Analyse

Krimpende veestapel in Nederland: ABN Amro voorspelt sluiting van zuivelfabrieken en slachthuizen

Analyse

De krimpende veestapel in Nederland verstoort de zuivel- en vleessector. Dat schrijft de Nederlandse bank ABN-Amro in een nieuw rapport. “De structurele daling in de productie van melk en vlees heeft enerzijds een prijsverhogend effect en anderzijds zal er ook overcapaciteit ontstaan bij zuivel- en vleesverwerkende bedrijven”, klinkt het. De bank sluit niet uit dat dit tot sluitingen van bedrijven of consolidaties zal leiden.

Vandaag Griet Lemaire

Door verschillende regelingen waarbij wordt aangestuurd op een afroming van productierechten of het stopzetten van een veebedrijf, onder meer in het kader van stikstof, wordt de komende jaren een krimp van de Nederlandse veestapel verwacht. Voor varkens en pluimvee zou het gaan om een daling van 15 tot 18 procent, voor melkkoeien om zo’n 8 procent. Dat becijferde de bank eerder al.

Goed voor de boer, slecht voor de verwerking

ABN-Amro onderzocht in een nieuw rapport wat de impact is van die krimp op de zuivel- en vleessector. Enerzijds stelt het vast dat door het dalende aanbod van vlees en melk van Nederlandse bodem, de prijs opgedreven wordt. “Dat is goed nieuws voor de overblijvende landbouwers die ondanks de internationale prijsvorming hun inkomsten zien stijgen”, klinkt het.

Maar voor de bedrijven die afnemen van boeren, is er een dubbel negatief effect. Enerzijds krijgen zij te maken met hogere kosten die zij maar in beperkte mate kunnen doorrekenen aan de consument en dat bezorgt hen een concurrentienadeel ten opzichte van bedrijven elders die niet met zo’n sterke prijsstijgingen te maken krijgen. Een tweede gevolg is dat het dalende aanbod een overcapaciteit in de hand werkt. Slachtlijnen of verwerkingslijnen worden onvoldoende benut en dat kost geld.

Drie tot vier zuivelfabrieken zullen sluiten

De Nederlandse bank verwacht dat richting 2030 drie tot vier zuivelfabrieken zullen sluiten. Hoewel de productiviteit per koe waarschijnlijk nog licht toeneemt, wordt toch uitgegaan van een structurele daling van de melkplas. Er zal dan ook een strijd ontstaan tussen de zuivelverwerkers om boeren aan zich te binden om voldoende melk te hebben.

Deze zogenaamde ‘war for milk’ is al langer aan de gang in de zuivelsector en heeft al tot consolidaties geleid. Zo kondigden de grootste Belgische coöperatie Milcobel en de Nederlandse coöperatie FrieslandCampina al aan dat ze een fusie onderzoeken. Het Nederlandse Royal A-ware is al een tijdje in de buurlanden op overnamepad, ook in België. Het Belgische familiebedrijf Olympia dat in 2022 werd overgenomen door Royal A-ware sloot intussen al de deuren omdat de Nederlanders de fabriek niet rendabel kregen.

Sanering van de slachtcapaciteit is onvermijdelijk

Slachthuizen, die al met lage marges werken en zwaar geïnvesteerd hebben in geautomatiseerde lijnen, worden nog harder geraakt, stelt ABN-Amro. Volgens de bank hebben slachterijen maar een beperkte bewegingsvrijheid om zich aan te passen aan de daling van 15 tot 18 procent.

“Een oplossing zou kunnen zijn dat de slachthuizen meer vlees uit het buitenland haalt”, aldus het rapport. Een andere interessante oplossing die ABN Amro ziet voor de vleesverwerkende industrie zijn producten die zowel dierlijke als plantaardige ingrediënten combineren, de zogenaamde hybride producten. Toch gaat de bank ervan uit dat “de sanering van de slachtcapaciteit” onvermijdelijk is.

Producten aankopen in het buitenland heeft een prijskaartje: de keten verliest zijn grip op kwaliteit, dierenwelzijn en duurzaamheid en vaak zijn de transportkosten hoger

ABN Amro

Hoe korter bij de boer, hoe moeilijker

Een andere vaststelling is dat verwerkers en handelaars die verder van de boer afstaan, wendbaarder zijn. Zij zijn beter in staat om schommelingen in aanbod en prijs op te vangen dan kapitaalsintensieve slachthuizen of melkfabrieken omdat ze bijvoorbeeld gemakkelijker hun producten kunnen aankopen in het buitenland. Al heeft dat ook een prijskaartje: de keten verliest zijn grip op kwaliteit, dierenwelzijn en duurzaamheid en vaak zijn de transportkosten hoger.

De bank adviseert bedrijven om zich minder te richten op volume en meer op toegevoegde waarde. “In plaats van melk in bulk te verwerken tot drinkmelk, kunnen ze kiezen voor hoogwaardige producten zoals speciale kazen of sportvoeding. Vleesverwerkers kunnen zich bijvoorbeeld gaan richten op luxevleesproducten voor de horeca. Ook verduurzaming biedt kansen, want biologische of natuurinclusieve producten leveren vaak een hogere prijs op. Samenwerking met boeren of supermarkten, of meer stappen in de keten naar zich toe trekken, kunnen ook zorgen voor een grotere marge, meer stabiliteit en meer impact op de afzetmarkt.

Op lange termijn ook slecht voor de boer

Als die sanering er komt, waar ABN Amro voor waarschuwt, dan heeft dit op lange termijn ook gevolgen voor de landbouwers. Waar ze in eerste instantie hogere prijzen en meer onderhandelingsruimte mogen verwachten, zullen er op termijn minder fabrieken zijn. En als die verdwijnen, hebben boeren minder opties om hun dieren, melk en eieren af te zetten. Bovendien zorgen onvoorspelbaar beleid en een onstabiele keten ook voor een rem op investeringen en innovatie, klinkt het.

Beleidschaos zorgt voor kapitaalsvernietiging

De bank becijferde eerder al dat de krimp in de veestapel de Nederlandse economie jaarlijks 1,5 miljard euro en 13.300 jobs kost. Het hekelt daarbij het overheidsbeleid. Dat hanteert forse opkoopregelingen. Intussen zouden in Nederland al een duizendtal veehouders ingestapt zijn in de opkoopregelingen. Via haar eigen klantenbestand ziet ABN-Amro dat het vaak gaat om grotere gangbare bedrijven. Zij zien door de beleidschaos in Nederland geen toekomst meer en stappen eruit. De bank adviseert de overheid dan ook om met voorspelbaar langetermijnbeleid te komen om zo kapitaalsvernietiging te voorkomen.

Ook Vlaamse veestapel krimpt

Toen de vorige Vlaamse regering een stikstofbeleid uitstippelde, heeft het ook nooit rekening gehouden met de gevolgen van het beleid op de rest van de agrovoedingsketen. Nochtans hebben verschillende sectoren verschillende keren gewezen op het domino-effect die een forse krimp van de veestapel in Vlaanderen teweeg zou brengen.

In 2022 becijferde de Belgische zuivelfederatie BCZ dat het stikstofakkoord zou leiden tot een daling van de melkplas met 15 tot 20 procent tegen 2030. Een daling die dus nog een stuk sterker is dan in Nederland. Door die daling zouden in de zuivelsector in ons land 725 tot 1.100 jobs verloren gaan, terwijl de omzet zou dalen met 600 tot 800 miljoen euro. De Belgische zelfvoorzieningsgraad voor zuivel zou onder de 100 procent vallen en ook de internationale concurrentiepositie van de Belgische bedrijven zou afnemen.

In datzelfde jaar kwam ook FEBEV, de federatie van het Belgisch vlees, met een berekening naar buiten. Een daling van de varkensstapel met tien procent zou de slachthuizen en uitsnijderijen met een totale kost opzadelen van 187 tot 137 miljoen euro. Dat bedrag mag wellicht verdrievoudigd worden omdat het stikstofbeleid niet aanstuurt op tien procent maar wel op 30 procent minder varkens. FEBEV verwacht dat ongeveer drie slachthuizen daardoor de deuren zouden moeten sluiten. Voor de rundveesector zou de totale kostprijs voor de slachthuizen oplopen tot 128 miljoen euro.

"Doordacht stikstofbeleid kan 20.000 jobs vrijwaren"
Uitgelicht
Een ondoordacht stikstofbeleid kan tot een verlies van 20.000 jobs in de agrovoedingsketen leiden. “Eén op drie jobs en 30 procent van de bijdrage aan het bruto binnenlands pr...
16 februari 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving / Foodlog

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek