Nieuwe voorzitter bij Landsbond Pluimvee
Binnenkort krijgt Landsbond Pluimvee een nieuwe voorzitter. Want na een decennium geeft Danny Coulier de fakkel door aan Chris Dhondt. “De belangen verdedigen van een dynamische sector in woelige landbouwtijden, evenals het opvolgen van een zeer gedreven voorzitter wordt een behoorlijke uitdaging”, aldus de nieuwe voorzitter die zelf een gemengd akkerbouw, vleesveebedrijf en braadkippenbedrijf uitbaat. “Gelukkig kan er voortgebouwd worden op de goede werking die onze organisatie de laatste jaren gekend heeft.”
Al 30 jaar zit Coulier als West-Vlaamse braadkippenhouder in de syndicale wereld, 10 jaar daarvan was hij voorzitter bij Landsbond Pluimvee. “Het syndicale werk van Danny kan je best vergelijken met een ijsberg”, beschrijft Martijn Chombaere, beleidsmedewerker bij Landsbond Pluimvee. “De leden zagen telkens maar het topje van de ijsberg. Maar ik kan je verzekeren, hij heeft ook een berg werk verricht die niet meteen zichtbaar was voor de leden. Hij was een zeer gedreven en dynamische voorzitter die het sectorale belang steeds liet primeren.”
De fipronilcrisis en het laagpathogeen bestempelde H3N1-vogelgriepvirus zijn twee gebeurtenissen die Coulier als voorzitter niet rap zal vergeten. “Dit waren crisissen die ongezien waren in de sector, daar kon niet zomaar het draaiboek voor een vogelgriep bijgenomen worden.” Volgens Landsbond Pluimvee liggen zijn grote verdiensten in zijn goed communicatievaardigheden tijdens die crisissen. “Ook al was het niet altijd gemakkelijk om de juiste informatie te pakken te krijgen, ik maakte er altijd werk van om te communiceren tijdens een crisis met de leden en achterban. Dat was heel belangrijk en waardevol.”
Soms wordt wel eens vergeten dat de pluimveehouderij een economisch gegeven is dat net zoals de maatschappij ook verbonden is aan een Europese en mondiale context
Uitdagingen voor de sector
Duurzaamheid is één van de uitdagingen die de oud-voorzitter heeft zien evolueren. “Duurzaamheid in zijn totaliteit wordt een uitdaging voor mijn opvolger”, verzekert Coulier. “Hiermee bedoel ik niet enkel ecologie of dierenwelzijn. Ook het aspect zoals een eerlijk loon dat de boer moet krijgen voor het produceren van eerlijk voedsel valt voor mij onder duurzaamheid. Wij vinden ecologie en dierenwelzijn zeer belangrijk, net zoals de maatschappij dit vindt. Maar dat is geen reden om als organisatie ook blindelings met de maatschappij mee te lopen. Soms wordt wel eens vergeten dat de pluimveehouderij een economisch gegeven is. Net zoals de maatschappij is ook onze sector verbonden aan een Europese en mondiale context. Als er dus nieuwe wetgevingen komen, moeten deze ook in een mondiale context gekaderd worden. Economische haalbaarheid en het gelijke speelveld-principe zijn hierbij zeer belangrijk.”
Holslag: “Voedsel is het goud van de 21ste eeuw”
8 juli 2023Dat principe van het gelijke speelveld is nog zo’n uitdaging die recht voor deur van de sector staat, dat beseft ook de nieuwe voorzitter. “Kijk wat de vrije import uit Oekraïne teweeg brengt, zeer eerlijk is dit niet”, aldus Dhondt. “Als we eigen voedsel willen blijven produceren in eigen land, aan de normen en waarden die gevraagd worden door zowel de maatschappij als de sector, mogen we niet zomaar goederen beginnen importeren die de betreffende normen en waarden enkel met een dubieuze stempel weten te verzilveren. Een ander voorbeeld hiervan is het uitfaseringstraject van de verrijkte kooien waar onze sector middenin zit. Momenteel gaat onze eierproductie volledig naar onze eierconsumptie. Als de uitfasering aan dit tempo doorgaat, zullen we onder onze zelfvoorzieningsgraad van eieren duiken.” Zo linken de voorzitters niet alleen duurzaamheid maar ook voedselzekerheid aan het gelijke speelveld.
“Om die voedselzekerheid te garanderen is een nieuwe instroom aan landbouwers broodnodig“, zegt Coulier die de generatiewissel en de vergunningsproblematiek aan het uitdagingenlijstje van de sector toevoegt. “De sleutel heeft de overheid hiervan zelf in handen: willen ze de productie in ons land houden of niet? Vergeleken met andere sectoren heeft onze sector een relatieve lage leeftijd maar als het huidige beleid zo doorgaat, krijgt ook onze sector binnen de 10 jaar een ware leegloop.”
Of Dhondt het nog ziet zitten nadat we de vele sectoruitdagingen besproken hebben? “Zeker en vast. Ik vlieg er vol goeie moed in”, zegt hij enthousiast. “In nauwe samenwerking met de provinciale en sectorvoorzitters en onze beleidsmedewerker kijk ik uit om onze sector ook in deze woelige landbouwtijden te vertegenwoordigen. En gelukkig blijft Danny nog aan boord in de Raad van Bestuur en kunnen we nog even gebruik maken van de bibliotheek aan kennis en ervaring die hij doorheen de jaren verzameld heeft.”
Bron: Eigen berichtgeving
