Nog geen aangepaste regelgeving voor mobiele slachteenheden

Het opzetten van mobiele slachteenheden is een denkpiste die naar voren wordt geschoven voor landbouwbedrijven die hun producten via de korte keten willen aanbieden aan de consument. Al is het op vandaag niet mogelijk om zo’n mobiele slachteenheid vergund te krijgen. “De aanpassing van de regelgeving loopt achter op de vraag”, vindt Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V). Minister Zuhal Demir laat weten dat haar administratie bekijkt welke juridische oplossing het best aangewend kan worden om dit te regelen.

25 februari 2021  – Laatste update 25 februari 2021 14:46
Lees meer over:

Een deel van de knelpunten (en de oplossingen) rond mobiele slachthuizen ligt op Europees niveau. “Er wordt momenteel een wetsinitiatief opgestart dat lidstaten de mogelijkheid biedt om mobiele slachthuizen te erkennen voor het reguliere slachten”, weet Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo. “Voor dat knelpunt is dus een oplossing in de maak. Maar een ander knelpunt is de rendabiliteit. Uit onderzoek blijkt dat de rendabiliteit in Vlaamse context al haalbaar zou zijn voor pluimvee, maar (nog) niet voor grotere soorten zoals rundvee.”

Een derde knelpunt situeert zich rond de omgevingsvergunningen, de regels rond het slachtafval en de regels rond voedselveiligheid. Om dat alles in kaart te brengen, loopt een project rond mobiele slachteenheden in Vlaanderen. “Binnen dat onderzoeksproject werden op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en het Departement Omgeving”, aldus Stijn De Roo. Hij vroeg om een stand van zaken aan Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.

Informatiedossier wordt samengesteld

“Mijn administratie heeft contact gehad met Bioforum, de sectororganisatie voor biolandbouw en -voeding”, aldus de minister. “Er is voorgesteld om een informatiedossier aan te leveren dat argumenten moet aanreiken om te onderbouwen of een mobiele slachteenheid als een ‘mobiele of verplaatsbare inrichting of activiteit’ zou kunnen worden gezien.” Al kan het voor de minister niet de bedoeling zijn dat er voor mobiele of verplaatsbare inrichtingen lagere milieueisen worden getolereerd.

We kijken uit naar de aanvullingen rond milieu, hinder en dierenwelzijn

Zuhal Demir - Vlaams minister van Omgeving

“De beste beschikbare technieken moeten ook voor de mobiele en verplaatsbare inrichtingen het uitgangspunt zijn”, zegt minister Demir. “Dit moet tot uiting komen in een duidelijk en handhaafbaar voorwaardenkader per aangeduide mobiele en verplaatsbare inrichting zodat de hinder en de effecten op mens en milieu en de risico’s voor de externe veiligheid tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt. Eveneens werd gevraagd dat het informatiedossier de nodige aandacht schenkt aan dierenwelzijnsaspecten.”

Tot op vandaag heeft de minister één dossier ontvangen dat de algemene werking van een mobiele slachteenheid toelicht. “Dat dossier benadert de aspecten vanuit voedselveiligheid”, legt minister Demir uit. “We kijken uit naar de aanvullingen voor wat betreft de voornoemde aspecten rond milieu, hinder en dierenwelzijn. Wanneer het infodossier blijk geeft dat voldoende waarborgen om de hinder en de impact op het leefmilieu te beperken, alsook de nodige garanties te bieden voor het dierenwelzijn, moet gekeken worden welke juridische oplossing het best aangewend kan worden om dit te regelen. Het is voorbarig dat het aanwijzen van een mobiele slachteenheid als een ‘mobiele of verplaatsbare inrichting of activiteit’ de passe-partout hiervoor zou zijn.”

Hopelijk kan de aangepaste regelgeving op korte termijn volgen

Stijn De Roo - Vlaams volksvertegenwoordiger

Oplossing hangt af van verschillende factoren

Een oplossing vanuit de bevoegdheden van minister Demir hangt dus af van diverse factoren. “Ik wacht in eerste instantie het informatiedossier en de bespreking ervan af”, reageert de minister. “En naast de omgevingswetgeving, is er dan ook nog specifieke regelgeving van OVAM, het FAVV en de dienst Dierenwelzijn.”

“Uit het antwoord van de minister blijkt dat er nog bijzonder veel werk moet worden verricht, terwijl er al concrete dossiers zijn ingediend”, reageert Stijn De Roo. “Er mag inderdaad geen achteruitgang zijn op vlak van bijvoorbeeld milieu of dierenwelzijn, maar de klepel mag ook niet doorslaan naar het stelselmatig niet-vergunnen van deze inrichtingen. Hopelijk wordt dit geen ‘processie van Echternach’ en kan de aangepaste regelgeving op korte termijn volgen.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek