Renaat Debergh (BCZ) op pensioen: 5 vaststellingen over 35 jaar zuivelmarkt

Op 30 juni komt er een eind aan de 35-jarige carrière van Renaat Debergh als afgevaardigd bestuurder van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ). De zuivelmarkten 35 jaar van op de eerste rij volgen, levert een aantal opmerkelijke vaststellingen op. Zo heeft de afschaffing van het Europese melkquotum niet geleid tot overschotten of lagere melkprijzen. En ondanks de enorme productiviteitsstijging in de melkveehouderij lijken we wereldwijd zelfs af te stevenen op een melktekort.

29 juni 2023  – Laatst bijgewerkt om 29 juni 2023 20:08
Lees meer over:
Renaat Debergh BCZ afscheid

Samenwerking en duurzaamheid

Tijdens de jaarvergadering van BCZ werd Debergh in de bloemetjes gezet voor zijn inzet en verwezenlijkingen voor de Belgische zuivelsector. “Renaat heeft de Belgische zuivelindustrie op de kaart gezet en heeft onze federatie uitgebouwd tot een professionele speler in de zuivelketen met goede contacten met de voornaamste stakeholders. We zijn hem daar zeer erkentelijk voor”, sprak Catherine Pycke, voorzitter van BCZ.

Ze wees erop dat Debergh de activiteiten van de zuivelfederatie van de klassieke belangenbehartiging bijstuurde naar het inspelen op maatschappelijke verwachtingen. “Voedselveiligheid werd eind de jaren ’90 een belangrijk thema samen met kwaliteitsborging in de volledige zuivelketen. Daarnaast zette hij sterk in op samenwerking in de zuivelketen”, vertelde Pycke. Zo werkte BCZ in 2009 samen met de landbouworganisaties een gedragscode uit die de relaties tussen de partijen in de keten formaliseerde en verbeterde. Onder de aansturing van Debergh kwam er in 2014 een akkoord om een monitoringssysteem op te zetten waarmee duurzaamheidsinitiatieven in de volledige zuivelketen gestimuleerd werden.

“In 2019 was Renaat één van de drijvende krachten achter de oprichting van de brancheorganisatie MilkBE, die naar buitenlands voorbeeld, de zuivelketen formeel organiseerde. Ook op internationaal vlak stond samenwerking voorop. Renaat was actief in de Europese zuivelfederatie EDA en we wereldzuivelbond IDF”, overloopt de BCZ-voorzitter zijn carrière. In 2011 richtte Debergh samen met zes andere landen het European MilkForum op, dat via gezamenlijke projecten communiceerde over de gezondheidseffecten van zuivelproducten en over de duurzaamheidsinitiatieven van de sector.

Terugblik op 35 jaar zuivelmarkten

Debergh, die tijdens de jaarvergadering traditioneel een overzicht geeft van een hele reeks cijfers over de zuivelmarkten van het afgelopen jaar, ging voor de gelegenheid even verder terug in de tijd. Hij blikte terug op de evoluties van de afgelopen 35 jaar in de zuivelsector. Daar waren vijf opmerkelijke vaststellingen bij:

1.      Van overschotten naar tekorten

Debergh: Bij het begin van mijn carrière waren er boterbergen. Op zijn hoogste punt, in 1985, ging het om bijna één miljoen ton boter die in voorraad was in Europa. Sinds de afschaffing van de quota zijn die verdwenen, met een uitzondering van crisisjaar 2009 toen er een kleine voorraad werd aangelegd. Voor melkpoeder zien we hetzelfde. Daar werden stocks aangelegd in 2009 en 2010 en in 2016 en 2019.

Volgens sommige consultants evolueren we naar een situatie met structurele tekorten. De wereldhandel in zuivel bedroeg in 2021 74 miljard liter. Vorig jaar zagen we dat al afnemen naar 72 miljard liter. Deze experts verwachten dat er tegen 2030 nog maar 59 miljard liter melk zal verhandeld worden op de wereldmarkt. Dat komt niet omdat de vraag naar zuivel daalt, maar omdat er niet genoeg melk aanwezig is om te exporteren. We komen dus terecht in een situatie met ‘unsatisfied demand’, met een tekort tot wel 30 miljard liter melk. Dat is toch wel een heel groot verschil met het begin van mijn loopbaan.

2.      Enorme productiviteitswinsten

Debergh: Een ander punt is de enorme stijging in productiviteit in de melkveehouderij de afgelopen 30 jaar. In 1984 waren er 39.554 melkveehouders die samen 3 miljard liter melk produceerden, ofwel 76.000 liter melk per bedrijf. Daarvoor hadden ze 994.000 melkkoeien nodig. In 2022 ging het nog om 6.092 melkleveraars, een daling dus van 85 procent. Samen leveren ze 44 procent meer melk, goed voor een totale productie van 4,3 miljard liter melk. De hoeveelheid geproduceerde melk per bedrijf vertienvoudigde bijna en bedroeg in 2022 709.000 liter. De melkveehouders spelen dat bovendien klaar met bijna de helft minder melkkoeien. België telde er vorig jaar nog 544.000.

3.      Melkprijs op een hoger niveau

Debergh: Sinds de liberalisering van het Europese zuivelmarkt in 2007 heeft de prijs van volle melkpoeder op wereldniveau zich op een substantieel hoger niveau gezet. In de periode tussen 1994 en 2006 bedroeg de gemiddelde prijs 1.800 US dollar per ton, terwijl dit in de periode 2007-2022 bijna verdubbelde naar 3.400 US dollar per ton. Je kan dus niet zeggen dat de landbouwprijzen dalen op lange termijn op wereldvlak.

De breuklijn wordt dus gevormd door de afschaffing van de melkquota en de daarbij horende subsidies. Europa drukte niet langer met zijn subsidies op de wereldmarkt en dat zorgde voor een substantieel hogere prijzen. Al zijn er natuurlijk nog andere factoren die een verklaring vormen.

Dat hoger niveau zien we ook terug in de Belgische melkprijsvorming. Het quotum werd geacht hogere melkprijzen te realiseren: we gaan het volume beperken en een hoge melkprijs realiseren, was het idee. Maar sinds 2007 zien we wel dat de volatiliteit is toegenomen, maar ook dat de melkprijzen gemiddeld een hoger niveau hebben bereikt.

De Belgische zuivelondernemingen hebben het klaargespeeld om alle extra geproduceerde melk sinds de afschaffing van het quotum, te verwerken. Daar worden ze te weinig voor gewaardeerd

Renaat Debergh - Afscheidnemend gedelegeerd bestuurder BCZ

4.      Afschaffing van melkquota goed geabsorbeerd

Debergh: Bij de afschaffing van de melkquota was er enige bezorgdheid. De Europese Commissie mikte op een zachte landing. Er werden allerlei studies gemaakt over de prognoses in de verschillende grote zuivellanden, zoals Frankrijk, Duitsland, Nederland, enz. Daarbij was er geen oog voor België, dat op dat moment een klein zuivelland was. Vlaanderen liet dan toch een enquête uitvoeren bij de Vlaamse melkveehouders om te horen wat hun intenties waren eens de melkquota zouden afgeschaft worden. Daaruit bleek dat de melkproductie in Vlaanderen met 30 procent zou gaan stijgen. Dat kwam als een verrassing en men dacht dat de melkveehouders deze enquête hadden ingevuld om er zeker van te zijn dat er voldoende ontwikkelingsruimte zou zijn in de toekomst.

Maar als we naar de cijfers kijken, dan zien we dat de melkleveringen van de Belgische melkveehouders zelfs gestegen zijn met 49 procent. Ons land heeft een uitgesproken zuivelbestemming gekregen. Enkel Ierland (+80%), Luxemburg (+68%) en Litouwen (+62%) deden het beter dan België. In de grote Europese zuivellanden was de groei veel beperkter: de productie in Frankrijk steeg met 3 procent en in Duitsland met 17 procent.

Ik wil hier nog eens mijn appreciatie uitspreken naar de Belgische zuivelondernemingen. Zij hebben het klaargespeeld dat al die extra melk kon verwerkt worden. Naar mijn mening worden ze te weinig gewaardeerd hiervoor.

5.      Van netto-importeur naar netto-exporteur

Debergh: Iets anders waar ik zeer trots op ben, is dat België is geëvolueerd van een netto-importeur van zuivel naar een netto-exporteur. Sinds de jaren ’70 hebben we altijd meer zuivel geïmporteerd dan geëxporteerd. Begin de jaren 2000 werd zelfs voor 200 tot zelfs ruim 300 miljoen euro aan zuivelproducten ingevoerd in ons land. Bij de afschaffing van de quota was er de hoop om deze situatie om te buigen en inderdaad, sinds 2010 werd – met uitzondering van het jaar 2016 en 2017 – steeds een overschot op de handelsbalans gehaald.

Renaat Debergh Lien Callewaert BCZ

Lien Callewaert neemt fakkel over

Vanaf 1 juli komt Lien Callewaert, momenteel adjunct-directeur bij BCZ, aan het roer te staan van de Belgische zuivelfederatie. "Lien heeft de afgelopen tien jaar heel wat expertise opgebouwd binnen BCZ en beschikt over de vaardigheden en het netwerk om met de zuivelindustrie antwoorden te bieden op de uitdagingen in de komende jaren. Ik ben blij dat zij mijn taken kan overnemen", aldus Debergh.

Callewaert is naar eigen zeggen klaar om als directeur het verschil te maken voor de zuivelindustrie, en bij uitbreiding voor de zuivelsector. "De absolute topprioriteit is de verdere duurzame ontwikkeling van de sector te faciliteren. Ik ben ervan overtuigd dat er niet alleen uitdagingen, maar ook talloze opportuniteiten ons pad zullen kruisen. Door de ingeslagen weg van samenwerking en dialoog verder te intensiveren, zowel binnen de sector als met de stakeholders, wil ik samen met het hele BCZ-team maximaal inzetten op het benutten van deze kansen", zo sprak Callewaert op de jaarvergadering.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek