Land- en tuinbouwers investeren als nooit tevoren in verbreding en educatie
nieuwsVlaamse land- en tuinbouwers investeerden in 2024 meer dan ooit in verbreding en educatie. In vergelijking met de coronapiek in 2021 kreeg het Vlaams Landbouw- en Investeringsfonds (VLIF) 68 procent meer steunaanvragen voor hoevetoerisme en 20 procent meer voor hoevewinkels. Vooral in West-Vlaanderen schoot het aantal aanvragen de hoogte in. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Loes Vandromme (cd&v) opvroeg bij landbouwminister Jo Brouns (cd&v).
Land- en tuinbouwers die willen investeren in hoevetoerisme, een hoevewinkel willen inrichten of hun bedrijf toegankelijk maken voor een educatief aanbod, kunnen beroep doen op steun van het VLIF. Tijdens de coronajaren 2020 en 2021 kende het aantal subsidieaanvragen een sterke piek. Na een tijdelijke terugval zette de trend zich in 2023 opnieuw door, en ook de cijfers van 2024 bevestigen het: boeren investeren weer in verbreding en korte keten.
Significante stijging in dossiers
In 2024 keurde het VLIF 175 dossiers goed voor de inrichting van een hoevewinkel, terwijl dat er in 2021 nog 147 waren. Dit is een stijging met 19 procent. Voor hoevetoerisme ging het om 28 geselecteerde dossiers, tegenover 17 drie jaar eerder (+68%). Die sterke stijging is vooral toe te schrijven aan de opvallende interesse in West-Vlaanderen.
Vergeleken met 2023 valt de groei nog meer op. Het aantal investeringen in hoevewinkels steeg met 17 procent, voor hoevetoerisme zelfs met 180 procent. Voor educatieve projecten kende het VLIF 18 investeringsdossiers goed, een stijging met 28 procent.
Meer interesse maar lager steuntotaal
Het aantal subsidieaanvragen stijgt, maar het toegekende bedrag per dossier is niet altijd meegegroeid. In 2023 ging er zo nog ruim 1,5 miljoen euro naar 52 West-Vlaamse steunaanvragen voor hoevewinkels, maar in 2024 was dat nog maar 782.000 euro, voor 75 dossiers. Eenzelfde evolutie is te zien op Vlaams niveau. Zo daalde de steun vorig jaar van 3,4 miljoen euro voor 149 projecten naar 2,28 miljoen euro voor 175 projecten.
Voor hoevetoerisme steeg het subsidiebedrag wel mee met de belangstelling. Waar de teller in 2023 bleef steken op 321.000 euro verdeeld over 10 aanvragen, was dit een jaar later ruim 430.000 euro voor 28 projecten.
West-Vlaamse gastvrijheid
West-Vlaanderen bevestigt zijn reputatie in de cijfers als meest ondernemende landbouwprovincie. De regio is absolute koploper in investeringen om hun boerderijen open te stellen voor toeristen, scholen en consumenten. Voor investeringen in hoevewinkels zijn het aantal steunaanvragen in twee jaar tijd meer dan verdubbeld, van 29 naar 75 aanvragen. Ook het hoevetoerisme zit stevig er in de lift, met een grote sprong van 3 naar 22 subsidieaanvragen. Momenteel zijn er net geen 200 korteketenproducenten lid van het ‘West-Vlaamse netwerk 100% West-Vlaams. Hoeve- en streekproducten’. In vergelijking met 2020 is dit een stijging van 20 procent.
“De korteketeneconomie kreeg een boost tijdens de coronacrisis en de trend lijkt aan te houden. De landbouwsector is en blijft een economisch zeer belangrijke sector, maar ook op vlak van toerisme geeft dit aan onze regio nog extra troeven”, stelt Vandromme, die naast parlementslid ook eerste schepen van Poperinge is. “Landbouwverbreding is voor vele boerderijen een belangrijke economische pijler geworden. De overheid zou de Vlaamse land- en tuinbouw daarin nog sterker kunnen ondersteunen”
Door beperkingen rond ruimtelijke ordening en PAS kijken velen nu naar landbouwverbreding om toegevoegde waarde te kunnen creëren
Na tijdelijke terugval, opnieuw stimulansen
“We merken heel hard dat landbouwers zoekende zijn sinds de stikstofcrisis”, duidt Nele Dejonckheere, coördinator ‘Bedrijfsvisie’ bij het West-Vlaamse kennis- en adviescentrum Inagro. “Voor sommigen maakt de PAS-problematiek hun eerste voorkeur onmogelijk om extra toegevoegde waarde te creëren op de boerderij. Ook door de beperkingen rond ruimtelijke ordening kijken velen daarom nu naar verbreding via de korte keten als haalbaar alternatief.”
Ondanks een tijdelijke terugval na corona zijn er ook maatschappelijk veel stimulansen om voor verbreding te kiezen. “In veel dorpen verdwijnen bijvoorbeeld buurtwinkels, en hoevewinkels nemen die rol deels over”, zegt Dejonckheere. “Consumenten vinden ook steeds vaker de weg naar initiatieven van boeren, omdat ze goed inspelen op beleving en kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan verse aperoplanken, picknickmanden of betaalbaar en lokaal gekweekt vlees. Steeds meer lokale producenten bouwen aan een gevarieerd aanbod, met een publiek dat de korte keten waardeert en de eigen buurt steunt.”
We zien dat land- en tuinbouwers op een mix van complementaire verbredingsactiviteiten inzetten

Toerisme en landbouw versterken elkaar
Die waardering wordt ook sterk gevoeld bij hoevetoerisme. In de Westhoek komt de meerderheid van de toeristen gewoon uit eigen provincie: West-Vlamingen die dichtbij huis willen ontspannen in een andere omgeving. “Ze waarderen het om even tot rust te komen in een andere omgeving, vlakbij", aldus Dejonckheere.
De verbredings- en toeristische activiteiten versterken elkaar daarin. Want het aanbod gaat veel verder dan alleen vakantiewoningen. Met wandel- en fietsroutes langs picknickplekken, boerderijrondleidingen en een bezoek aan een wijndomein kunnen toeristen makkelijk een hele dag vullen– afsluiten wordt meestal zelfs nog gedaan met een bezoek aan de giftshop of lokale hoevewinkel.
“We zien dat land- en tuinbouwers ook op die mix van verbreding inzetten. Het is precies dat totale plaatje dat werkt. En het helpt natuurlijk dat we in West-Vlaanderen graag iets eten en drinken", klinkt het.
Succes is een optelsom
Inagro begeleidt landbouwers met het opstellen van een stappenplan om een zo goed mogelijk rendabele en haalbare verbreding uit te bouwen met complementaire activiteiten. De zeer opvallende stijging in aanvragen is volgens Dejonckheere het resultaat van de blijvende inzet de laatste jaren, met zowel de steun van de provincie, consumenten, onderzoeksinstellingen en toeristische diensten. "En uiteraard producenten die steeds professioneler in hun verbredingsactiviteiten worden. Het is een echte optelsom.”
Korte keten vergt vaak investering
Ook de VLIF-steun bij de investeringen maakt deel uit van die optelsom. “Professionele uitbating is een belangrijke voorwaarde voor succes in korte de keten. Een hoekje in de schuur voor korteketenverkoop is onvoldoende”, duidt Dejonckheere. “Daarvoor zijn investeringen en steun nodig."
Landbouwers worden zo de beste ambassadeurs van hun eigen sector
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) juicht alvast de investeringen in hoevewinkels, -toerisme en educatie toe en ziet ze als een belangrijke hefboom om de kloof tussen boer en burger te verkleinen: “Landbouwers worden zo de beste ambassadeurs van hun eigen sector. Dat kunnen we alleen maar aanmoedigen, daarom blijven we inzetten op ondersteuning.”
