Nieuw recordjaar voor Belgische aardappelsector maskeert zorgen over toekomst
De Belgische aardappelverwerkende sector heeft in 2022 meer dan 6,2 miljoen ton aardappelen verwerkt. Dat is 18 procent meer dan recordjaar 2019. “We kunnen als sector schitterende groeicijfers voorleggen, maar er is een verschil tussen groei en rendabiliteit. Die stond in 2022 zwaar onder druk door de sterk gestegen kosten”, zegt Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom. Bovendien zijn er kopzorgen over de toekomst van de aardappelteelt in België.
Productiecijfers
Op minder dan vijftien jaar tijd is het verwerkte volume aardappelen door de Belgische aardappelverwerkende bedrijven verdubbeld. Waar in 2010 voor het eerst meer dan drie miljoen ton aardappelen werd verwerkt, werd in 2016 werd voor het eerst de kaap van vier miljoen ton overschreden. Twee jaar later ging het al om meer dan vijf miljoen ton. Na twee moeilijke coronajaren heeft de Belgische aardappelverwerkende industrie nu opnieuw aangeknoopt met de groei: in 2022 werden meer dan 6,2 miljoen ton aardappelen verwerkt. Vermeulen wijst erop dat de verwerkende industrie hiermee haar record uit 2019 scherper stelt met maar liefst 18 procent.
De aardappelen worden verwerkt tot frieten, pureeproducten, chips, vlokken en granulaten of voorgekookte aardappelen. Het grootste aandeel is voor friet. In totaal werd in 2022 2,8 miljoen ton diepgevroren frieten geproduceerd. Dat is een stijging van maar liefst 25 procent tegenover het vorige record uit 2019 en 31 procent meer dan in het eerste coronajaar (2020). Naast diepvriesfrieten wordt ook 257.345 ton verwerkt tot gekoelde frieten (+12% in vergelijking met 2019, +57% in vergelijking met 2020). De Belgische aardappelverwerkende industrie produceerde ook 700.000 ton chips, puree, kroketten en andere specialiteiten.
De groei van de verwerking in 2022 staat voor deel in contrast met de lagere aardappelopbrengst in België. In het najaar van 2022 werden 18,7 procent minder aardappelen geoogst dan het jaar voordien. Uiteraard zitten die maar gedeeltelijk in de verwerkingscijfers van 2022, maar volgens de Belgapom-CEO is de verwerkende industrie erin geslaagd die daling vrij goed op te vangen door bijvoorbeeld meer aardappelen uit de buurlanden, voornamelijk uit Frankrijk, aan te kopen.

Werkgelegenheid en investeringen
“Deze cijfers getuigen van de veerkracht, de flexibiliteit en de sterkte van onze sector”, legt Vermeulen uit. “De moeilijke coronajaren zijn verteerd en ondanks een paar zomers met moeilijke oogsten door het extreme weer, weet de aardappelsector haar internationale koppositie te versterken. België is het land van de aardappel en de friet is koning. Hiermee bevestigt deze sector ook haar maatschappelijk en sociaaleconomisch belang in tijden waarin onze landbouw constant onder vuur ligt.”
Ook op vlak van werkgelegenheid laat de aardappelverwerkende industrie groei optekenen. In 2022 stelde de sector 5.912 arbeiders en bediende te werk. Dat is 41 procent meer dan in coronajaar 2020 en 12 procent meer dan in 2019. De investeringen in de aardappelverwerking nam ook toe met 300 miljoen euro.
Exportcijfers
België bleef ook afgelopen jaar zijn koppositie in de uitvoer van verwerkte aardappelproducten waarmaken. Ruim drie miljoen ton of 82 procent van de verwerkte producten wordt uitgevoerd over heel de wereld. Dat is 12 procent meer dan in 2019. De overige 18 procent, of 608.690 ton, wordt op de Belgische markt afgezet. “Dit betekent dat we de coronaperiode goed zijn doorgekomen en dat de leiderspositie van de Belgische aardappelverwerkende industrie in de wereld is verstevigd”, beklemtoont Vermeulen. Hij ziet ook dat de vraag, zowel binnen als buiten Europa, naar verwerkte aardappelproducten nog steeds stijgt.
De impact van dossiers als stikstof, MAP, erosie, gewasbescherming, enz. op de akkerbouw én dus ook op onze industrie is enorm. Waar kunnen en mogen we nog aardappelen telen binnen vijf jaar?
Sterk gestegen kosten
Maar de CEO van Belgapom wil meteen ook nuanceren. “We zijn bijzonder trots op deze schitterende groeicijfers, maar er is een verschil tussen groei en rendabiliteit. Die kwam in 2022 zwaar onder druk te staan”, klinkt het. “Naast een recordverwerking en een recordomzet kunnen we ook een recordkostenplaatje voorleggen. In 2022 besteedde de sector meer dan driekwart miljard euro aan olie, energie en verpakking alleen.”
Vermeulen verwijst daarbij naar de Oekraïnecrisis die zorgde voor een gebrek aan zonnebloemolie, wat leidde tot woekerprijzen voor de alternatieven. Daarnaast is er ook de energiefactuur. “Diepvriesfrieten maken is enorm energie-intensief. Voor veel bedrijven was het slikken wanneer de energiefactuur in de bus viel. En ook de kosten voor andere grondstoffen en verpakkingen gingen stevig de hoogte in”, duidt hij. “Tel daar de gestegen aardappelprijzen bij en de indexering van de lonen en het is duidelijk dat het niet al goud is wat blinkt.”
Bovendien wegen die kosten niet in alle lidstaten of werelddelen evenveel door. “Zo werd de Verenigde Staten niet geconfronteerd met een even sterke stijging van de energiekosten waardoor dit de concurrentiepositie van de Amerikaanse bedrijven verbeterd tegenover de Europese”, legt Vermeulen uit. Hetzelfde geldt volgens hem voor de loonindexering. “Dit zorgt dat de binnenlandse vraag op peil blijft, maar voor de export betekent dit opnieuw een nadeel.”
Kopzorgen voor de toekomst
Voorspellingen voor 2023 wil de Belgapom-topman niet doen. “Dat is voorbarig. We zien vandaag dat de export het goed doet en de binnenlandse consumptie op peil blijft. De extreme kosten voor energie en transport lijken ook achter ons te liggen, maar de inflatie blijft een zorgenkind ondanks prognoses die wijzen op een stabilisering.” Zorgen zijn er volgens Vermeulen ook over het vinden van personeel. “Ambitieuze, groeiende ondernemingen hebben nood aan goede mensen met de juiste skills, maar die blijken moeilijk te vinden. En dan zijn er ook de taksen, zoals de zwerfvuiltaks, die almaar meer lasten bij de verwerkende industrie leggen.”
De allergrootste hoofdbrekens heeft de verwerkende industrie echter over haar basisgrondstof: de aardappel. “De evolutie in de landbouw baart ons grote zorgen. We willen een duurzame landbouwsector met investeringszekerheid en perspectief voor de boer én de agrovoedingsindustrie”, beklemtoont Vermeulen. “We geloven sterk in de eigen, innoverende kracht van de sector. We geloven in samenwerking met álle actoren, iets wat we tijdens de onderhandelingen over het mestactieplan hebben bewezen.”
Hij ziet dat de dossiers zich opstapelen: stikstof, MAP, erosiewetgeving, afbouw van gewasbescherming, natuurherstelwet, waterproblematiek, enz. “De impact van al die dossiers op de akkerbouw én dus ook op onze industrie is enorm. Waar kunnen en mogen we nog aardappelen telen binnen vijf jaar?”, vraagt Belgapom zich af.

Kroonjuwelen verdedigen
“In sterk groeiende sector met een sterk groeiende vraag zitten we met een krimpend aanbod aan grondstoffen. België is één van de beste landen voor de aardappelteelt, hier zit enorm veel knowhow, we hebben goede aanvoerlijnen en nabijheid van havens. De omstandigheden die gemaakt hebben dat we wereldleider zijn in aardappelverwerking zijn niet veranderd. Maar de landbouwomstandigheden dreigen wel grondig te wijzigen”, klinkt het. “Wij hopen dat, net zoals in andere Europese landen, onze beleidsmakers eindelijk eens volmondig de verdediging op zich nemen van de kroonjuwelen van hun voedingsindustrie. In Frankrijk, Spanje of Italië is dat vanzelfsprekend. Hier blijft het echter stil en dat is onbegrijpelijk”, besluit Vermeulen.
Bron: Eigen berichtgeving