Maïsschimmel veroorzaakt groeiachterstand bij baby's
nieuwsDe groeiachterstand van baby’s in ontwikkelingslanden werd tot nu toe geweten aan de geringe voedingswaarde van de maïspap die ze krijgen zodra moedermelk niet meer volstaat. Maar fumonisine, een giftige stof die door fusariumschimmels op maïs wordt geproduceerd, blijkt ook een boosdoener. Kinderen in Tanzania krijgen via hun maïspap meer fumonisines binnen dan de maximumwaarde die gehanteerd wordt.
Uit onderzoek op het Tanzaniaanse platteland blijkt dat besmetting van maïspap met fumonisine tot groeiachterstand en ondergewicht bij baby’s kan leiden. Kinderen van 12 maanden, die via hun bijvoeding met maïsmeel blootgesteld waren aan meer fumonisines dan de maximumwaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie (2 microgram per kilogram lichaamsgewicht), bleken beduidend kleiner en lichter dan leeftijdsgenoten die minder of niet aan het gif waren blootgesteld.
Babyvoedsel in ontwikkelingslanden, zeker in de streken waar veel maïs gegeten wordt, zou daarom gescreend moeten worden op de aanwezigheid van fumonisine. Het natuurlijke gif is immers mee de oorzaak van hun ondervoeding, rapporteren onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, de UGent en het Tanzaniaanse Agentschap voor Voedselveiligheid in het blad Molecular Nutrition and Food Research.
Maïs is het basisvoedsel in Tanzania en in een groot deel van Centraal-Afrika. Eerder onderzoek in Uganda had al uitgewezen dat fumonisine in voeding de kans verhoogt dat zwangere vrouwen een kind baren met spina bifida (open ruggetje, nvdr). Vooral het correct bewaren van maïs verdient in ontwikkelingslanden aandacht om schimmelvorming te voorkomen.
Tot nu toe werd in ontwikkelingslanden amper aandacht besteed aan gifstoffen die door natuurlijke schimmels geproduceerd worden, behalve aan aflatoxine, dat berucht is van beschimmelde pistachenoten en waarvan in Benin en Togo eerder al was gebleken dat het tot groeiachterstand kan leiden.
Bron: De Standaard