt. Maar de exacte regels rond deze monitoring- en verificatietechnieken moeten ook nog allemaal vastgelegd worden.” 

Volgens Ruysschaert kan het wel nog even duren vooraleer het hele systeem op poten staat. Of de landbouwers via de certificaten gestimuleerd zullen worden om aan koolstoflandbouw te doen, kan Ruysschaert nu nog niet over oordelen: “Veel zal afhangen van hoe makkelijk een landbouwer in het systeem kan stappen, en of het ook aantrekkelijk zal zijn op vlak van financiering.” Concretere details en tijd zullen uitwijzen of landbouwers in de toekomst naast aardappelen en granen ook koolstofcertificaten zullen kunnen produceren. 

“Koolstoflandbouw mag geen extra verplichting worden bovenop alle andere”
Uitgelicht
Koolstoflandbouw kan een aanvullende en vrijwillige optie zijn voor de productiemethoden in de land- en bosbouw en dus een deel van de oplossing om de Europese klimaatdoelstel...
20 april 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek