Ongunstige melkkwaliteit wordt strenger opgevolgd

In 2008 werd bij 137 melkveebedrijven inbreuken vastgesteld op de melkkwaliteit. Zij kregen een leveringsverbod opgelegd. Dat is een stijging tegenover het jaar voordien toen 98 bedrijven zo’n verbod kregen opgelegd. Volgens Boerenbond is het verontrustend dat ongeveer een derde van de bedrijven blijft hervallen.

Al een paar jaar is er een speciale procedure van toepassing die gevolgd wordt bij ongunstige kwaliteitsresultaten, maar de verhoopte kwaliteitsverbetering heeft dit niet opgeleverd. Ondanks een uitmuntende score bij de overgrote meerderheid van de melkveehouders, schoten 137 bedrijven vorig jaar tekort op vlak van melkkwaliteit en werd hen een leveringsverbod opgelegd. In 2006 en 2007 waren dit respectievelijk 165 en 98 bedrijven.

Uit cijfers blijkt dat vooral het celgetal een hindernis is. Het aantal bedrijven dat op dat vlak een derde of vierde ongunstige maandbeoordeling kreeg, nam toe. Ook heeft 30 pct van die bedrijven meer dan één keer een leveringsverbod gekregen. Mogelijke verklaringen voor dit verhoogde niveau van celgetal zijn blauwtong en geen leveringsbeperkingen.

In de hoop het aantal recidivisten te beperken, worden vanaf 1 oktober verschillende stappen van de procedure verder verfijnd. Melkveehouders die in de toekomst niet voldoen aan de eisen, krijgen een checklist met daarop de acties die zij moeten ondernemen om de kwaliteit te verbeteren, opgesomd in volgorde van belangrijkheid en met een termijn waarbinnen zij moeten gerealiseerd zijn.

Als er bij een bezoek om het leveringsverbod op te heffen, wordt vastgesteld dat de melkveehouder die opgelegde acties niet heeft uitgevoerd, dan zal het leveringsverbod automatisch verlengd worden tot vijftien dagen. Na die periode zal er pas opnieuw een bezoek uitgevoerd worden op expliciete vraag van de producent. Hiermee hoopt men de nodige verbeteringen in de melkkwaliteit te realiseren.